631188
18
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/48
Next page
Gebruikershandleiding
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28 en UL1594.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften
in acht nemen, inclusief het volgende:
Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar de in-
structies op een geschikte plaats, dicht bij de naaimachine. Lever de instructies bij de naaimachine
als deze van eigenaar verwisselt.
GEVAAR - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN EEN ELEKTRISCHE
SCHOK:
Naaimachines mogen nooit onbewaakt blijven wanneer de stekker in het stopcontact zit. Haal
de stekker van deze naaimachine altijd meteen uit het stopcontact na het gebruik en voordat u
de machine gaat reinigen, afdekpanelen ervan verwijdert, voordat u de machine smeert of wan-
neer u andere onderhoudswerkzaamheden uitvoert die in de gebruiksaanwijzing staan.
WAARSCHUWING - U BEPERKT ALS VOLGT HET RISICO VAN BRAND-
WONDEN, BRAND, EEN ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL:
Laat kinderen niet spelen met de naaimachine. Let goed op wanneer deze naaimachine wordt
gebruikt door of in de buurt van kinderen.
Gebruik de naaimachine alleen voor de werkzaamheden waarvoor deze bedoeld is, zoals be-
schreven in deze handleiding. Gebruik alleen hulpstukken die door de producent zijn aanbevo-
len, zoals in deze handleiding wordt beschreven.
Gebruik deze naaimachine nooit wanneer het netsnoer of de stekker beschadigd is, als de
naaimachine niet goed werkt, als de naaimachine gevallen of beschadigd is of in het water heeft
gelegen. Breng de naaimachine in dat geval naar de dichtstbijzijnde bevoegde dealer of een on-
derhoudscentrum voor onderzoek, reparatie en elektrische of mechanische bijstelling.
Gebruik de naaimachine nooit wanneer de ventilatieopeningen geblokkeerd zijn. Houd de
ventilatieopeningen van de naaimachine en het voetpedaal vrij van opgehoopt stof, pluisjes en
loshangende lappen stof.
Houd uw vingers uit de buurt van alle bewegende delen. Wees vooral voorzichtig in de buurt
van de naaimachinenaald.
Gebruik altijd de juiste steekplaat. Wanneer u de verkeerde steekplaat gebruikt, kan de naald
breken.
Gebruik geen gebogen naalden.
Trek of duw tijdens het naaien niet aan de stof. Hierdoor kunt u namelijk de naald buigen, waar-
door deze kan breken.
Draag een veiligheidsbril.
Schakel de naaimachine uit (“0”) wanneer u iets wilt veranderen in de omgeving van de naald,
zoals een draad door de naald halen, een andere naald plaatsen, de spoel plaatsen, een andere
naaivoet plaatsen en dergelijke.
Laat geen voorwerpen in een opening vallen en steek geen voorwerpen in openingen van de
naaimachine.
Gebruik de naaimachine niet buiten.
Gebruik de naaimachine niet in een omgeving waar spuitbussen worden gebruikt of waar zu-
urstof wordt toegediend.
Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u eerst alle knoppen uitschakelen (“0”).
Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact. Pak de stekker vast, niet het snoer.
Het voetpedaal wordt gebruikt om de naaimachine te bedienen. Plaats geen andere voorwerpen
op het voetpedaal.
Gebruik de machine niet als hij nat is.
Als het LED-lampje beschadigd of kapot is, moet het worden vervangen door de fabrikant of
GLHQVVHUYLFHDJHQWRIHHQSHUVRRQPHWGH]HOIGHNZDOLÀFDWLHVRPJHYDDUWHYRRUNRPHQ
Als het snoer van het voetpedaal is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant
RIGLHQVVHUYLFHDJHQWRIHHQSHUVRRQPHWGH]HOIGHNZDOLÀFDWLHVRPJHYDDUWHYRRUNRPHQ
Deze naaimachine heeft dubbele isolatie. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Raadpleeg
de instructies voor het repareren van dubbel geïsoleerde apparaten.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
ALLEEN VOOR EUROPA:
Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde
fysieke, sensorische of mentale capaciteiten of met een gebrek aan ervaring en kennis als ze super-
visie of instructies hebben gekregen om het apparaat op een veilige manier te kunnen gebruiken
en als ze begrijpen welke gevaren eraan verbonden zijn. Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet zonder supervisie door kinderen worden
uitgevoerd.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het geluidsniveau minder dan 75dB(A).
De machine mag alleen worden gebruikt met een voetpedaal van het type "FR5", gefabriceerd
door Shanghai Bioao Precision Mould Co., Ltd.
VOOR BUITEN EUROPA:
Deze naaimachine is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met
verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten, of met een gebrek aan ervaring en ken-
nis, als ze geen supervisie of instructie voor het gebruik van de naaimachine hebben gekregen van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden
gehouden om te zorgen dat ze niet met de naaimachine spelen.
Bij normale gebruiksomstandigheden is het geluidsniveau minder dan 75dB(A).
De machine mag alleen worden gebruikt met een voetpedaal van het type "FR5", gefabriceerd
door Shanghai Bioao Precision Mould Co., Ltd.
SERVICE UITVOEREN AAN DUBBEL GEÏSOLEERDE
APPARATEN
In een dubbel geïsoleerd product zitten twee isolatiesystemen in plaats van aarding. Dubbel
geïsoleerde apparaten hebben geen aardingsvoorziening en die mag ook niet aan het apparaat
worden toegevoegd. Het repareren van een dubbel geïsoleerd product vereist de hoogste nau-
wkeurigheid en een grondige kennis van het systeem en mag alleen worden uitgevoerd door
deskundige technici. De reserveonderdelen voor dubbel geïsoleerde producten moeten iden-
tiek zijn aan de onderdelen in het product. Een dubbel geïsoleerd product is gemarkeerd met de
woorden ‘DUBBELE ISOLATIE’ OF ‘DUBBEL GEÏSOLEERD’.
