747102
11
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/56
Next page
Overlock-naaimachine
MEDION
®
MD 18030
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
23098138
9813
W 51/18
KLANTENSERVICE
Art.-Nr.: 9813
0900 - 23 52 534
www.medion.nl
W 51/18
KL
5 6
7
8
9
10
11
12
20
21
22
19
15
16
17
14
13
18
2 3
4
1
23
Hoofdcomponenten
Hoofdcomponenten
1) Draadspanningsknop voor de linker naald
2) Draadspanningsknop voor de rechter naald
3) Draadspanningsknop voor de bovenste grijper
4) Draadspanningsknop voor de onderste grijper
5) Telescopische draadboom
6) Spoelnaald
7) Steeklengteregelaar
8) Di erentieeltransportregelaar
9) Handwiel
10) Stekkerhuis voor voetpedaal
11) Aan-uitschakelaar
12) Frontklep
13) Draadsnijder
14) Hendel voor het optillen van de persvoet
15) Steekplaat
16) Kantliniaal
17) Instelknop voor de snijbreedte
18) Vrije arm
19) Hendel voor het openen van de vrije arm
20) Draadgeleider
21) Draadgeleider voor meeloopgaren
22) Draadgeleider voor het garen in de naalden
23) Regelaar voor de persvoetdruk
24
32
25 26
27
2829
30
31
Naaimechanisme
Naaimechanisme
24) Naalden
25) Persvoet
26) Bovenste grijper
27) Draadgeleider voor de grijperdraden
28) Accessoirevak (opengeklapt)
29) Onderste grijper
30) Messenhouder
31) Onderste mes
32) Bovenste mes
Inhoudsopgave
3 van 52
Inhoudsopgave
1. Over deze gebruiksaanwijzing ................................................................... 5
1.1. In deze gebruiksaanwijzing gebruikte waarschuwingssymbolen
en signaalwoorden ............................................................................................... 5
1.2. Gebruiksdoel ........................................................................................................... 6
1.3. Verklaring van overeenstemming ................................................................... 6
2. Veiligheidsvoorschriften............................................................................. 7
2.1. Elektrische apparaten horen niet thuis in de handen van kinderen .. 7
2.2. Netsnoer en netaansluiting ............................................................................... 7
2.3. Nooit zelf repareren..............................................................................................8
2.4. Algemene aanwijzingen ..................................................................................... 8
2.5. Veilig omgaan met het apparaat ..................................................................... 9
2.6. Reinigen en opbergen .........................................................................................9
3. Inhoud van de levering ............................................................................. 10
4. Vóór het gebruik ........................................................................................ 11
4.1. Accessoires ............................................................................................................11
4.2. Instellen van de telescopeerbare draadboom .........................................12
4.3. Garenpennen ........................................................................................................12
4.4. Kloskappen ............................................................................................................12
4.5. Garenklosnet.........................................................................................................13
4.6. Voetpedaal aansluiten .......................................................................................13
4.7. Regelen van de naaisnelheid ..........................................................................14
4.8. Veiligheidsschakelaar ........................................................................................14
4.9. Bevestigen van de afvalbak .............................................................................14
5. Bediening ................................................................................................... 15
5.1. Handwiel ................................................................................................................15
5.2. Frontklep ................................................................................................................15
5.3. Kantliniaal ..............................................................................................................15
5.4. Draadsnijder ..........................................................................................................16
5.5. Vrije arm .................................................................................................................16
6. Draad inrijgen in de grijpers ..................................................................... 17
6.1. Algemene aanwijzingen over het inrijgen .................................................17
6.2. Onderste grijperdraad inrijgen ......................................................................18
6.3. Bovenste grijperdraad inrijgen ......................................................................20
7. Draad inrijgen in de naalden .................................................................... 22
8. Proefdraaien .............................................................................................. 24
9. Instellen van de draadspanning ............................................................... 25
9.1. Instellen van de draadspanning voor de draden in de naalden ........26
9.2. Instellen van de draadspanning voor de draden in de grijpers .........26
10. Overzicht van de machine-instellingen ................................................... 27
11. Van garen wisselen .................................................................................... 29
Inhoudsopgave
4 van 52
12. Handvat ...................................................................................................... 29
13. Instellen van de steeklengte ..................................................................... 30
13.1. Instellen van de steeklengte ...........................................................................30
14. Instellen van de snijbreedte ..................................................................... 30
14.1. De juiste snijbreedte ..........................................................................................31
14.2. Kleinere snijbreedte instellen .........................................................................31
14.3. Grotere snijbreedte instellen ..........................................................................31
15. Naalden vervangen ................................................................................... 32
16. Messen vervangen ..................................................................................... 33
16.1. Buiten gebruik stellen van het bovenste mes ..........................................35
17. Instellen op het gebruik van twee draden............................................... 36
18. Met smalle en brede steken locken met drie draden .............................. 37
18.1. Rolzoomhulp ........................................................................................................39
19. Open zoom, smalle randen en picotranden ............................................ 40
20. Differentieel transport .............................................................................. 41
20.1. Werking ...................................................................................................................41
20.2. Positief differentieel transport........................................................................42
20.3. Negatief differentieel transport .....................................................................42
20.4. Instellen van het differentieel transport .....................................................43
21. Persvoetdruk instellen .............................................................................. 44
22. Naaien met meeloopgaren ....................................................................... 45
23. Probleemoplossing ................................................................................... 46
24. Opbergen ................................................................................................... 47
25. Reinigen en smeren ................................................................................... 47
26. Afvalverwerking ........................................................................................ 49
27. Technische gegevens ................................................................................. 50
28. Service-informatie ..................................................................................... 51
29. Colofon ....................................................................................................... 52
5 van 52
Over deze gebruiksaanwijzing
1. Over deze gebruiksaanwijzing
Hartelijk dank dat u voor ons product hebt gekozen. Wij wensen u veel
plezier met het apparaat.
Lees de veiligheidsvoorschriften aandachtig door voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Neem de waarschuwingen op het apparaat
en in de gebruiksaanwijzing in acht.
Houd de gebruiksaanwijzing altijd binnen handbereik. Als u
het apparaat verkoopt of doorgeeft, geef dan ook altijd deze
gebruiksaanwijzing mee, omdat dit een wezenlijk onderdeel van het
product is.
1.1. In deze gebruiksaanwijzing gebruikte
waarschuwingssymbolen en signaalwoorden
Als een tekstgedeelte is gemarkeerd met een van de volgende
waarschuwingssymbolen, moet het in de tekst beschreven gevaar worden
vermeden om de daar beschreven mogelijke consequenties te voorkomen.
