De onderhoudsindicator geeft aan hoe-
veel kilometer u nog verwijderd bent
van de eerstvolgende onderhoudscon-
trole volgens het onderhoudsschema
van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de
laatste nulstelling van de onderhouds-
intervalindicator op basis van twee pa-
rameters:
- het aantal afgelegde kilometers,
- de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudscontrole.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhouds-
sleutel branden. De kilometerteller geeft
de resterende kilometers tot de eerst-
volgende onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvol-
gende onderhoudscontrole bedraagt
2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5 seconden het
volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel ; de tel-
ler geeft weer de kilometerstand en de
stand van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvol-
gende onderhoudscontrole bedraagt
900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5 seconden het
volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer
in werking en blijft de sleutel branden
om aan te geven dat er binnenkort on-
derhoudswerkzaamheden uitgevoerd
moeten worden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, ver-
schijnt er geen onderhoudsinformatie
op het display.