Inhoudsopgave
1
Inleiding 1:5
Machineoverzicht ..................................................... 1:6
Voorkant ....................................................................... 1:6
Onderdelen bovenkant ............................................... 1:6
Accessoiredoos ............................................................. 1:7
Bijgeleverde accessoires .............................................. 1:7
Naaivoeten ................................................................... 1:8
Stekenoverzicht ........................................................ 1:9
Nuttige steken .............................................................. 1:9
Quiltsteken ................................................................. 1:11
Naaldkunststeken ...................................................... 1:11
Decoratieve steken .................................................... 1:11
Alfabetten ................................................................ 1:12
2
Voorbereidingen 2:1
Uitpakken .................................................................. 2:2
Aansluiten op de stroomvoorziening ................... 2:2
Opbergen na gebruik ............................................... 2:3
LED-verlichting ........................................................ 2:3
Vrije arm .................................................................... 2:3
Draadafsnijder .......................................................... 2:3
Garenpennen ............................................................ 2:3
De machine inrijgden .............................................. 2:4
Spoelen....................................................................... 2:6
De spoel plaatsen ..................................................... 2:7
IDT
systeem (Ingebouwd Dubbel Transport) .... 2:7
Elektronische knie-hevel (4.2) ................................ 2:8
Naalden ..................................................................... 2:8
De naald vervangen ................................................. 2:9
De transporteur verzinken...................................... 2:9
De naaivoet verwisselen ......................................... 2:9
Toetsen voor quilt expression
4.2 ...................... 2:10
Toetsen voor expression
3.5 ............................... 2:12
Menu instellingen .................................................. 2:15
3
Naaien 3:1
Naaimodus - overzicht ............................................ 3:2
Een steek selecteren ................................................. 3:2
Naaiadviezen ............................................................... 3:2
Steken aanpassen ..................................................... 3:3
Spiegelen ................................................................... 3:4
Afhechtopties ............................................................ 3:4
Taperingprogramma ............................................... 3:5
Snelheidsregeling ..................................................... 3:5
Persoonlijke steken .................................................. 3:6
Naaitechnieken ......................................................... 3:7
Handwerk-quiltsteken ................................................ 3:7
Stoppen ......................................................................... 3:7
Vrije-handpositie ......................................................... 3:8
Knoopsgaten ................................................................ 3:8
Algemene naaipop-ups ......................................... 3:10
4
Reeksen 4:1
Reeksen - overzicht .................................................. 4:2
Een reeks maken....................................................... 4.2
Het alfabet gebruiken .............................................. 4:3
Uw reeksen beheren ................................................ 4:4
Een reeks naaien ....................................................... 4:4
5
Onderhoud 5:1
De naaimachine reinigen ........................................ 5:2
De steekplaat terugplaatsen ................................... 5:2
Problemen oplossen ................................................. 5:3
Let op: In deze handleiding wordt naar de machinemodellen verwezen met 4.2 en 3.5.
Van harte gefeliciteerd!
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw nieuwe PFAFF
®
-naaimachine. Als echte naailiefhebber hebt
u gekozen voor een machine met het nieuwste van het nieuwste op design- en technologiegebied,
zodat u al uw creatieve ideeën kunt uitvoeren.
Neem voordat u aan de slag gaat de tijd om deze gebruikershandleiding door te lezen. U zult
DOVQHORQWGHNNHQKRHXRSWLPDDOJHEUXLNNXQWPDNHQYDQXZPDFKLQH2Q]HRIÀFLsOH3)$))
®
-
dealers zullen u natuurlijk ook altijd met plezier willen adviseren.
Uw PFAFF
®
expression
machine zal zorgen voor een totaal nieuwe naai-ervaring!
1
Inleiding
1:6
PFAFF
quilt expression 4.2
10
20
30
40
50
2
1
mm
inch
00
OK
1
2
14
3
4
5
6
7
8
9
10
11
13
12
15
17
18
19
20
242322 25 26 27
29 28
303132
5
21
16
Inleiding
Voorkant
1. Klep met stekenoverzicht en knoopmeter
2. Draadinrijggleuven
3. Draadafsnijder
4. Aansluiting Sensormatic-knoopsgatvoet
5. LED-verlichting
6. Ingebouwde draadinsteker
7. Naaldstang
8. Draadgeleider
9. Steekplaat
10. Spoelhuisdeksel
11. Vrije arm
12. Naaivoet
13. IDT
systeem
14. Persvoetstang en persvoethouder
15. Naaldschroef
16. Persvoetlichter (3.5)
 7RHWVHQHQJUDÀVFKGLVSOD\
18. Handwiel
19. Hoofdschakelaar, aansluitingen voor netsnoer
en voetpedaal
20. Schuif voor het verzinken van de transporteur
21. Aansluiting voor kniehevel (4.2)
Onderdelen bovenkant
22. Voorspanningschijf voor inrijgen en opwinden
van de spoel
23. Spoelgeleider voor opspoelen
24. Draadgeleider
25. Spoeldraadgeleiders
26. Onderdraadafsnijder
27. Spoelgeleider en spoelas
28. Extra garenpen
29. Garenschijven
30. Garenpen
31. Draadspanning
32. Draadhefboom
Machineoverzicht
1:7
35
34
33
383736
414039
44
43
42
474645
Inleiding
Accessoiredoos
In de accessoiredoos zitten speciale vakjes voor
naaivoeten en spoeltjes, en er is ook ruimte voor
naalden en andere toebehoren. Berg de accessoires
op in de doos zodat u ze altijd binnen handbereik
heeft.
33. Ruimte voor accessoires
34. Uitneembaar bakje voor naaivoeten
35. Uitneembare spoelhouder
Bijgeleverde accessoires
36. Garennetje
37. Kantgeleider
38. Vilten ringetje
39. Schroevendraaier
40. Tornmesje
41. Kwastje
42. Garenschijf, groot
43. Garenschijf, gemiddelde grootte
44. Garenschijf, klein
45. Universeel gereedschap
46. Spoelen
47. Kniehevel (4.2)
Niet afgebeelde bijgeleverde accessoires
• Voetpedaal
• Netsnoer
• Naalden
1:8
Inleiding
Naaivoeten
Standaardnaaivoet 0A met IDT
systeem (op de machine bevestigd bij levering)
Deze voet wordt hoofdzakelijk gebruikt voor rechte steken en zigzagsteken met een
steeklengte van meer dan 1,0 mm.
