In de pauzemodus kunt u:
•
Continue (Doorgaan): Verder gaan met de trainingsregistratie.
•
Exit (Stoppen): Trainingsregistratie stoppen (of druk op STOP).
•
Summary (Overzicht): Een overzicht van de training tot dusver bekijken. De volgende
overzichtsgegevens worden getoond: Calorieën, afstand*, trainingsduur, maximale hartslag,
minimum hartslag, gemiddelde hartslag, maximale snelheid/tempo* en gemiddelde
snelheid/tempo*.
•
Settings (Instellingen): U kunt dezelfde instellingen wijzigen in de pauzemodus als tijdens het
trainen, behalve displaypersonalisatie, wat alleen in pauzemodus kan worden gedaan met de
running computer.
•
Reset: Geregistreerde trainingsgegevens verwijderen. Bevestig met OK en druk nogmaals op OK om
de registratie opnieuw te starten.
•
Free mode (Vrije modus): Wijzig het trainingsprofiel naar het vrije trainingstype. Hierdoor wordt niet de
uitgevoerde training verwijdert, maar zet u de training voort zonder instellingen. Als u naar de vrije
modus overschakelt, kunt u de oorspronkelijke training opnieuw starten door de training nogmaals
te pauzeren en vervolgens Restart P1 (P1 herstarten) te kiezen.
*Optionele S1™ loopsnelheid en afstandsensor vereist.
Uw OwnZone bepalen
Zie OwnZone-training voor achtergrondinformatie over Polar OwnZone®.
Bepaal in 1-5 minuten uw OwnZone tijdens een warming-up door te wandelen en joggen. De bedoeling
is dat u langzaam begint met lage intensiteit en daarna langzaam de intensiteit verhoogt door de
hartslag toe te laten nemen.
Uw OwnZone moet in de volgende gevallen opnieuw worden bepaald:
•
Wanneer u wisselt van trainingsomgeving of -functie.
•
Wanneer u weer begint met trainen nadat u meer dan een week niets heeft gedaan.
•
Wanneer u niet 100 procent zeker bent van uw lichamelijke of geestelijke conditie, bijvoorbeeld
wanneer u nog niet bent hersteld van de vorige training, of u zich niet lekker of gestresst voelt.
•
Na het wijzigen van uw gebruikersinstellingen.
Voordat u uw OwnZone gaat bepalen, moet u er eerst voor zorgen dat:
•
Uw gebruikersinstellingen juist zijn.
•
U de OwnZone-training kiest. Telkens wanneer u de OwnZone-training start, bepaalt de running
computer automatisch uw OwnZone.
1. Draag de borstband en loopsnelheid en afstandsensor* volgens de instructies. Begin de meting
door tweemaal op OK te drukken.
2. Wanneer de training begint, wordt OZ weergegeven en begint de OwnZone-bepaling.
Dit verloopt in vijf fasen. Na elke fase hoort u een piep (als het geluid is ingeschakeld) die het einde
van de fase aangeeft.
OZ > Wandel een minuut in een rustig tempo. Houd uw hartslag onder 100 hsm / 50% HF
max
tijdens
deze eerste fase.
OZ >> Wandel een minuut in een normaal tempo. Verhoog langzaam uw hartslag met ongeveer 10-20
hsm / 5% HF
max
weet.
OZ >>> Wandel een minuut in een vlot tempo. Verhoog uw hartslag met ongeveer 10-20 hsm / 5%
HFmaxweet.
OZ >>>> Jog een minuut in een rustig tempo. Verhoog uw hartslag met ongeveer 10-20 hsm / 5%
HFmaxweet.
OZ >>>>> Jog of ren een minuut in een vlot tempo. Verhoog uw hartslag met ongeveer 10 hsm// 5 %
HF
max
weet.
3. Op een bepaald punt tijdens de sessie hoort u twee opeenvolgende piepen. Dit betekent dat uw
OwnZone is bepaald.
4. Als de bepaling succesvol is afgerond, worden OwnZone Updated (OwnZone bijgewerkt) en de zone
Product name Manual name 16