GEAVANCEERDE FUNCTIES
43
Belichting
Deze camera past automatisch de belichtingsinstelling aan op basis van de
omgevingsverlichting.
U kunt de belichtingswaarde echter wijzigen met behulp van het submenu [EXPOSURE].
In de modus STILSTAAND BEELD kunt u de belichtingswaarde selecteren.
Als u de belichtingswaarde verhoogt, krijgt u een lichtere foto.
Als u de belichtingswaarde verlaagt, wordt de foto donkerder.
De belichtingswaarde selecteren
1. Draai de kiesschijf in de modus STILL IMAGE
(STILSTAAND BEELD) en druk op de menuknop.
2. Druk op de knop OMHOOG ( ) of OMLAAG ( )
en selecteer [EXPOSURE].
3. Druk op de knop SET om het submenu weer te
geven.
4. Druk op de knop OMHOOG ( ) of OMLAAG ( )
en selecteer het gewenste submenu voor de
belichtingswaarde [EXPOSURE].
5. Druk op de knop SET om het submenu weer te
geven.De standaardwaarde is [0.0EV].
6. Druk op de knop MENU om de menuweergave te
annuleren.
STILL IMAGE
IMAGE SIZE
QUALITY
WHITE BALANCE AUTO
EXPOSURE 0.0
EXIT:MENU CHANGE:
STILL IMAGE
EXPOSURE
+0.0
EXIT:MENU SET:
Instellingsbereik belichtingscorrectie -2,0 tot +2,0 EV (stappen van 0,5 EV)
De belichting blijft ongewijzigd totdat de camera wordt uitgeschakeld. Als de camera
opnieuw wordt ingeschakeld, wordt de belichtingscorrectie weer ingesteld op 0,0EV (geen
belichtingscorrectie).
Wanneer u de belichtingswaarde hebt gewijzigd, wordt deze waarde weergegeven op het
LCD-scherm.
Als de belichtingswaarde wordt verhoogd of verlaagd kunnen foto’s over- of onderbelicht
(te licht of te donker) zijn.
Bekijk uw afbeeldingen met behulp van het LCD-scherm om te controleren of ze zijn
gelukt.
Als u de waarde voor de belichtingscorrectie wijzigt in de modus STILSTAAND BEELD,
wordt deze waarde tevens gebruikt in de modus BEWEGENDE BEELDEN.
OPMERKING