Siersteekvoet 1A met IDT
systeem
Deze voet wordt gebruikt voor het maken van decoratieve steken. De groef aan de
onderkant van de naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
Siersteekvoet 2A
Gebruik deze voet bij het naaien van decoratieve steken of zigzagsteken en andere
nuttige steken met een steeklengte kleiner dan 1,0 mm. De groef aan de onderkant van de
naaivoet is bedoeld voor een soepel transport over de steken.
Blindzoomvoet 3 met IDT
systeem
Deze voet wordt gebruikt voor blindzoomsteken. De teen op de voet geleidt de stof. De
rode geleider op de voet is bedoeld om langs de vouw van de zoomrand te lopen.
Ritsvoet 4 met IDT
systeem
Deze voet kan rechts of links van de naald op de machine worden geklikt, waardoor
het eenvoudiger is om dicht bij de beide kanten van de tandjes van de rits te naaien.
Verplaats de naaldpositie naar rechts of naar links om dichter langs de tandjes te naaien.
Sensormatic-knoopsgatvoet 5A
Wanneer deze voet op de machine is aangesloten, wordt het knoopsgat op een lengte
genaaid die geschikt is voor de grootte van de knoop die in de machine is ingevoerd.
Handmatige-knoopsgatvoet 5M
Deze voet wordt gebruikt voor het stap voor stap naaien van knoopsgaten. Gebruik de
markeringen op de voet om de rand van het kledingstuk te plaatsen. Het hieltje aan de
achterkant van de voet houdt de draad vast bij knoopsgaten met inlegdraad.
Sensormatic free-motionvoet 6A (4.2)
Deze naaivoet wordt gebruikt voor sensormatic naaien uit de vrije hand. Deze voet kan
ook worden gebruikt voor stopwerk.
Patchworkvoet 6 mm met IDT
systeem (4.2)
De patchworkvoet van 6 mm is perfect voor het aan elkaar naaien van lapjes en
voor patchwork, in het bijzonder wanneer u de voet gebruikt in combinatie met de
rechtstiksteekplaat. De afstand tussen de naald en de buitenrand van de naaivoet is 6 mm
(1/4”) en tussen de naald en de binnenrand van de naaivoet is de afstand 3 mm (1/8”).
Vrije-hand-/stopvoet (3.5)
Steek de pen van de naaivoet zo ver mogelijk in het gat aan de achterkant van de
persvoethouder. De “C-vormige” geleider moet om de persvoetstang komen. De lange
arm moet achter de naaldstang zijn. Draai de schroef vast.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het IDT™ systeem is uitgeschakeld wanneer u naaivoet 2A, 5A, 5M, 6A en
vrije-hand-/stopvoet gebruikt.
1:9
Inleiding
Stekenoverzicht
Nuttige steken
Steek
Steek-
nummer
Naam Beschrijving
4.2 3.5
1 1 Rechte steek
Voor aan elkaar naaien en doorstikken. Selecteer uit 37 verschillende naaldposities.
Let op: Deze steek maakt een sterkere afhechting dan steek 52 (4.2) / 43 (3.5).
22
Elastische drievoudige rechte
steek
Versterkte naad. Doorstikken.
3 3 Rechte steek achteruit Doorlopend achteruit naaien.
4 4 Rijgsteek
Voor het aan elkaar rijgen van projecten. Enkele steek gebruikt om te rijgen. U bepaalt de steeklengte
handmatig.
5 5 Zigzagsteek Naden verstevigen, afwerken, elastisch naaien, kant inzetten.
66
Zigzagsteek, naaldpositie rechts
of links
Naden verstevigen, afwerken, elastisch naaien.
7 7 Z-zigzagsteek Applicatie, vastzetten, oogjes.
8 8 Drievoudige zigzag stretchsteek Elastische steek voor decoratieve zomen of doorstikken.
9 9 Genaaide zigzagsteek Elastiek naaien, stoppen, patchwork en decoratief naaien.
10 10 Elastische steek Elastiek naaien, stoppen, patchwork.
11 11 Versterkte rekbare zigzagsteek Elastiek naaien, stoppen, patchwork en decoratief naaien.
12 12 Honingraatsteek Decoratieve steek voor elastische stoffen en zomen. Ook gebruikt met elastisch garen in de spoel.
13 13 Fagotsteek Stoffen en quiltvoering aan elkaar naaien, decoratieve steek voor quilten, ajoursteken.
14 14
Elastische decoratieve
fagotsteek
Verbindingssteek voor ondergoed, badstof, leer, grove stoffen bij overlappende naden.
15 15 Flanelsteek Elastische decoratieve zoom voor elastische stoffen.
16 16 Blindzoomsteek Blinde zomen naaien in geweven stoffen.
17 17 Elastische blindzoomsteek Blinde zomen naaien in elastische stoffen.
18 18 Elastische tricotsteek Naden naaien in elastische stoffen.
19 19 Gesloten overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
20
Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken.
21 20 Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken met verstevigde rand.
22 21 Standaard afwerken Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken met verstevigde rand.
23 Overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
1:10
Inleiding
Steek
Steek-
nummer
Naam Beschrijving
4.2 3.5
24 22 Overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
25 23 Gesloten overlocksteek In één stap naaien en afwerken, patchwork, zomen.
26 24
Overlocksteek voor elastische
gebreide stoffen
Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken.
27 Versterkte overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken en verstevigen.
28 Afgewerkte overlocksteek Elastische stoffen in één stap naaien en afwerken met verstevigde rand.
29 25 Valse dekzoom Maak een overlockzoom in elastische stoffen met het uiterlijk van een lockmachine-dekzoom.
30 26
Open overlock blindzoom Maak een decoratieve overlock blindzoom in geweven stoffen.
