33
4. Draag uw hoortoestel niet in mijnen, olievelden of andere explosieve ruimten, tenzij deze ruimten zijn
vrijgegeven voor het gebruik van hoortoestellen.
5. Laat uw toestel niet dragen door anderen. Dit kan de hoortoestellen of het gehoor van de andere
persoon beschadigen.
6. Bij kinderen en mensen met een beperking moet altijd worden toegezien op een correct gebruik. Het
toestel bevat kleine onderdelen die verstikkingsgevaar kunnen opleveren. Let erop dat u kinderen niet
zonder toezicht achterlaat met het hoortoestel.
7. Hoortoestellen mogen alleen gebruikt worden als ze zijn ingesteld door uw audicien. Gebruik met sterk
afwijkende instellingen kan mogelijk tot extra gehoorverlies leiden.
8. Gebruik het toestel niet als het kapot is.
9. Denk er bij het instappen in een vliegtuig aan de draadloze functionaliteit uit te schakelen. Schakel
de draadloze functionaliteit uit door de vliegtuigmodus te gebruiken in ruimten waar het uitstralen van
radiofrequentie verboden is.
10. Externe apparatuur die is aangesloten op het elektriciteitsnet en de toestellen dient te voldoen aan
de veiligheidsvoorschriften IEC 60601-1-1, IEC 60065 of IEC 60950-1, als deze van toepassing zijn
(bedrade aansluitingen, bijvoorbeeld HI-PRO, SpeedLink).
i
Let op:
* ReSound draadloze toestellen werken tussen de frequenties 2.4 GHz - 2.48 GHz.
* ReSound draadloze toestellen bevatten een RF zender die werkt tussen de fequenties 2.4 GHz -
2.48 GHz.
* Gebruik voor de draadloze functionaliteit alleen de ReSound Unite accessoires. Raadpleeg voor verdere
informatie over bijvoorbeeld pairen de handleiding van de betreffende Resound Unite accessoire.