Controlelampje brandt Oorzaak Acties / Opmerkingen
Veiligheidsgordel
vóór niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie met
een in volume toenemend
geluidssignaal.
De bestuurder en/of de
voorpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast
in de gesphouder.
Veiligheidsgordel
achter niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent, en knippert
vervolgens in combinatie
met een in volume
toenemend geluidssignaal.
Eén of meerdere
achterpassagiers hebben
de veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt.
Een of meer
portier e n
geopend
permanent, bij een snelheid
lager dan 10 km/h.
Een portier, de achterklep,
het onderste deel van de
achterklep of de motorkap
(uitsluitend met alarm) is niet
goed gesloten.
Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie
met een geluidssignaal,
bij een snelheid hoger
dan 10 km/h.
Airbags
tijdelijk.
Het lampje brandt gedurende
enkele seconden en dooft als
het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor
wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als
dit niet het geval is.
permanent.
Er is een storing in
een van de airbags
of de pyrotechnische
gordelspanners.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Aanwezigheid
water in
brandstof
permanent.
Er bevindt zich water in het
brandstoffi lter.
Risico van beschadiging van het
inspuitsysteem bij dieselmotoren.
Raadpleeg zo snel mogelijk het
PEUGEOT-netwerk.
Bochtverlichting
knippert.
Er is een storing in de
bochtverlichting.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT netwerk.
Bandenspanning
te laag
blijft branden.
De bandenspanning van een
of meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de
bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude
banden te worden uitgevoerd.