42
White balance (Witbalans)
De kleuren van de opgenomen beelden kunnen veranderen afhankelijk van het beschikbare licht.
Met de instelling voor de witbalans kunt u de kleuren aanpassen zodat deze er natuurlijker uitzien.
De gewijzigde waarde voor de witbalans blijft gehandhaafd totdat de camera wordt uitgeschakeld.
Er zijn 5 menu’s beschikbaar voor de witbalans : AUTO (AUTOMATISCH) / DAYLIGHT (DAGLICHT) /
SUNSET (ZONSONDERGANG) / FLUORESCENT
(FLUORESCEREND), TUNGSTEN (KUNSTLICHT)
De witbalans selecteren
1. Draai de kiesschijf in de modus STILL IMAGE
(STILSTAAND BEELD) en druk op de menuknop.
2. Druk op de knop OMHOOG ( ) of OMLAAG ( )
en selecteer [WHITE BALANCE].
3. Druk op de knop SET( ) om het submenu weer te
geven.
4. Druk op de knop OMHOOG ( ) of OMLAAG ( )
en selecteer het gewenste submenu voor de
witbalans.
5. Druk op de knop SET( ) om de instelling te
bevestigen.
De standaardwaarde is [AUTO].
6. Druk op de knop MENU om de menuweergave te
annuleren.
STILL IMAGE
WHITE BALANCE
AUTO
EXIT:MENU SET:
STILL IMAGE
IMAGE SIZE
QUALITY
WHITE BALANCE AUTO
EXPOSURE 0.0
EXIT:MENU CHANGE:
AUTO :
De camera selecteert automatisch de juiste
witbalans, afhankelijk van de omgevingsverlichting.
DAYLIGHT (DAGLICHT) : Voor het maken van opnames midden overdag.
SUNSET (ZONSONDERGANG) :
Voor het maken van opnames tijdens zonsondergang
FLUORESCENT (FLUORESCEREND) : Voor het maken van opnames bij een
fluorescerende verlichting.
TUNGSTEN (KUNSTLICHT) : Voor het maken van opnames bij kunstlicht
(gewone gloeilamp).
Als u de waarde voor de witbalans wijzigt in de modus STILSTAAND BEELD, wordt deze
waarde tevens gebruikt in de modus BEWEGENDE BEELDEN.
INFORMATIE