31 Gesloten overlock blindzoom Maak een decoratieve overlock blindzoom in geweven stoffen.
32 27 Linnenknoopsgat Knoopsgat voor blouses, overhemden en linnengoed.
33 28 Standaardknoopsgat Basisknoopsgat voor blouses, overhemden en jasjes. Ook voor kussenslopen.
34 29
Afgerond knoopsgat met
puntvormige trens
Knoopsgat voor kleding.
35 30
Afgerond knoopsgat met
lengtetrens
Knoopsgat voor kleding.
36 31
Mantelknoopsgat met
puntvormige trens
Kleermakersknoopsgat of sierknoopsgat.
37 32
Mantelknoopsgat met
lengtetrens
Kleermakersknoopsgat voor jasjes en broeken.
38 33 Afgerond knoopsgat Knoopsgat voor dunne kleding of jasjes.
39 34 Elastisch knoopsgat Knoopsgat voor elastische stoffen.
40 Kruissteekknoopsgat Sierknoopsgat
41 Sier-mantelknoopsgat Sierknoopsgat voor jasjes.
42
Nostalgisch rondknoopsgat met
puntvormige trens
Nostalgisch sierknoopsgat.
43 35 Knopen aannaaien Knopen aannaaien of rijgen.
44 36 Knoopsgat met koord Met extra snijruimte voor een knoopsgat met koord (rechte steek).
45 37 Oogje Nostalgische sierrand
46 38 Programmeerbare stopsteek Gaten of beschadigde stof repareren.
47 39
Programmeerbare versterkte
stopsteek
Gaten of beschadigde stof verstevigd repareren.
1:11
Inleiding
Steek
Steek-
nummer
Naam Beschrijving
4.2 3.5
48 40 Trens Automatisch naden en zakken verstevigen.
49 41 Jeanstrens Automatisch naden en zakken decoratief verstevigen.
50 342 Siertrens Automatisch naden en zakken decoratief verstevigen.
51 Kruistrens Automatisch naden en zakken verstevigen.
Quiltsteken
Steek
4.2
52* 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75
3.5
43* 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
Steek
4.2
76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98
3.5
61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74
Naaldkunststeken
Steek
4.2
99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122
3.5
75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94
Steek
4.2
123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136
3.5
95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107
Decoratieve steken
Steek
4.2
137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160
3.5
108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130
Steek
4.2
161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184
3.5
131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
Steek
4.2
185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208
3.5
151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170
* Deze steek maakt een meer decoratieve afhechting dan steek 1.
1:12
Inleiding
Steek
4.2
209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231
3.5
171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192
Steek
4.2
232 233
1
234
1
235
1
236
1
237
2
238
3
239
4
240
5
241
5
242
6
243
6
244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254
3.5
193 194
1
195
1
196
1
197
1
198
2
199
3
200
4
201
5
202
5
203
6
204
6
–––––––––––
1
U hebt een optionele bolletjesvoet met IDT
systeem nodig (onderdeelnr. 820613-096).
2
U hebt een optionele kraalvoet nodig 6 mm (onderdeelnr. 820605-096).
3
U hebt een optionele kraalvoet nodig 4 mm (onderdeelnr. 820604-096).
4
U hebt een optionele doorstikvoet met IDT
systeem nodig (onderdeelnr. 820676-096).
5
U hebt een optionele koordvoet met drie uitsparingen en IDT
systeem nodig (onderdeelnr. 820920-096).
6
U hebt een optionele naaien vouwvoet en IDT
systeem nodig (onderdeelnr. 820931-096).
Alfabetten
Comic (3.5 & 4.2)
Cyrillic (3.5 & 4.2*)
Outline (4.2**)
* Alleen op de Russische quilt expression
4.2 naaimachine.
** Niet bij de Russische quilt expression
4.2 naaimachine.
2
Voorbereidingen
2:2
ABC
Voorbereidingen
Uitpakken
1. Plaats de doos op een stevige, vlakke
ondergrond. Til de machine uit de doos,
verwijder de buitenste verpakking en til de
beschermkap eraf.
2. Verwijder al het andere verpakkingsmateriaal
en de plastic zak.
3. Schuif de accessoiredoos van de machine en
verwijder het styrofoam (piepschuim).
Let op: Als styrofoam achterblijft in de accessoiredoos
kan dit van invloed zijn op de stekenkwaliteit. Styrofoam
is uitsluitend bedoeld als verpakkingsmateriaal en moet
verwijderd worden.
Let op: Uw PFAFF
®
expression
naaimachine is
erop gebouwd om de beste resultaten te leveren bij
normale kamertemperatuur. Extreem warme en koude
temperaturen kunnen de naairesultaten nadelig
beïnvloeden.
Aansluiten op de stroomvoorziening
Bij de toebehoren vindt u ook de voedingskabel en
het voetpedaal.
Let op: Controleer voordat u het voetpedaal aansluit
of het van het type “FR5” is (zie de onderkant van het
voetpedaal).
1. Pak het snoer van het voetpedaal. Draai het
voetpedaal om. Sluit het snoer aan op de
aansluiting in de ruimte van het voetpedaal.
Druk stevig aan zodat het goed is aangesloten.
Leg het snoer in de gleuf op de onderkant van
het voetpedaal.
Let op: U hoeft het snoer alleen de eerste keer dat
u de machine gaat gebruiken aan te sluiten op het
voetpedaal.
2. Sluit het snoer van het voetpedaal aan op
het voorste contact rechts onder aan de
machine (A).
3. Sluit de voedingskabel aan op het achterste
contact, rechts onder aan de machine (B).
Steek de stekker in het stopcontact.
4. Zet de AAN/UIT-schakelaar op ON om de
voedingsspanning en het licht in te
schakelen (C).
2:3
A
Voorbereidingen
De machine opbergen na het naaien
1. De hoofdschakelaar uitzetten.
2. Trek de voedingskabel eerst uit het stopcontact en
vervolgens uit de machine.
