Afbeelding 4.
1. Insteldraaiknop
2. Aanwijzing van de instelinrichting
3. Draairichting van het wiel naar voor
Remmenafstelling ( instelling van de speling van de remmenterugloop ) :
Een remmenafstelling gebeurt na de remkabelafstelling. De caravan omhoog krikken, zodat het
wiel het wegdek niet raakt. De remmen ontluchten. De draaiknop (1) (afb.4) tot tegen de
vergrendeling van de remtrommel. De draaiknop (1) terugdraaien zodanig dat de trommel vrij
naar voor kan draaien.
Remstoring en hun oplossing :
De caravan remt niet of te zwak :
1. Remmen of remstang instellen
2. Remschoenen controleren en eventueel vervangen door nieuwe
3. De met vet bevuilde tabs zorgvuldig reinigen, desnoods vervangen
4. Verwijder al het vuil, bv. stof
5. De werking van de oploopinrichting (afb.2) op juistheid controleren. Het glijden
van de tubes en andere eventuele bewegende delen controleren en smeren
indien nodig
De caravan remt bij snelheidsverandering :
1. De versleten of beschadigde schokdemper in het oploopsysteem vervangen
Bij het remmen remt het rechtse wiel anders dan het linkse wiel :
1. De remkabels afstellen
2. De toestand van de remschoenen controleren en eventueel smeren of vervangen
3. Het loodrecht staan van het profiel ten opzichte van de kabels controleren en
eventueel corrigeren
4. De toestand van de remschoenen en de trommels controleren en eventueel
vervangen
De caravan remt al stotend :
1. De remmenterugloop en kabelset afstellen
2. De juistheid van de werking van de regelinrichting controleren, het in- en
uitschuiven van de glijdelen en de andere bewegende deken eventueel smeren
3. De toestand van de stootdemper in het oploopsysteem controleren en eventueel
vervangen
Verhitting van de remmen :
1. Remmen afstellen
2. De toestand van de remschoenen controleren, eventueel smeren of vervangen
3. Alle delen in de remtrommel controleren en eventueel de roest verwijderen
De caravan remt bij het achteruit rijden :
1. De terugloophendel en zijn soepelheid controleren, eventueel reinigen en het
geheel smeren