GEVAAR!
Waarschuwing voor direct levensgevaar!
WAARSCHUWING!
Waarschuwing voor mogelijk levensgevaar en/of
zware verwondingen met blijvend letsel!
VOORZICHTIG!
Waarschuwing voor mogelijke matig ernstige en/
of lichte verwondingen!
LET OP!
Neem de aanwijzingen in acht om materiële
schade te voorkomen!
Nadere informatie over het gebruik van het
product!
Neem de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
in acht!
6 van 52
Over deze gebruiksaanwijzing
Veiligheidsklasse II
Elektrische apparaten van veiligheidsklasse II zijn elektrische
apparaten die zijn voorzien van een dubbele en/of extra sterke
isolatie en die geen aansluitmogelijkheden hebben voor een
aardleiding. De aanvullende of extra sterke isolatie van een
door isolerend materiaal omsloten elektrisch apparaat van
veiligheidsklasse II kan geheel of gedeeltelijk worden gevormd
door de behuizing.
Gebruik binnenshuis
Apparaten met dit symbool zijn uitsluitend geschikt voor
gebruik binnenshuis.
1.2. Gebruiksdoel
Dit apparaat biedt u een breed scala aan gebruiksmogelijkheden.
De overlockmachine kan worden gebruikt voor het stikken en afwerken van de
naden van licht tot middelzwaar naaiwerk.
Het naaiwerk kan bestaan uit textielvezels, samengestelde materialen of licht leer.
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor privégebruik en niet voor industrieel/
commercieel gebruik.
Houd er rekening mee dat bij gebruik van het apparaat voor een ander doel dan dat
waarvoor het bestemd is, de aansprakelijkheid komt te vervallen:
Bouw het apparaat zonder onze toestemming niet om en gebruik het niet in
combinatie met hulp- of aanbouwapparaten die niet door ons zijn goedgekeurd
of geleverd.
Gebruik uitsluitend door ons geleverde of goedgekeurde reserveonderdelen en
accessoires.
Neem alle informatie in deze gebruiksaanwijzing in acht en houd u in het
bijzonder aan de veiligheidsvoorschriften. Iedere andere vorm van gebruik geldt
als niet in overeenstemming met de voorschriften en kan persoonlijk letsel of
materiële schade tot gevolg hebben.
Gebruik het apparaat niet bij extreme omgevingscondities.
1.3. Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Medion AG dat het product overeenstemt met de volgende
Europese eisen:
• EMC-richtlijn 2014/30/EU
• Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU
• Ecodesignrichtlijn 2009/125/EG
• RoHS-richtlijn 2011/65/EU.
7 van 52
Veiligheidsvoorschriften
2. Veiligheidsvoorschriften
2.1. Elektrische apparaten horen niet thuis in de
handen van kinderen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar
en door personen met lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke
beperkingen of gebrek aan kennis en/of ervaring, als er
iemand toezicht op hen houdt of als hun is geleerd hoe ze het
apparaat veilig kunnen gebruiken en ze hebben begrepen
welke gevaren het gebruik van het apparaat met zich
meebrengt. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen, tenzij deze ouder zijn dan 8 jaar en
er iemand toezicht op hen houdt.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt van het
apparaat en de aansluitkabel worden gehouden.
GEVAAR!
Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsfolie kan worden ingeslikt of verkeerd
worden gebruikt. Hierdoor bestaat er gevaar voor
verstikking!
Houd het verpakkingsmateriaal, zoals folie of plastic
zakken, uit de buurt van kinderen.
2.2. Netsnoer en netaansluiting
Sluit het apparaat alleen aan op een goed bereikbaar
stopcontact (220-240 V ~ 50 Hz) dat zich in de buurt van
het apparaat bevindt. Zorg ervoor dat het stopcontact vrij
toegankelijk is, zodat het apparaat zo nodig snel kan worden
losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
Als u de stekker uit het stopcontact haalt, pak dan altijd de
stekker zelf vast en trek niet aan het snoer.
Zorg ervoor dat het snoer tijdens gebruik helemaal afgerold
is.
8 van 52
Veiligheidsvoorschriften
Het snoer mag niet in aanraking komen met hete
oppervlakken.
Schakel voor de volgende werkzaamheden de naaimachine
uit en haal de stekker uit het stopcontact: draad inrijgen,
naald verwisselen, persvoet instellen, reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden uitvoeren, als u stopt met uw
naaiwerk en als u het onderbreekt.
2.3. Nooit zelf repareren
Haal bij beschadiging van de machine of het aansluitsnoer
direct de netstekker uit het stopcontact.
Om risico's te voorkomen, mag de naaimachine bij zichtbare
beschadigingen aan de machine zelf of aan het netsnoer niet
worden gebruikt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
Bij ondeskundige reparatie bestaat er gevaar voor
elektrische schokken!
Probeer in geen geval om het apparaat te openen of
zelf te repareren!
Neem bij storingen of als het aansluitsnoer
beschadigd is, contact op met het Service Center of
een ander professioneel reparatiebedrijf om risico's
te voorkomen.
2.4. Algemene aanwijzingen
De naaimachine mag niet nat worden, omdat er dan gevaar
bestaat voor elektrische schokken!
Laat de naaimachine nooit aanstaan zonder dat er iemand bij
is.
Gebruik de machine niet buiten.
De machine mag uitsluitend worden gebruikt met het
meegeleverde voetpedaal type HK72C.
9 van 52
Veiligheidsvoorschriften
2.5. Veilig omgaan met het apparaat
De naaimachine is uitgerust met pootjes met zuignappen,
zodat hij stabiel staat. Zorg er desondanks voor dat u de
machine neerzet op een vlakke, stevige ondergrond en dat
alle vier de pootjes op de ondergrond rusten.
Tijdens gebruik moeten de ventilatieopeningen vrij blijven:
zorg ervoor dat er niets (bijv. stof, restjes garen, enz.) in de
openingen terechtkomt.
Zet nooit iets op het voetpedaal.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde accessoires. Naalden
zijn verkrijgbaar bij de vakhandel.
Gebruik voor het smeren uitsluitend speciale
naaimachineolie. Gebruik geen andere vloeistoffen.
Let tijdens het naaien op dat u niet met uw vingers onder de
naaldhouder komt.
Wees voorzichtig bij het bedienen van de bewegende
delen van de machine en vooral met de naalden en messen.
Er bestaat ook gevaar voor letsel, als de machine niet is
aangesloten op het elektriciteitsnet!