3. Haal de stekker van het voetpedaalsnoer uit de
machine. Wind het snoer om het voetpedaal als u
het wilt opbergen.
4. Berg alle toebehoren op in de accessoiredoos.
Schuif de doos op de machine om de vrije arm.
5. Plaats het voetpedaal in de ruimte boven de vrije
arm.
6. Plaats de beschermkap op de machine.
LED-verlichting
Op uw machine zitten LED-lampjes die het licht
zonder schaduw gelijkmatig over het werkgebied
verdelen.
Vrije arm
Om de vrije arm te gebruiken moet u de accessoiredoos
verwijderen. Wanneer de doos is bevestigd, houdt een
haak de accessoiredoos vast aan de machine. Schuif de
doos naar links om hem te verwijderen.
Draadafsnijder
Trek de draad zoals afgebeeld van achteren naar voren
om de draadafsnijder te gebruiken (A).
Garenpennen
Uw naaimachine heeft twee garenpennen:
een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De
garenpennen zijn geschikt voor alle soorten garen. De
hoofdgarenpen is instelbaar en kan worden gebruikt in
een horizontale positie (de draad wordt van het klosje
afgerold) of in een verticale positie (het klosje draait).
Gebruik de horizontale positie voor normaal garen en
de verticale positie voor grote klossen of garen met
speciale eigenschappen.
Horizontale positie
Plaats een passende garenschijf en het klosje op de
garenpen. Zorg ervoor dat de draad over de bovenkant
wordt afgerold en schuif dan een tweede garenschijf
op de pen.
Gebruik een garenschijf die iets breder is dan het
klosje. Gebruik bij smalle garenklosjes een kleinere
garenschijf voor het klosje. Gebruik bij brede
garenklosjes een grotere garenschijf voor het klosje.
De platte zijde van de schijf moet stevig tegen de
klos worden gedrukt. Er mag geen ruimte tussen de
garenschijf en de klos zitten.
Kleine garenschijf
Grote garenschijf
2:4
PF
A
AC
D
E
B
C
B
Voorbereidingen
Hoofdgarenpen in verticale positie
Verticale positie
Til de garenpen op tot in verticale positie.
Schuif het grote schijfje erop en plaats een vilten
onderlegger onder het klosje. Dit voorkomt dat het
garen te snel van het klosje wordt afgewikkeld.
Plaats geen garenschijf op de garenpen omdat het
klosje dan niet meer kan draaien.
Extra garenpen
De extra garenpen wordt gebruikt wanneer u
een spoeltje wilt opwinden vanaf een tweede
garenklosje of voor een tweede klosje wanneer
u met een tweelingnaald naait.
Breng de extra garenpen omhoog. Schuif een grote
garenschijf erop en plaats een vilten onderlegger
onder het klosje.
De machine inrijgen
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden.
1. Schuif het garen op de garenpen en zet deze
vast met een passende garenschijf.
2. Trek de draad van voren naar achteren door
de draadgeleider (A). Trek de draad vanaf de
rechterkant onder de spoeldraadgeleider (B) op
de voorspanningsschijf (C).
3. Rijg de draad omlaag door de rechter
inrijggleuf en dan omhoog door de linker
inrijggleuf.
4. Breng de draad vanaf de rechterkant in de
draadhefboom (D) en omlaag in de linker
inrijggleuf naar de draadgeleider bij de
naald (E).
5. Rijg de naald in.
Extra garenpen en hoofdgarenpen in verticale positie
quilt expression
4.2
2:5
PF
A
C
B
D
H
G
AC
E
F
B
Voorbereidingen
Draadinsteker
Met de draadinsteker kunt u de draad automatisch
in de naald steken. Wanneer u de draadinsteker
wilt gebruiken, moet de naald zich in de bovenste
stand bevinden. Bovendien raden wij u aan om de
naaivoet te laten zakken.
1. Gebruik de hendel om de draadinrijger
helemaal omlaag te trekken. De inrijghaak (G)
zwenkt door het oog van de naald.
2. Leg de draad vanaf de achterkant over de
haak (H) en onder de inrijghaak (G).
3. Laat de draadinsteker voorzichtig
terugdraaien. Het haakje trekt de draad door
het oog van de naald en vormt een lus achter
de naald. Trek de lus er achter de naald uit.
Let op: De draadinsteker is ontworpen voor naalden
nr. 70-120. Wanneer u gebruik maakt van naalden met
nr. 60 of kleiner, een zwaardnaald, een tweelingnaald
of een drielingnaald. Er zijn ook enkele optionele
naaivoeten waarbij u de draad met de hand moet
insteken.
De tweelingnaald inrijgen
Vervang de normale naald door een tweelingnaald.
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden.
1. Schuif het garen op de garenpen en zet deze
vast met een passende garenschijf. Breng de
extra garenpen omhoog. Schuif een grote
garenschijf en een vilten onderlegger op de
pen. Plaats de tweede draad op de garenpen.
2. Trek de draden van voren naar achteren door
de draadgeleider (A). Trek beide draden vanaf
de rechterkant onder de spoeldraadgeleider (B)
op de voorspanningsschijf (C).
3. Rijg de draad omlaag door de rechter
inrijggleuf en dan omhoog door de linker
inrijggleuf. Zorg ervoor dat u de ene draad
langs de linkerkant en de andere draad langs
de rechterkant van spanningsschijf (D) leidt.
4. Breng de draden vanaf de rechterkant in de
draadhefboom (E) en omlaag in de linker
inrijggleuf. Zorg ervoor dat één draad door de
draadgeleider bij de naald gaat en de andere
draad aan de buitenkant daarvan. Zorg er ook
voor dat de draden niet in elkaar draaien.
5. Rijg de naalden in.
Let op: Als u speciale garens gebruikt (zoals metallic
garens), verhogen het gewicht en het onregelmatige
oppervlak daarvan de draadspanning. Door de spanning
te verlagen, voorkomt u dat de naald breekt.
quilt expression
4.2
2:6
B
C
A
C
A
B
D
C C
E
Voorbereidingen
Spoelen
Spoelen vanuit horizontale positie
1. Plaats een lege spoel op de spoelas, met het
logo omhoog. Gebruik alleen de originele
PFAFF
®
-spoelen die voor dit model zijn
goedgekeurd.
