32
i Algemene voorzorgsmaatregelen
1. Indien de draadloze functionaliteit geactiveerd is, kan er met digitaal gecodeerde transmissie met
andere draadloze apparatuur gecommuniceerd worden. Hoewel onwaarschijnlijk, is het mogelijk dat
elektronische apparaten in de nabije omgeving beïnvloed worden. Mocht dit gebeuren, zorg dan dat er
meer afstand is tussen het hoortoestel en desbetreffende apparatuur.
2. Als de toestellen bij het gebruik van de draadloze functionaliteit zelf gestoord worden door
elektromagnetische interferentie, ga dan verder van de storingsbron staan.
3. Gebruik alleen originele producten van GN ReSound, zoals slangetjes en Eartips.
4. Probeer nooit zelf de vorm van het hoortoestel, oorstukje of slangetje te veranderen.
5. Pair ReSound hoortoestellen alleen met ReSound accessoires die bedoeld en gekwalificeerd zijn voor
gebruik met ReSound hoortoestellen.
i Algemene waarschuwingen
1. Bij hoortoestellen waarvan het maximum geluidsniveau 132dB SPL overschrijdt (gemeten met een
oorsimulator volgens IEC 60711:1981), dient extra zorgvuldigheid in acht te worden genomen bij het
aanpassen, omdat er een risico bestaat dat het resterende gehoor van de drager van het toestel
beschadigd kan raken.
2. Raadpleeg uw audicien als u een vreemd voorwerp in uw gehoorgang aantreft, als u huidirritatie
ondervindt of als u last heeft van overmatig oorsmeer bij het dragen van uw hoortoestel.
3. Verschillende soorten straling, bijvoorbeeld van NMR-, MRI- of CT-scanners kunnen schade veroorzaken
aan uw hoortoestel. Draag uw hoortoestel daarom niet tijdens deze of soortgelijke scanprocedures.
Andere soorten scanners (inbraakalarm, bewegingsmelders, radioapparatuur, mobiele telefoons,
etc.) bevatten minder straling en beschadigen uw hoortoestel niet. Ze kunnen echter wel tijdelijk de
geluidskwaliteit van hoortoestellen beïnvloeden of vreemde geluiden veroorzaken.