Gebruik geen verbogen of botte naalden.
Houd de stof tijdens het naaien niet vast en trek niet aan de
stof. De naalden kunnen breken.
Zet de naalden als u klaar bent met het naaiwerk, altijd in de
hoogste stand.
Schakel de machine als u klaar bent en voor
onderhoudswerkzaamheden altijd uit en haal de netstekker
uit het stopcontact.
2.6. Reinigen en opbergen
Haal voordat u het apparaat gaat reinigen, de netstekker
uit het stopcontact. Gebruik voor het reinigen een droge,
zachte doek. Vermijd het gebruik van chemische oplos- en
reinigingsmiddelen, omdat deze het oppervlak en/of de
opschriften van het apparaat kunnen beschadigen.
10 van 52
Inhoud van de levering
Gebruik voor het opbergen van de naaimachine altijd de
meegeleverde afdekkap, zodat de machine beschermd is
tegen stof.
3. Inhoud van de levering
Controleer de levering op volledigheid en informeer ons binnen 14 dagen na
aankoop, als de levering niet compleet is.
• Overlockmachine
Voetpedaal type HK72C
• Gebruiksaanwijzing
Accessoires en accessoiretas (overzicht van de inhoud op de volgende pagina)
GEVAAR!
Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsfolie kan worden ingeslikt of verkeerd
worden gebruikt. Hierdoor bestaat er gevaar voor
verstikking!
Houd het verpakkingsmateriaal, zoals folie of plastic
zakken, uit de buurt van kinderen.
11 van 52
Vóór het gebruik
4. Vóór het gebruik
4.1. Accessoires*
33 34 35 36
37 38 39 40
41 42 43 44
45
46 47
33
Converter voor het werken met
twee draden*
41 Pincet
34 Rolzoomhulp* 42 Garenpen (4 x)
35 Naaldenset* 43 Kloshouder (4 x)
36 Schroevendraaier (klein)* 44 Accessoiretas
37 Schroevendraaier (groot) 45 Afdekkap
38 Schroefsleutel 46 Stofkwast*
39 Reserve-bovenmes 47 Garenklosnet (4 x)
40 Oliekannetje (zonder inhoud)
Niet-afgebeelde accessoires
Garenklos (5 x, 4 x voorgemonteerd)
Kloskap (4 x voorgemonteerd)
• Afvalbak/afneembare naaitafel
* Deze accessoires bevinden zich in het accessoirevak achter de frontklep
Vóór het gebruik
12 van 52
4.2. Instellen van de
telescopeerbare
draadboom
Trek de telescopeerbare draadboom (5) vóór
het inrijgen helemaal naar buiten.
Draai de telescopeerbare draadboom zo,
dat de draadgeleiders zich precies boven de
spoelnaalden (6) bevinden.
4.3. Garenpennen
Voor deze machine kunnen zowel industriële
garenklossen als huishoudelijke garenklossen
worden gebruikt.
Bij industriële klossen met een grote diameter zet
u de garenpennen met het brede uiteinde naar
boven in de machine en bij klossen met een kleine
diameter zet u de garenpennen met het smalle
uiteinde naar boven in de machine.
Gebruik ter vergroting van de stabiliteit van de
garenklossen in ieder geval de kloshouders.
4.4. Kloskappen
Bij gebruik van niet-industriële garenklossen
verwijdert u de garenpennen en zet u de
meegeleverde kloskappen op de garenklossen.
Gebruik ter vergroting van de stabiliteit van de
garenklossen in ieder geval de kloshouders.
Haal het beschermfolie van de kloshouders af,
zodat het garen gelijkmatig wordt afgerold.
Vóór het gebruik
13 van 52
4.5. Garenklosnet
Polyestergaren en grovere soorten nylongaren
komen bij het afrollen steeds losser om de klos
te zitten. Gebruik daarom bij dit soort garens het
meegeleverde garenklosnet, zodat het garen
gelijkmatig wordt toegevoerd.
Doe het net van boven af over de garenklos
heen.
Trek het net in zijn geheel over de garenklos
en sla het uitstekende gedeelte naar boven toe
om.
4.6. Voetpedaal aansluiten
Steek de aansluitstekker van het meegeleverde
voetpedaal in het stekkerhuis (10) op de machine
en steek vervolgens de netstekker in het
stopcontact.
Met de aan-uitschakelaar (11) schakelt u zowel de
naaimachine zelf als de verlichting van de machine
in.
Gebruik uitsluitend het meegeleverde voetpedaal.
Schakel de machine als u klaar bent en voor
onderhoudswerkzaamheden altijd uit en haal de
netstekker uit het stopcontact.
Voetstarter
Stroomschakelaar
Stekker-
behuizing
Koppelings-
schakelaar
Vóór het gebruik
14 van 52
4.7. Regelen van de
naaisnelheid
De naaisnelheid wordt geregeld met het
voetpedaal. De naaisnelheid kan worden
veranderd door meer of minder druk op het
voetpedaal uit te oefenen.
4.8. Veiligheidsschakelaar
Deze machine is uitgerust met een micro-
veiligheidsschakelaar. Zodra de frontklep wordt
geopend, wordt de aandrijving uitgeschakeld.
Sluit zowel de frontklep (12) als de vrije arm (18),
voordat u begint te naaien.
4.9. Bevestigen van de afvalbak
De afvalbak vangt tijdens het naaien de
afgesneden stof op, zodat uw werkplek netjes
blijft.
Steek het nokje A in de bovenste van de twee
openingen D en haak daarna het nokje B in
opening C.
Als u klaar bent met uw naaiwerk, verwijdert u de
afvalbak door eerst het nokje B uit opening C te
tillen en daarna de complete afvalbak naar rechts
toe weg te halen.
Als u de afvalbak ruimtebesparend wilt opbergen,
kunt u deze aan de machine bevestigen door het
nokje A in de onderste van de twee openingen D
te steken en daarna het nokje E in opening C te
haken.
Voetstarter
A
E
C
B
D
Bediening
15 van 52
5. Bediening
5.1. Handwiel
Draai het handwiel (9) altijd naar u toe.
5.2. Frontklep
Om de frontklep (12) te openen, schuift u de
uitsparing zover mogelijk naar rechts en trekt u de
frontklep vervolgens naar u toe.
5.3. Kantliniaal
Bij gebruik van de kantliniaal (16) wordt de stof
overal op dezelfde afstand van de rand afgesneden
en gestikt.