2. Plaats het klosje op de garenpen in horizontale
positie. Schuif een garenschijf stevig tegen de
garenpen aan.
3. Trek de draad van voren naar achteren door
de draadgeleider (A). Trek de draad linksom
boven de spoelgeleider voor het opspoelen (B)
en dan door de onderdraadgeleiders (C) aan de
achterkant.
Let op: Zorg ervoor dat de draad goed in de
voorspanningschijf wordt getrokken voor de juiste
draadspanning.
4. Rijg de draad van binnen naar buiten door de
gleuf in de spoel (D).
5. Duw de spoelgeleider naar rechts om op
te spoelen. Er verschijnt een pop-up op het
scherm om u te melden dat spoelen actief
is. Druk het voetpedaal in om de spoel op te
winden.
Als de spoel vol is, gaat het spoelen langzamer
en stopt automatisch. De pop-up wordt
gesloten. Verwijder de spoel en snijd de draad
af met behulp van de onderdraadafsnijder (E).
Spoelen door de naald
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de
hoogste stand bevinden. Spoel alleen door de naald
met een metalen naaivoet.
Breng de draad omhoog vanaf de naald, onder
de naaivoet, omhoog door de linker inrijggleuf en
door de onderdraadgeleiders (C) Volg dan stap 4
en 5 hierboven.
2:7
1
2
43
A
B
C
D
Voorbereidingen
De spoel plaatsen
1. Verwijder het spoelhuisdeksel door het naar u
toe te schuiven.
2. Plaats de spoel in het spoelhuis met het
merkteken naar boven. De draad moet afrollen
vanaf de linkerkant van de spoel. Het spoeltje
zal tegen de wijzers van de klok in draaien,
wanneer u de draad naar buiten trekt.
3. Plaats uw vinger op het spoeltje om te
voorkomen dat het kan draaien als u de draad
stevig naar rechts trekt en vervolgens naar
links in het spanningsveertje (A) totdat het op
zijn plaats “klikt”.
4. Ga verder met het inrijgen om (B) heen en
naar de rechterkant van de draadafsnijder (C).
Plaats het deksel weer op het spoelhuis. Trek
de draad naar links om hem af te snijden.
Let op: Het spoelhuisdeksel kan worden gebruikt als
vergrootglas.
IDT
systeem
(ingebouwd dubbel transport)
Voor een soepele verwerking van iedere stofsoort
biedt PFAFF
®
expression
machine de ideale
oplossing: het IDT
-systeem (Ingebouwd Dubbel
Transport). Net als bij industriële machines zorgt
het IDT
systeem voor een gelijktijdig stoftransport
zowel van onder als van boven. Het materiaal
wordt nauwkeurig getransporteerd, zodat naden
in dunne stoffen zoals zijde en rayon niet meer
rimpelen. Het dubbele transport van het IDT
-
systeem zorgt dat de lagen niet verschuiven
tijdens het naaien, zodat de quiltlagen goed op
elkaar blijven liggen en zodat stoffen met ruiten of
strepen perfect op elkaar aansluiten.
Het IDT
systeem inschakelen
Belangrijk: Voor al uw naaiwerk met het IDT
systeem
kunt u alleen naaivoeten met een uitsparing aan de
achterzijde gebruiken (D).
Breng de naaivoet omhoog. Druk het IDT
systeem
omlaag totdat het vastklikt.
Het IDT
systeem uitschakelen
Breng de naaivoet omhoog. Houd het IDT
systeem
met twee vingers bij de geribbelde greep vast. Trek
het IDT
systeem omlaag en duw het vervolgens
van u af om het IDT
systeem langzaam omhoog te
laten komen.
2:8
G
H
I
A
BCDEF
Voorbereidingen
Elektronische kniehevel (4.2)
Uw machine is uitgerust met een elektronische
kniehevel waarmee u de hoogte van de naaivoet
kunt regelen.
Breng de kniehevel in de daarvoor bedoelde
opening in de naaimachine. De platte kant moet
omhoog wijzen. Draai de drukplaat tot een
comfortabele kniehoogte (A).
Als u de kniehevel naar rechts drukt, gaat de
naaivoet omhoog. Nu kunt u de stof met beide
handen geleiden.
Als u de kniehevel wilt verwijderen, trekt u deze
recht uit de opening.
Naalden
De naaimachinenaald speelt een belangrijke rol
bij succesvol naaien. Gebruik alleen naalden van
goede kwaliteit. Wij raden naalden van systeem
130/705H aan. In het naaldendoosje dat bij uw
machine wordt geleverd, vindt u naalden in de
meest gebruikte maten.
Universele naald (B)
Universele naalden hebben een licht afgeronde
punt en zijn verkrijgbaar in veel verschillende
maten. Voor algemeen naaien in veel verschillende
stoftypen en -dikten.
Stretchnaald (C)
Stretchnaalden hebben een speciale las om
overgeslagen steken te verwijderen wanneer er rek
LQGHVWRI]LW9RRUEUHLVHOV]ZHPNOHGLQJÁHHFH
synthetische suède en kunstleer. Gemarkeerd met
een gele streep.
Borduurnaald (D)
Borduurnaalden hebben een speciale las, een iets
afgeronde punt en een iets groter oog om schade
aan garen en materialen te voorkomen. Gebruik
ze met metallic en andere speciale garens voor
borduurwerk en decoratief naaiwerk. Gemarkeerd
met een rode streep.
Denimnaald (E)
Denimnaalden hebben een scherpe punt om door
dicht geweven stoffen te prikken zonder dat de
QDDOGYHUEXLJW9RRUFDQYDVGHQLPPLFURÀEHU
Gemarkeerd met een blauwe streep.
