30
NEDERLANDS
Opwarmen
Met de magnetron kunt u gerechten opwarmen in een fractie van de tijd die
u nodig zou hebben bij een gewone oven of kookplaat.
Gebruik de vermogensniveaus en opwarmtijden uit de volgende tabel als
richtlijn. Bij de tijden in de tabel is uitgegaan van een kamertemperatuur van
+18 tot +20 °C of een koelkasttemperatuur van +5 tot +7 °C.
Vermijd grote stukken
Warm liever geen grote stukken voedsel op, zoals braadstuk. Deze hebben
de neiging aan de buitenkant te gaar te worden en uit te drogen voordat
de binnenkant goed heet wordt. Het opwarmen van kleinere stukken gaat
beter.
Vermogenstanden en doorroeren
Sommige gerechten kunnen worden opgewarmd bij 900 W vermogen,
terwijl u voor andere 600 W, 450 W of zelfs 300 W moet gebruiken.
Zie de tabel voor meer informatie.
U kunt doorgaans beter een lager vermogen gebruiken voor delicate
gerechten, grote hoeveelheden en gerechten die snel warm worden (zoals
pasteitjes).
Voor het beste resultaat het gerecht tijdens het opwarmen doorroeren of
omkeren. Zo mogelijk voor het serveren nogmaals doorroeren.
Wees extra voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen en babyvoeding.
Om te voorkomen dat vloeistoffen buiten de magnetron alsnog plotseling
aan de kook raken en naar buiten spatten, moet u het gerecht voor, tijdens
en na het verwarmen goed doorroeren. Laat de vloeistoffen tijdens het
nagaren in de oven staan. Het is aan te raden een plastic lepel of glazen
staafje in de vloeistof te zetten. Vermijd oververhitting van het gerecht. Het is
beter een kortere bereidingstijd in te stellen en deze zo nodig te verlengen.
Opwarm- en nagaartijden
Wanneer u voor het eerst een gerecht opwarmt, is het handig om de door u
gebruikte bereidingstijd te noteren.
Controleer altijd of het gerecht door en door verwarmd is.
Laat het gerecht na het opwarmen altijd even nagaren, zodat de warmte
zich gelijkmatig over het gerecht kan verdelen De aanbevolen nagaartijd
na het opwarmen is 2-4 minuten, tenzij in de tabel een andere tijd wordt
aanbevolen.
Wees extra voorzichtig bij het verwarmen van vloeistoffen en babyvoeding.
Zie ook het gedeelte met de veiligheidsvoorschriften.
Gerecht Portie Tijd
(min.)
Nagaartijd
(min.)
Aanwijzingen
Champignons 125 gr.
250 gr.
1½-2
2½-3
3 De champignons heel
of in plakjes bereiden.
Geen water toevoegen.
Besprenkelen met
citroensap. Kruiden met
peper en zout. Voor het
serveren uit laten lekken.
Uien 250 gr. 5-5½ 3 Uien doormidden of in
plakjes snijden. Voeg
slechts 15 ml (1 eetl.)
water toe.
Paprika 250 gr. 4½-5 3 Snijd de paprika in
reepjes.
Aardappelen 250 gr.
500 gr.
4-5
7-8
3 Weeg de aardappelen en
snijd ze doormidden of
in vieren in stukken van
ongeveer gelijke grootte.
Koolraap 250 gr. 5½-6 3 Snijd de koolraap in kleine
blokjes.