15
7 GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Brandstof
Schoon, droog brandhout
Alleen gekloofd brandhout met een vochtigheidsgraad ≤20% is geschikt voor gebruik in een haard. Gebruik
bij voorkeur harde houtsoorten zoals eik-, beuk, es en hout van fruitbomen. Deze branden trager en
produceren meer warmte. Naast hout kunt u ook houtbriketten stoken. Het is ook belangrijk dat het juiste
formaat en een aangepaste hoeveelheid brandhout gebruikt wordt.
Vochtig hout resulteert in een onvolledige verbranding en dit is sterk vervuilend. Verder is het moeilijk aan
te maken, dooft het gemakkelijk en geeft het aanzienlijk minder warmte af dan droog hout. Tenslotte kan
het roet of teer vormen op het glas, in de haard en in de schoorsteen.
Veilig en natuurlijk aanmaakhout
Aanmaken doet u het best met natuurlijke aanmaakblokjes of fijngehakt hout, niet met proppen
krantenpapier. Doe het zeker niet met vloeistoffen! Zachte houtsoort zoals populier of wilg zijn
gemakkelijker aan te maken.
Gebruik enkel milieuvriendelijke brandstoffen
Behandeld hout, sloop- of pallethout, spaanplaat, afval en krantenpapier mag u geen geval stoken in deze
haard. De milieureglementering verbiedt dat uitdrukkelijk Terecht, want bij de verbranding ervan komen
hoge concentraties schadelijke stoffen vrij.
Ook voor de haard en schoorsteen is het verbranden van bovenvermelde brandstoffen schadelijk. De
temperatuur in de haard kan dan namelijk te hoog oplopen en u riskeert een woningbrand.
Eerste ingebruikname
Stook bij de eerste ingebruikname een kleine hoeveelheid brandstof en open geleidelijk de luchttoevoer.
Hierdoor vermijdt u barsten in de vuurvaste stenen en kan de verf van het toestel drogen. De rook die
tijdens deze fase vrijkomt, is niet toxisch maar het is wel aangeraden de kamer goed te verluchten.
Gedurende deze periode is het niet aangewezen de verf aan te raken.