Zwaardnaalden (F)
De zwaardnaald heeft brede vleugels naast de
naald om gaatjes in de stof te prikken bij het
naaien van entredeux- en andere ajoursteken op
natuurlijke stoffen. Verminder de steekbreedte
voor een optimaal resultaat.
Let op: Vervang de naald regelmatig. Gebruik altijd een
rechte naald met een scherpe punt (G).
Een beschadigde naald (H) kan ervoor zorgen dat er
steken worden overgeslagen, dat er naalden breken of
dat de draad afbreekt. Een kapotte naald kan ook de
steekplaat beschadigen.
Gebruik geen asymmetrische tweelingnaalden (I); uw
naaimachine kan erdoor beschadigen.
2:9
Voorbereidingen
Een naald wisselen
1. Gebruik het gat in het universele gereedschap
om de naald vast te houden.
2. Draai de schroef van de naald los. Gebruik
indien nodig de schroevendraaier.
3. Verwijder de naald.
4. Plaats de nieuwe naald met het gereedschap.
Duw de nieuwe naald omhoog met de platte
kant van u af totdat hij niet verder kan.
5. Draai de schroef van de naald zoveel mogelijk
aan.
De transporteur verzinken
U kunt de transporteur omlaag brengen door de
schakelaar op de voorkant van de naaimachine
naar links te brengen. Breng de schakelaar naar
rechts als u de transporteur omhoog wilt brengen.
Een naaivoet verwisselen
De naaivoet verwijderen
Duw de naaivoet omlaag totdat hij loskomt van de
naaivoethouder.
De naaivoet bevestigen
Plaats de naaivoet onder de persvoethouder,
zodat de pennen van de voet wanneer de naaivoet
omlaag wordt gebracht in de persvoethouder
klikken.
Let op: Controleer of de naaivoet goed vastzit door de
naaivoet omhoog te brengen.
2:10
OK
1
91012 14131516 17
18 19 20 21 22 23 24
8
25 26 27
2
3
4
5
6
7
11
Voorbereidingen
Toetsen voor quilt expression
4.2
Naald omhoog/omlaag met indicator (1)
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag te
bewegen. De instelling van de naaldstoppositie wordt
tegelijkertijd veranderd. Wanneer “naald omlaag” is
ingeschakeld, is het pictogram verlicht, stopt de naald in
de stof en komt de naaivoet omhoog tot draaihoogte.
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken om de
naald omhoog of omlaag te brengen.
Steek opnieuw beginnen (2)
Wanneer u in het midden van een steek bent gestopt met
naaien, drukt u op “opnieuw beginnen” om weer vanaf
het begin van de steek verder te naaien zonder eventuele
voorgaande instellingen opnieuw te hoeven uitvoeren.
Als u op de toets “steek opnieuw beginnen” drukt tijdens
het naaien wordt de steek afgemaakt, waarna de machine
stopt.
Snelheidsregeling (3)
Druk op de snelheidstoets om langzamer te naaien. Een
SLFWRJUDPRSKHWJUDÀVFKGLVSOD\JHHIWDDQKRHODQJ]DDP
uw naaimachine zal naaien. Houd de snelheidstoets lang
ingedrukt en gebruik het wiel (16) om de naaisnelheid te
veranderen.
Let op: U kunt geen hogere snelheid dan de standaardsnelheid
selecteren.
Draden afsnijden met indicator (4)
Druk op de toets wanneer u niet naait; de naaimachine
snijdt dan de boven- en onderdraad af en brengt de
naaivoet en naald omhoog.
Om de draad af te snijden voordat de naald naar de
startpositie van de volgende steek gaat, drukt u tijdens
het naaien op de toets “draden afsnijden”. De draad-
afsnijdindicator gaat branden.
Achteruitnaaien (7) met indicator (5)
Druk voordat u begint te naaien op de toets als u
permanent achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-
indicator (5) gaat branden en de machine naait
achteruit totdat u opnieuw op de toets drukt.
Als u tijdens het naaien op de toets drukt, naait de
naaimachine achteruit zolang u de toets ingedrukt
houdt. De achteruitnaai-indicator is verlicht
wanneer de achteruitnaaitoets is ingedrukt.
De achteruitnaaitoets wordt ook gebruikt bij
het naaien van knoopsgaten, geprogrammeerde
afhechtingen, stopsteken en tapse cordonsteken om
tussen delen van de steken heen en weer te gaan.
Indicator geprogrammeerd afhechten (6)
De indicator voor het geprogrammeerd afhechten
gaat branden om aan te geven dat er één of
meerdere afhechtopties zijn geactiveerd. De
indicator blijft branden totdat de afhechtopties niet
meer worden gebruikt.
Onmiddellijk afhechten (8)
Als u op de afhechttoets drukt tijdens het naaien,
naait uw machine enkele afhechtsteken en stopt
automatisch.
Afwisselen tussen naaivoet omhoog en extra
hoog (9)
Brengt de naaivoet omhoog en zet de naald in
de hoogste stand. Druk nogmaals op de toets; de
naaivoet gaat omhoog tot de extra hoge stand.
2:11
Voorbereidingen
Afwisselen tussen naaivoet omlaag en
draaistand (10)
Laat de naaivoet helemaal zakken. Druk nogmaals
op de toets om de naaivoet omhoog te brengen
tot draaihoogte. De naaivoet wordt automatisch
omlaag gebracht wanneer u met naaien begint.
Start/stop (11)
Druk op deze toets om de naaimachine te starten
en te stoppen zonder het voetpedaal te gebruiken.
Druk eenmaal op de toets om te starten en
nogmaals om te stoppen.
Grafisch display (12)
2SKHWJUDÀVFKGLVSOD\NXQWXDOXZVHOHFWLHVHQ
opties zien. De steken worden op ware grootte
getoond.
Steekbreedte of positie van de steek (13)
Vergroot of verklein de steekbreedte met + en -.
Druk op de alternatieventoets (15) om de positie
van de geselecteerde steek te bekijken. Gebruik de
toetsen + en - om de steekpositie te veranderen.