U kunt de breedte instellen door de kantliniaal
verder naar buiten te trekken of naar binnen te
duwen.
Bediening
16 van 52
5.4. Draadsnijder
Snijd de draad af met de draadsnijder (13) achter
op de naaimachine of knip hem door met een
schaar. Doe dit zo, dat er achter het oog van de
naald nog ca. 15 cm draad uitsteekt.
5.5. Vrije arm
Voor het inrijgen moet de vrije arm (18) worden
geopend.
Duw de ontgrendelingshendel (19) naar voren
en draai de vrije arm naar links.
Draad inrijgen in de grijpers
17 van 52
6. Draad inrijgen in de
grijpers
6.1. Algemene aanwijzingen
over het inrijgen
Het inrijgen gebeurt in deze volgorde:
1. STAP EEN onderste grijper lila
2. STAP TWEE bovenste grijper blauw
3. STAP DRIE rechter naald oranje
4. STAP VIER linker naald groen
Op de juiste manier inrijgen is belangrijk, omdat de
steken anders onregelmatig worden en de draad
kan breken.
Achter de frontklep (12) van het apparaat bevindt
zich een praktische handleiding voor het inrijgen.
Bovendien zijn de draadgeleiders gemarkeerd met
verschillende kleuren.
In het accessoirevak zit een pincet dat het inrijgen
gemakkelijker maakt.
Als een van de grijperdraden achteraf
nog een keer moet worden ingeregen
(bijv. wanneer de draad gebroken is),
moet u eerst de draden uit de naalden
halen om te voorkomen dat de draden
in de war komen te zitten.
Draad inrijgen in de grijpers
18 van 52
6.2. Onderste grijperdraad
inrijgen
1. Open de frontklep en de vrije arm (18).
2. Draai het handwiel (9) naar u toe tot de grijper
(29) in de beste stand staat om de draad in te
rijgen.
3. Steek de draad door het oog aan de
telescopeerbare draadboom (5) (afb. A).
4. Steek de draad nu eerst door de daarvoor
bedoelde draadgeleider (afb. B).
A
B
C
D
E
F
Draad inrijgen in de grijpers
19 van 52
5. Leid de draad tussen de twee schijven van de
draadspaninrichting (4) door (afb. C).
De draad moet precies tussen de twee
schijven van de draadspaninrichting
komen te zitten.
6. Steek de draad in de onderste draadgeleider
(27) (afb. D).
7. Ga vanaf dit punt te werk volgens het
draadgeleidingsschema in de machine (afb. E).
8. Om de draad in het achterste oog van de
grijper te kunnen steken, draait u het handwiel
zover tot het achterste gedeelte van de
grijper aan de linkerkant van het mechanisme
tevoorschijn komt (afb. F).
9. Trek het uiteinde van de draad ongeveer 10 cm
uit de grijperogen naar buiten.
Draad inrijgen in de grijpers
20 van 52
6.3. Bovenste grijperdraad
inrijgen
1. Steek de draad door het oog aan de
telescopeerbare draadboom en door de
bijbehorende draadgeleider (afb. G).
2. Steek de draad nu eerst door de daarvoor
bedoelde draadgeleider (afb. H).
3. Leid de draad tussen de twee schijven van de
draadspaninrichting (3) door (afb. I).
4. Steek de draad in de onderste draadgeleider
(afb. J).
G
H
K
L
I
J
Draad inrijgen in de grijpers
21 van 52
5. Ga vanaf dit punt te werk volgens het
draadgeleidingsschema in de machine (afb. K).
6. Om de draad in de grijper te kunnen steken,
draait u het handwiel zover tot de grijper in een
handige stand staat (afb. L).
7. Trek het uiteinde van de draad ongeveer 10 cm
uit de grijperogen naar buiten.
Draad inrijgen in de naalden
22 van 52
7. Draad inrijgen in de
naalden
1. Draai het handwiel naar u toe tot de naalden
(24) in de hoogste stand staan.
2. Steek de draad door het oog aan de
telescopeerbare draadboom (5) (afb. M).
M
N
O
P
Q
R
Draad inrijgen in de naalden
23 van 52
3. Steek de draad nu door de daarvoor bedoelde
draadgeleider (afb. N).
4. Leid de draad tussen de twee schijven van de
draadspaninrichting (1) & (2) door (afb. O).
De draad moet precies tussen de twee
schijven van de draadspaninrichting
komen te zitten.
5. Leid de draad door de met kleuren
gemarkeerde draadgeleiders (22) (afb. O & P).
6. Leid de draad zoals afgebeeld door de
draadgeleider (21) (afb. Q).
7. Leid de betreffende draad daarna zoals
afgebeeld achter de draadgeleider van de
naaldhouder langs en steek hem vervolgens
van voren naar achteren door het oog van de
betreffende naald (afb. R).
8. Trek de uiteinden van de draden ongeveer 10
cm uit de ogen van de naalden naar buiten.
9. Zet de persvoet (25) omhoog en leg de draden
eronder; laat de persvoet daarna weer zakken.
10. Sluit na het inrijgen de vrije arm en de
frontklep.
Proefdraaien
24 van 52
8. Proefdraaien
Als er voor het eerst garen wordt ingeregen of als
er na het breken van een draad tijdens het naaien
opnieuw garen moet worden ingeregen, gaat u als
volgt te werk:
Houd de uiteinden van de draden tussen de
vingertoppen van uw linkerhand, draai het
handwiel (9) langzaam twee of drie keer naar
u toe en controleer of u aan de draden kunt
trekken.
Naai nu voorzichtig een paar steken zonder
stof toe te voeren om de verstrengeling van de
draden te controleren.
Leg de stof onder de persvoet (23) om proef
te draaien, laat de persvoet zakken en begin
langzaam te naaien.
De stof wordt automatisch toegevoerd. Leid de
stof voorzichtig onder de persvoet door.
Als het werk klaar is, naait u door tot zich aan
het einde van de stof een ongeveer 5 - 6 cm
lange draadketting heeft gevormd.
Snijd de draden af met de draadsnijder (13) of
knip ze af met een schaar.
Instellen van de draadspanning
25 van 52
9. Instellen van de
draadspanning
De vereiste draadspanning is afhankelijk van de
aard en dikte van het garen en de stof.
Controleer de naden en stel de draadspanning
afhankelijk hiervan in.
