5. Aanbevelingen voor het wegrijden en enkele nota's voor de gebruiker.
Voor het wegrijden zal men :
– de kleine voorwerpen vastmaken om verschuiven te vermijden
– de deurtjes van alle meubels en kasten sluiten
– de tafels in slaapstand laten liggen
– de afsluiting van het dakvenster controleren en indien nodig vastzetten
– de hangmat afnemen, opvouwen en in de bank leggen
– alle te openen vensters sluiten en met de sluitklemmen vergrendelen
– de gastoevoer afsluiten, de afsluitkraan aan de gasfles dicht draaien
– de disselbak afsluiten
– de uitdraaibare steunen omhoog draaien
– de caravan aan de wagen koppelen en met de zekerheidskabel verzekeren
– de installatiestekker 12 V aan de overeenstemmende stekkerdoos bevestigen
– controleren of de lichten in de caravan uitgeschakeld zijn
– de werking van de buitenverlichting van de caravan controleren
– de bandenspanning controleren
– het neuswiel maximaal omhoog draaien en eventueel afnemen
Daarbij zal men nog de volgende aanbevelingen en aanwijzigingen volgen :
– kleding en beddengoed zullen tijdens de reis in beschermhoezen opgeslagen worden, zodat ze niet
kunnen beschadigd worden
– alvorens men op reis gaat, zal men de watertank volledig ledigen om extra gewicht te vermijden
– bij het stoppen op een hellend terrein zal men de houten kallen onder de wielen leggen
– handrem gebruiken bij staan op hellend terrein ( aantrekken tot de aanslag )
– rekening houden met het feit dat de remweg van caravan + wagen 20 % meer is dan de wagen alleen
– afhankelijk van het wagentype en de rijsnelheid zal het brandstofverbruik 20 tot 50 % hoger liggen
– de nodige snelheidsreserve behouden omdat de snelheid van de caravan kan stijgen bij zijslip
– bij sterke wind het dakvenster niet gebruiken
– bij nat wegdek en het afdalen en oprijden van een helling, zeer voorzichtig rijden
6. Onderhoud en gebruik van het onderstel.
Na een rit van 50 km en daarna 1x per jaar (of voor aanvang van een lange reis) controleren, of de
schroefverbindingen niet gelost zijn, en vooral zeker de schroefverbindingen van de opbouw en het
chassis, het loopwerk, de hoofdremmen, het frame,... en eventueel vast draaien.
Daarnaast zullen elke 6 maanden volgende activiteiten uitgevoerd worden :
– het koppelingshuis met smeervet voorzien via de 2 in het huis geplaatste smeernippels,
– alle beweegbare delen van het koppelingshuis van olie voorzien
Bij elke 10.000 km zal men :
– het smeervet vervangen en de speling op de wielnaven opnieuw instellen
– de slijtage ban de remschoenvoering controleren en eventueel de voering zelf en indien nodig de
volledige remschoenvoering vervangen, hetzelfde geldt ook voor de remschoenen
– de onderdelen van de insteldraaiknop van de terugloopinstelling reinigen en eventueel smeren
– de algemene werking van de remmen controleren
– de remkabels smeren
Op alle geverfde delen kunnen roestsporen voorkomen. Deze delen reinigen, met grondverf bestrijken
en dan 2 lagen dekverf aanbrengen. Eventuele beschadigingen van het zinkbeslag zullen ook op deze
wijze hersteld worden.
7. Onderhoud en kleine reparaties.
Na de eerste 50 km, later en na elk afgesloten seizoen zullen de bouten, moeren, schroeven zonder kop
en splitpennen gecontroleerd en eventueel aangedraaid worden.
Elke 2.500 km, tenminste telkens om de 6 maanden, zullen volgende activiteiten uitgevoerd worden :
– het koppelingshuis met smeervet voorzien via de 2 in het stootdemperhuis voorziene smeernippels
– assen van het handremsysteem van olie voorzien