Steeklengte of steekdichtheid (14)
Vergroot of verklein de steeklengte met + en -.
Druk op de alternatieventoets (15) om de
dichtheidsinstelling van cordonsteken te bekijken.
Gebruik de toetsen + en - om de dichtheid van de
geselecteerde steek te veranderen.
Alternatieven (15)
Wanneer u een decoratieve steek selecteert, worden
de breedte- en lengte-instellingen weergegeven op
KHWJUDÀVFKGLVSOD\'RRURSGHDOWHUQDWLHYHQWRHWV
te drukken, wordt de steekpositie getoond in
plaats van de steekbreedte-instelling en wordt
de dichtheid getoond in plaats van de lengte-
instelling.
Wiel (16)
0HWGH]HWRHWVHQNXQWX]LFKRYHUKHWJUDÀVFK
display verplaatsen. Het wiel heeft pijltoetsen
omhoog en omlaag, pijltoetsen links en rechts en
het midden van het wiel is een OK-toets.
Het wiel heeft diverse functies, zoals stappen
tussen steken, de grootte van een knoopsgat
instellen en tussen opties bewegen in het menu
Instellingen.
Rechtstreekse selectie (17)
Door op een van de toetsen van 0 tot 9 te drukken,
of op een combinatie van die toetsen, selecteert u
onmiddellijk de steek die bij dat nummer hoort.
F1 - Functie 1 (18)
De F1-toets wordt gebruikt om het tapering-
programma in te stellen. De toets wordt ook gebruikt
om knoopsgaten te herhalen en om “herhalen” uit
te schakelen voor stopsteken. Alle selecties worden
ZHHUJHJHYHQRSKHWJUDÀVFKGLVSOD\
Bij reeksen wordt de F1-toets gebruikt om een set
tekens te selecteren.
F2 - Functie 2 (19)
De F2-toets wordt gebruikt om de opties voor
afhechten en draden afsnijden in te stellen en bij
reeksen wordt F2 gebruikt om een lettertype te
selecteren. Alle selecties worden weergegeven op
KHWJUDÀVFKGLVSOD\
Info-toets (20)
Druk op deze toets om de weergave van de
aanbevelingen aan of uit te schakelen.
Menu instellingen (21)
Druk op deze toets om het menu voor machine-
instellingen te openen.
Verticaal spiegelen (22)
Om steken en reeksen verticaal te spiegelen.
Horizontaal spiegelen (23)
Om steken en reeksen horizontaal te spiegelen.
Persoonlijke steek of reeks laden (24)
Druk op deze toets om een persoonlijke steek of
reeks te laden.
Persoonlijke steek of reeks opslaan (25)
Druk op deze toets om een steek of reeks in het
machinegeheugen op te slaan.
Wissen (26)
Voor het verwijderen van enkele steken in een
reeks, of van persoonlijke steken en reeksen.
Reeksen (27)
Druk op deze toets om reeksen te openen.
2:12
1
2
3
4
OK
249 11101213 14
15 16 17 18 19 20
1
21 22 23
8
3
5
6
7
Voorbereidingen
Toetsen voor expression
3.5
Naald omhoog/omlaag met indicator (1)
Druk op deze toets om de naald omhoog of omlaag
te bewegen. De instelling van de naaldstoppositie
wordt tegelijkertijd veranderd. Wanneer “naald
omlaag” is ingeschakeld, is het pictogram verlicht,
stopt de naald in de stof.
Natuurlijk kunt u ook het voetpedaal gebruiken
om de naald omhoog of omlaag te brengen.
Onmiddellijk afhechten (2)
Als u op de afhechttoets drukt tijdens het naaien,
naait uw machine enkele afhechtsteken en stopt
automatisch.
Steek opnieuw beginnen (3)
Wanneer u in het midden van een steek bent
gestopt met naaien, drukt u op “opnieuw
beginnen” om weer vanaf het begin van de steek
verder te naaien zonder eventuele voorgaande
instellingen opnieuw te hoeven uitvoeren.
Als u op de toets “steek opnieuw beginnen” drukt
tijdens het naaien wordt de steek afgemaakt,
waarna de machine stopt.
Snelheidsregeling (4)
Druk op de snelheidstoets om langzamer te naaien.
(HQSLFWRJUDPRSKHWJUDÀVFKGLVSOD\JHHIWDDQ
hoe langzaam uw naaimachine zal naaien. Houd
de snelheidstoets lang ingedrukt en gebruik het
wiel (13) om de naaisnelheid te veranderen.
Let op: U kunt geen hogere snelheid dan de
standaardsnelheid selecteren.
Achteruitnaaien (7) met indicator (5)
Druk voordat u begint te naaien op de toets als u
permanent achteruit wilt naaien. De achteruitnaai-
indicator (5) gaat branden en de machine naait
achteruit totdat u opnieuw op de toets drukt.
Als u tijdens het naaien op de toets drukt, naait de
naaimachine achteruit zolang u de toets ingedrukt
houdt. De achteruitnaai-indicator is verlicht
wanneer de achteruitnaaitoets is ingedrukt.
De achteruitnaaitoets wordt ook gebruikt bij
het naaien van knoopsgaten, geprogrammeerde
afhechtingen, stopsteken en tapse cordonsteken om
tussen delen van de steken heen en weer te gaan.
Indicator geprogrammeerd afhechten (6)
De indicator voor het geprogrammeerd afhechten
gaat branden om aan te geven dat er één of
meerdere afhechtopties zijn geactiveerd. De
indicator blijft branden totdat de afhechtopties niet
meer worden gebruikt.
Draden afsnijden met indicator (8)
Druk op de toets wanneer u niet naait; de
naaimachine snijdt dan de boven- en onderdraad af
en brengt de naaivoet en naald omhoog.
Om de draad af te snijden voordat de naald naar
de startpositie van de volgende steek gaat, drukt u
tijdens het naaien op de toets “draden afsnijden”.
De draad-afsnijdindicator gaat branden.
18


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Pfaff Expression 3.5 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Pfaff Expression 3.5 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,02 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info