Draadspanning:
Stel de draadspanningsknoppen (1) - (4) in op
een lager getal: de spanning wordt geringer
Stel de draadspanningsknoppen (1) - (4) in op
een hoger getal: de spanning wordt hoger
Juiste draadspanning
Draadspanning
verhogen
Draadspanning
verlagen
Achterkant
Onderste grijpdraad
Bovenste grijpdraad
Linker naalddraad
6 mm
Rechter naalddraad
Voorkant
26 van 52
Instellen van de draadspanning
9.1. Instellen van de draadspanning voor de draden
in de naalden
9.2. Instellen van de draadspanning voor de draden
in de grijpers
De draadspanning voor de
linker naald is te laag.
De draadspanning voor de
rechter naald is te laag.
Span de linker draad bij. Span de rechter draad bij.
Achterkant
Voorkant
Achterkant
Voorkant
Achterkant
Voorkant
Achterkant
Voorkant
De onderste grijperdraad zit
te strak en/of de bovenste
grijperdraad zit te los.
Verminder de spanning van
de onderste grijperdraad
en/of span de bovenste
grijperdrader bij.
De bovenste grijperdraad
zit te strak en/of de onders-
te grijperdraad zit te los.
Verminder de spanning van
de bovenste grijperdraad
en/of span de onderste
grijperdrader bij.
27 van 52
Overzicht van de machine-instellingen
10. Overzicht van de machine-instellingen
De beste instelling van de draadspanning voor de ene stof hoeft niet altijd goed te
zijn voor een andere stof.
De vereiste draadspanning is afhankelijk van de stijfheid en dikte van de stof en van
de aard en dikte van het garen.
De onderstaande tabel kan u helpen om te bepalen wat de juiste draadspanning is:
Stoffen Garen Naalden Steeklengte
Draad-
spanning
Licht katoen &
linnen:
organdie,
batist,
gingham
katoen
nr. 100
voor naaiwerk
in het
algemeen:
type:
130/705 H
nr. 90
voor lichte
stoffen:
type:
130/705 H
nr. 75
2,0 - 3,5 mm
standaard: 2,5
mm
A: 2 - 4
B: 2 - 4
C: 2 - 4
D: 2 - 4
Zwaar katoen
& linnen:
oxford, jeans,
katoenen
gabardine
katoen
nr. 60
polyester
nr. 50 - 60
2,5 - 4,0 mm
standaard: 3,0
mm
A: 5 - 7
B: 5 - 7
C: 3 - 5
D: 3 - 5
Lichte wol:
kamgaren,
wol, popeline
katoen
nr. 60
polyester
nr. 80
2,0 - 3,5 mm
standaard: 2,5
mm
A: 2 - 4
B: 2 - 4
C: 2 - 4
D: 2 - 4
Serge, flanel,
gabardine
katoen
nr. 60
polyester
nr. 60 - 80
2,0 - 3,5 mm
standaard: 2,5
mm
A: 3 - 5
B: 3 - 5
C: 3 - 5
D: 3 - 5
Zware wol:
velours,
mohair,
astrakan
katoen
nr. 60
polyester
nr. 50 - 60
voor naaiwerk
in het
algemeen:
type:
130/705 H
nr. 90
voor lichte
stoffen:
type:
130/705 H
nr. 75
2,5 - 4,0 mm
standaard: 3,0
mm
A: 5 - 7
B: 5 - 7
C: 3 - 5
D: 3 - 5
Lichte
synthetische
stoffen:
crêpe de
Chine, voile,
georgette,
satijn
katoen
nr. 80 - 120
polyester
nr. 80 - 100
2,0 - 3,5 mm
standaard: 2,5
mm
A: 2 - 4
B: 2 - 4
C: 2 - 4
D: 2 - 4
28 van 52
Overzicht van de machine-instellingen
Stoffen Garen Naalden Steeklengte
Draad-
spanning
Zware
synthetische
stoffen:
taft, twill,
jeans
katoen
nr. 60
polyester
nr. 60
voor naaiwerk
in het
algemeen:
type:
130/705 H
nr. 90
voor lichte
stoffen:
type:
130/705 H
nr. 75
2,5 - 4,0 mm
standaard: 3,0
mm
A: 5 - 7
B: 5 - 7
C: 3 - 5
D: 3 - 5
Tricot
katoen
nr. 60 - 80
polyester
nr. 60 - 80
2,0 - 3,5 mm
standaard: 2,5
mm
A: 3 - 5
B: 3 - 5
C: 3 - 5
D: 3 - 5
Jersey
katoen
nr. 60
polyester
nr. 50 - 60
2,0 - 3,5 mm
standaard: 2,5
mm
A: 3 - 5
B: 3 - 5
C: 3 - 5
D: 3 - 5
Wollen stof
getextureerd
multifilament-
garen
polyester
nr. 50 - 60
2,0 - 3,5 mm
standaard: 2,5
mm
A: 3 - 5
B: 3 - 5
C: 3 - 5
D: 3 - 5
Van garen wisselen
29 van 52
11. Van garen wisselen
De onderstaande werkwijze maakt het heel
eenvoudig om van garen te wisselen. Het is hierbij
niet nodig het garen helemaal opnieuw in te
rijgen:
Snijd of knip het garen boven de spindel af en
knoop de uiteinden van de oude en de nieuwe
draad zoals in de afbeelding aangegeven met
een zeemansknoop aan elkaar.
Til de persvoet (23) op.
Zet de naaldstang in de laagst mogelijke stand
door het handwiel (9) naar u toe te draaien.
Trek voorzichtig aan het uiteinde van de draad
tot de verbindingsknoop het oog van de naald
en de grijperogen is gepasseerd.
12. Handvat
Aan het handvat aan de achterkant van het
apparaat kunt u de machine gemakkelijk
vervoeren.
Instellen van de steeklengte
30 van 52
13. Instellen van de
steeklengte
Draai aan de steeklengteregelaar (7) totdat de
gewenste lengte wordt aangegeven. Hoe hoger
het getal, hoe langer de steek.
De steeklengte kan worden ingesteld van 1 tot 5
mm.
Bijna alle overlock-werkzaamheden worden
uitgevoerd met een steeklengte van 2,5 tot 3,5
mm.
13.1. Instellen van de
steeklengte
Steken Steeklengte
Normale naden
2,0 - 4,5 mm
(standaardinstelling:
3,0 mm)
Smalle zomen 1,0 - 2,0 mm
Open zomen 1,0 - 2,0 mm
Kantwerk 3,0 - 4,0 mm
14. Instellen van de
snijbreedte
De meest geschikte snijbreedte is van stof tot
stof verschillend. Controleer de naden en stel de
snijbreedte als volgt in:
Draai de instelknop voor de snijbreedte (17) in
de gewenste stand.
Steekleng-
tewiel
6
Instelwiel voor de
snijbreedte
Instellen van de snijbreedte
31 van 52
14.1. De juiste snijbreedte
14.2. Kleinere snijbreedte
instellen
Kies een kleinere snijbreedte, als de randen van de
stof tijdens het naaien gaan rimpelen.
Draai de instelknop voor de snijbreedte
hiervoor met de klok mee.
14.3. Grotere snijbreedte
instellen
Kies een grotere snijbreedte, als het garen over de
rand van de stof heen wordt genaaid.
Draai de instelknop voor de snijbreedte
hiervoor tegen de klok in.
Voorkant
Garen plooit
de stofrand
Voorkant
Steekbreedte
Voorkant
Garen wordt voor de
stofrand heen genaaid
Messen vervangen
33 van 52
16. Messen vervangen
Schakel de machine uit en haal de netstekker
uit het stopcontact, voordat u de messen gaat
vervangen.
Het onderste mes is gemaakt van speciaal
materiaal en hoeft niet vervangen te worden.
Zo vervangt u het bovenste mes, als het bot is:
1. Draai het handwiel (9) naar u toe tot het
bovenste mes (32) in de laagste stand staat.
2. Open de frontklep (12) en de vrije arm (18).
3. Duw aan de bovenkant van het mes het
mechanisme nu helemaal omlaag, zodat het
in een vaste stand voor het bepalen van de
afstand komt te staan.
4. Draai de bout van de messenhouder (30) met
de schroefsleutel uit het accessoirevak los en
verwijder het bovenste mes.
5. Plaats een nieuw mes en draai de bout van de
messenhouder licht aan.
Messen vervangen
34 van 52
6. Stel het bovenste mes nu zo in, dat de snijkant
de afdekking van de snijkant van het onderste
mes 0,5 - 1,0 mm overlapt (zie de afbeelding).
Sluit de vrije arm, voordat u de maat gaat
controleren, en open hem weer om de waarde
goed te kunnen aflezen.
7. Draai vervolgens de bout van de houder van
het bovenste mes goed vast en sluit de vrije
arm en de frontklep.
0,5 mm
Schroeve
Bovenste mesje
Messen vervangen
35 van 52
16.1. Buiten gebruik stellen van
het bovenste mes
Als u wilt naaien zonder hierbij tegelijkertijd de
randen af te snijden, kunt u het bovenste mes
buiten gebruik stellen.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Als de rand van de stof te breed is,
kunnen de bovenste grijper en de
naald beschadigd raken.
Controleer of de rand van de stof
niet breder is dan de ingestelde
naadbreedte.
1. Schakel de machine uit en haal de netstekker
uit het stopcontact.
2. Open de frontklep (12) en de vrije arm (18).
3. Houd de vrije arm met één hand vast en duw
de draaiknop van de messenhouder (30) naar
links.
4. Draai de messenhouder nu naar voren tot het
mes 180° is gedraaid (zie de afbeelding).
Meshouder
Instellen op het gebruik van twee draden
36 van 52
17. Instellen op het gebruik
van twee draden
U kunt de machine ook gebruiken als een
tweedraadsmachine. Gebruik in dit geval de
converter voor het werken met twee draden en
alleen de linker naald.
1. Schakel de machine uit en haal de netstekker
uit het stopcontact.
2. Open de frontklep (12) en de vrije arm (18).
3. Verwijder de rechter naald en de draden voor
deze naald en de bovenste grijper (zie ook “15.
Naalden vervangen” op blz. 32).
4. Haal de converter voor het werken met twee
draden uit het accessoirevak (28) achter de
frontklep.
5. Bevestig de converter voor het werken met
twee draden in de bovenste grijper (26) (zie
afbeelding 1).
6. Steek het nokje aan de achterkant van de
converter in de opening in de bovenste grijper
(zie afbeelding 1, punt A).
7. Steek het nokje aan de voorkant van de
converter in het oog van de bovenste grijper
(zie afbeelding 1, punt B).
8. De converter hoort nu direct tegen de bovenste
grijper aan te zitten (zie afbeelding 2).
1
2
A
B
Met smalle en brede steken locken met drie draden
37 van 52
18. Met smalle en brede
steken locken met drie
draden
Deze machine kan bij het locken worden omgezet
van het werken van vier op het werken met drie
draden.
Verwijder de rechter of de linker naald en de
bijbehorende draad (zie ook “15. Naalden
vervangen” op blz. 32).
De machine is nu gereed om te locken met drie
draden.
Bij gebruik van alleen de rechter naald is de
steekbreedte 4 mm.
Achterkant
4 mm
Voorkant
Met smalle en brede steken locken met drie draden
38 van 52
Bij gebruik van alleen de linker naald is de
steekbreedte 6 mm.
Achterkant
6 mm
Voorkant
Met smalle en brede steken locken met drie draden
39 van 52
18.1. Rolzoomhulp
Bij het naaien van lichte stoffen met drie draden
is het mogelijk dat er lussen in de naden komen.
Vervang in dit geval de rolzoomhulp.
Schakel de machine uit en haal de netstekker
uit het stopcontact.
Open de frontklep (12) en de vrije arm (18).
Maak de rolzoomhulp A met behulp van de
meegeleverde schroevendraaier los en trek
hem uit de machine.
Haal de tweede rolzoomhulp B uit het
accessoirevak achter de frontklep.
Duw de rolzoomhulp tot de aanslag naar
binnen.
Open zoom, smalle randen en picotranden
40 van 52
19. Open zoom, smalle
randen en picotranden
Voor dunne stoffen zoals crêpe de Chine,
georgette en zijde zijn open zomen, smalle randen
of picotranden geschikt om een mooie naad te
maken.
Vanwege het fijne karakter van deze zomen zijn
dergelijke naden niet geschikt voor vaste of zware
stoffen.
Ga als volgt te werk om de machine in te stellen:
Til de persvoet (23) op.
Open de frontklep (12) en de vrije arm (18).
Verwijder de rolzoomhulp (zie “18.1.
Rolzoomhulp op blz. 39).
Verwijder de linker naald en de bijbehorende
draad.
Stel de machine in volgens de tabel.
Stel zo nodig de steeklengte en
snijbreedte in.
Rand Draadspanning Steeklengte Snijbreedte
Open zoom
naald: 4
bovenste grijper:
4
onderste grijper: 4
R 4 - 6
Smalle rand
naald: 4
bovenste grijper:
4
onderste grijper: 0
2 - 2,5 4
Picotrand
naald: 4
bovenste grijper:
4
onderste grijper: 4
P: 4 - 6
Differentieel transport
41 van 52
20. Diff erentieel transport
Door het differentieel transport wordt het
lubberen van naden in gebreide stoffen en het
verschuiven van lagen stof voorkomen. Ook gaan
naden in zeer lichte stoffen niet rimpelen.
20.1. Werking
Voor het transport heeft de machine twee sets
tandstangen, één voor (A) en één achter (B). Deze
beide sets bewegen onafhankelijk van elkaar.
Door het transport van de stof naar voren kunnen
de beide tandstangensets met verschillende
snelheden bewegen.
Instelgebied voor het transport van de stof naar
voren: 0,7 (negatief transport) tot 2,0 (positief
transport).
Differentieel transport
42 van 52
20.2. Positief diff erentieel
transport
Bij een positief differentieel transport maakt
de voorste transporteur (A) een grotere
transportbeweging dan de achterste transporteur
(B). Daardoor wordt de stof onder de persvoet
opgehoopt", waardoor golven van de stof wordt
tegengegaan.
20.3. Negatief diff erentieel
transport
Bij een negatief differentieel transport maakt
de voorste transporteur (A) een kleinere
transportbeweging dan de achterste transporteur
(B). Daardoor wordt de stof onder de persvoet
uitgerekt, waardoor ongewenst rimpelen van de
stof wordt tegengegaan.
Differentieel transport
43 van 52
20.4. Instellen van het
diff erentieel transport
U kunt het differentieel transport instellen door
aan de differentieeltransportregelaar (8) te draaien.
Het transport van de stof kan ook tijdens het
naaien worden ingesteld.
Regelaar voor
het differentieel
transport
Kies een instelling met behulp van de
onderstaande tabel:
Toepassing Transportwijze Instelling
Niet-
lubberende
zomen,
gewenst
rimpelen
positief
differentieel
transport
1 - 2
Geen
differentieel
transport
neutraal
transport
1
Gladde
zomen
negatief
differentieel
transport
0,7 - 1
Persvoetdruk instellen
44 van 52
21. Persvoetdruk instellen
De persvoetdruk is bij aflevering correct ingesteld
voor al het gebruikelijke naaiwerk en hoeft niet
bijgesteld te worden.
Mocht het toch een keer nodig zijn om de
persvoetdruk aan te passen, dan kunt u dit doen
met de regelaar voor de persvoetdruk aan de
achterkant van de frontklep.
Zet de regelaar (23) op een hoger getal om de
druk te verhogen en zet hem op een lager getal
om de druk te verminderen.
hogere
druk
lagere
druk
Naaien met meeloopgaren
45 van 52
22. Naaien met
meeloopgaren
Naden met meeloopgaren worden toegepast om
bij het stikken van gebreide stoffen de schouder-,
mouw- en zijnaden te versterken.
Ook is het bijzonder decoratief om breigaren in
een contrasterende kleur te gebruiken en het
zelfgemaakte kledingstuk zo nog mooier te maken.
De machine heeft een persvoet waarmee het
koord of meeloopgaren links of rechts van de
veiligheidsnaad kan worden toegevoerd.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Leg het "vulkoord", bijv. haakgaren, koord, wol,
breigaren of plooiband achter de spoelnaalden
(6).
2. Steek de draad door het oog aan de
telescopeerbare draadboom (5).
3. Haal het meeloopgaren door de draadgeleiders
(21) en daarna door de draadgeleider van de
linker naald.
4. Haal het meeloopgaren door de voorste
of achterste opening van de persvoet (25)
(afhankelijk van wat u aan het naaien bent) en
leid het onder de persvoet door naar achteren.
5. Leg de stof zoals gebruikelijk onder de
machine. Naai langzaam en controleer of
het meeloopgaren goed wordt toegevoerd.
Verhoog de naaisnelheid vervolgens.
6. Om schoudernaden dicht te naaien of mouwen
aan te zetten, haalt u het meeloopgaren door
de voorste opening.
Controleer hierbij of het garen bij het
doorvoeren door de voorste opening wordt
gefixeerd tussen de draad in de rechter naald
en de draad in de linker naald.
7. Om zijnaden te sluiten, haalt u het
meeloopgaren door de achterste opening en
controleert u of het rechts van de draad in de
naald is gepositioneerd.
Voor decoratieve effecten gebruikt u garen in een
contrasterende kleur, dat u door de voorste of
achterste opening haalt.
46 van 52
Probleemoplossing
23. Probleemoplossing
Lees de onderstaande tekst door, voordat u de klantenservice belt.
Probleem Oorzaak Oplossing Blz.
Naalden breken
Naalden zijn verbogen, bot
of hebben een beschadigde
punt
Vervang de naalden
door nieuwe
32
Naalden zijn niet goed
ingezet
Breng de naalden op
de juiste manier aan
in de houder
32
U hebt te hard aan de stof
getrokken
Laat de stof
voorzichtig door uw
handen glijden
Draad breekt af
Garen is niet goed
ingeregen
Rijg het garen op de
juiste manier in
17
Draadspanning te hoog
Stel de draadspanning
bij
25
Naalden zijn niet goed
ingezet
Breng de naalden op
de juiste manier aan
in de houder
32
Er worden
steken
overgeslagen
Naalden zijn verbogen, bot
of hebben een beschadigde
punt
Vervang de naalden
door nieuwe
32
Naalden zijn niet goed
ingezet
Breng de naalden op
de juiste manier aan
in de houder
32
Er worden
steken
overgeslagen
Garen is niet goed
ingeregen
Rijg het garen
opnieuw in
17
Verkeerde naalden gebruikt
Gebruik naalden van
het juiste type (type
130/705H)
32
Steken zijn
onregelmatig
Draadspanning is niet goed
Stel de draadspanning
bij
25
Draad zit vast
Controleer de loop
van de afzonderlijke
draden
17
47 van 52
Opbergen
Probleem Oorzaak Oplossing Blz.
Naden zijn
gerimpeld
Draadspanning te hoog
Stel de draadspanning
bij
25
Garen is niet goed
ingeregen
Rijg het garen op de
juiste manier in
17
Garen zit vast
Controleer de loop
van de afzonderlijke
draden
17
Stoftransport niet ingesteld
Stel het stoftransport
in op 0,7
43
Stof wordt
niet netjes
afgesneden
Bovenste mes is bot of
verkeerd ingezet
Vervang het mes of
zet het op de juiste
manier in
33
Rand van de stof
rimpelt
Te veel stof per steek
Verander de
snijbreedte
30
Verlichting doet
het niet
Led defect
Neem contact op met
onze klantenservice
24. Opbergen
Berg uw naaimachine op een droge plaats op, zodat zich geen roest kan vormen op
de metalen onderdelen.
Gebruik altijd de meegeleverde afdekkap, zodat er geen stof in de naaimachine kan
binnendringen.
25. Reinigen en smeren
Om er zeker van te kunnen zijn dat uw machine goed functioneert, moet u het
mechanisme af en toe met de kwast uit het accessoirevak schoonmaken en op
bepaalde punten smeren.
Gebruik voor het smeren van deze naaimachine
uitsluitend hoogwaardige naaimachineolie. U kunt
deze kopen bij de vakhandel.
Gebruik voor het reinigen van de buitenkant alleen een droge, zachte doek. Gebruik
geen chemische oplos- en reinigingsmiddelen, omdat deze het oppervlak en/of de
opschriften van het apparaat kunnen beschadigen.
Deze machine heeft maar heel weinig olie nodig, omdat de hoofdcomponenten
van speciaal materiaal zijn gemaakt.
48 van 52
Reinigen en smeren
1. Koppel de machine los van het elektriciteitsnet, voordat u hem opent.
2. Open de frontklep (12) en de vrije arm (18). Verwijder het stof en de pluizen die
zich hier hebben verzameld, met de meegeleverde stofkwast.
3. Doe een paar druppels olie op de gemarkeerde plaatsen.
Gebruik uitsluitend kwalitatief hoogwaardige naaimachineolie.
4. Sluit de vrije arm en de frontklep.
5. Neem nu een proeflapje en test hiermee uit of de machine goed functioneert.
De overtollige olie wordt direct verwijderd zonder dat deze vlekken veroorzaakt
in uw eigenlijke naaiwerk.
spaarzaam
smeren met
oile
Vezels en stof
verwijderen
Afvalverwerking
49 van 52
26. Afvalverwerking
VERPAKKING
Uw overlockmachine zit ter bescherming tegen
transportschade in een verpakking. Verpakkingen
zijn onbewerkte materialen en kunnen
worden hergebruikt of teruggebracht in de
grondstoffenkringloop.
APPARAAT
Afgedankte apparaten mogen niet bij het normale
huisvuil worden gedaan.
Volgens richtlijn 2012/19/EU moet het apparaat
aan het einde van zijn levensduur op een passende
manier worden afgevoerd.
Hierbij worden voor hergebruik geschikte stoffen
in het apparaat gerecycled, zodat belasting van het
milieu wordt voorkomen.
Geef het afgedankte apparaat af bij een
inzamelpunt voor afgedankte elektrische
apparaten of bij een afvalsorteercentrum.
Neem voor meer informatie contact op met de
milieudienst bij u ter plaatse of met uw gemeente.
50 van 52
Technische gegevens
27. Technische gegevens
Spanning AC 220 - 240 V ~ 50 Hz
Opgenomen vermogen totaal vermogen: 100 W
motor: 90 W
lamp: 1 W
(led)
Voetpedaal type: HK72C
nominale spanning: 220-240 V ~ 50 Hz
Veiligheidsklasse II
Aantal draden 4 of 3
Aantal naalden 2 of 1
Naaisnelheid tot 1300 rpm
Steekbreedte 7 mm bij 4 draden
7 mm of 4 mm bij 3 draden
Steeklengte 1,0 - 5 mm
Hoogte van de persvoet 5 mm
Naald 130/705H nr. 75 - 90
Afmetingen ca. 320 mm x 310 mm x 280 mm (b x h x d)
Gewicht ca. 8,4 kg
51 van 52
Service-informatie
28. Service-informatie
Wanneer uw apparaat niet zoals gewenst of verwacht functioneert, neem dan
contact op met onze klantenservice. U heeft verschillende mogelijkheden, om met
ons contact op te nemen:
In onze Service Community vindt u andere gebruikers en onze medewerkers en
daar kunt u uw ervaringen uitwisselen en uw kennis delen.
U vindt onze Service Community onder http://community.medion.com.
U kunt natuurlijk ook ons contactformulier gebruiken onder
www.medion.com/contact.
En bovendien staat ons serviceteam ook via de hotline of per post ter
beschikking.
Openingstijden Service Hotline
Ma - vr: 07:00 - 23:00
Za / zo: 10:00 - 18:00
0900 - 2352534
Serviceadres
MEDION B.V.
John F.Kennedylaan 16a
5981 XC Panningen
Nederland
Deze en vele andere gebruiksaanwijzingen staan ter beschikking
om te downloaden via het serviceportaal
www.medion.com/nl/service/start/.
Daar vindt u ook drivers en andere software voor verschillende
apparaten.
Ook kunt u de QR-code hiernaast scannen en de
gebruiksaanwijzing via het serviceportaal downloaden op uw
mobiele eindapparaat.
52 van 52
Colofon
29. Colofon
Copyright © 2018
Stand: 11. juli 2018
Alle rechten voorbehouden.
Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechtelijk beschermd.
Verveelvoudiging in mechanische, elektronische of welke andere vorm dan ook
zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant is verboden.
Het copyright berust bij de firma:
MEDION AG
Am Zehnthof 77
45307 Essen
Duitsland
Houd er rekening mee dat het bovenstaande adres geen retouradres is. Neem eerst
contact op met onze klantenservice.
© Copyright
Nadruk of vermenigvuldiging (ook gedeeltelijk)
uitsluitend met toestemming van:
MEDION AG
Am Zehnthof 77
D-45307 Essen
Duitsland
W 51/18
Dit drukwerk, inclusief alle onderdelen, is au-
teursrechtelijk beschermd.
Elke verwerking buiten de nauwe grenzen van
het auteursrecht zonder toestemming van Me-
dion AG is niet toegestaan en strafbaar.
Dit geldt met name voor reproductie, vertaling,
vastlegging op microfi lm en opslag en verwer-
king in elektronische systemen.
MEDION B.V.
John F. Kennedylaan 16a
5981 XC Panningen
KLANTENSERVICE
0900 - 23 52 534
www.medion.nl
1 € per gesprek
11


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules
1

Forum

quigg-md-18030
  • Please can I get the manual in English? I just purchased the machine and I don't understand dutch Submitted on 20-3-2021 at 12:23

    Reply Report abuse


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Quigg MD 18030 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Quigg MD 18030 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,33 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info