37
NL/
BE
■ Indien nodig, gepaste persoonlijke
beschermingsmiddelen dragen. Deze
zouden kunnen bevatten:
- gehoorbeschermer om het risico te
verminderen hardhorig te worden;
- ademhalingsbescherming om het risico te
verminderen gevaarlijk stof in te ademen.
- Bij het hanteren van zaagbladen en ruwe
materialen handschoenen dragen.
Zaagbladen moeten zoveel mogelijk in een
doos worden gedragen.
■ Bij het zagen van hout dienen cirkelzagen
op een stofverzamelinrichting te worden
aangesloten. De volgende factoren kunnen
het vrijkomen van stof beïnvloeden:
- versleten, beschadigde of gebarsten
zaagbladen
- Aanbevolen afzuigvermogen van de
afzuiginstallatie: 20 m/s
- Het werkstuk moet naar behoren worden
geleid.
■ Zaagbladen van hooggelegeerd snelstaal
(HSS-staal) mogen niet worden gebruikt.
■ De schuifstok of de handgreep voor een
schuifstok moet bij niet-gebruik steeds aan
de machine worden bewaard.
2.2.2 Veiligheidsinstructies voor de laser
Let op!
Laserstraling
Niet in de straal kijken
Laserklasse 2
Bescherm u en uw omgeving tegen gevaar voor
ongelukken door de gepaste
voorzorgsmaatregelen te nemen.
■ Niet met het blote oog rechtstreeks in de
laserstraal kijken.
■ Nooit rechtstreeks in de stralengang kijken.
■ De laserstraal nooit richten op
weerkaatsende oppervlakken noch op
personen of dieren. Ook een laserstraal met
een gering vermogen kan schade
berokkenen aan het oog.
■ Voorzichtig – als u anders te werk gaat dan
hier beschreven kan dit leiden tot
blootstelling aan gevaarlijke straling of
stralingsexpositie.
■ Lasermodule nooit openen.
2.2.3 Veiligheidsinstructies voor de
batterijen
Gebruik van de batterijen
■ Vergewis u er zich van dat de schakelaar
laser (35) zich in de stand “0“ bevindt
voordat u de batterijen installeert.
■ Het installeren van batterijen bij
ingeschakelde laser kan ongelukken tot
gevolg hebben.
■ Bij ongepast gebruik kunnen de batterijen
uitlopen. Vermijd contact met
batterijvloeistof. Mocht u toch met
batterijvloeistof in contact komen, reinig dan
het lichaamsdeel onder stromend water.
Mocht batterijvloeistof in de ogen
terechtkomen dient u bovendien
onmiddellijk de dokter te consulteren.
■ Uitgelopen batterijvloeistof kan huidirritaties
of brandwonden veroorzaken.
■ Stel de batterijen nooit bloot aan
bovenmatige warmte zoals zon, vuur of iets
dergelijks.
■ Herlaad nooit batterijen die ervoor niet zijn
geschikt. Explosiegevaar!
■ Hou batterijen buiten bereik van kinderen,
sluit ze niet kort of ontmantel ze niet.
■ Consulteer onmiddellijk de doktor als een
batterij werd ingeslikt.
■ Maak de contacten van de batterij en het
toestel, indien nodig, schoon voordat u de
batterijen installeert.
■ Let bij het installeren van de batterijen op de
juiste polariteit.
■ Verwijder uitgeputte batterijen onverwijld uit
het toestel. Er bestaat een grote kans dat de
batterijen uiteindelijk gaan lekken.
■ Vervang steeds alle batterijen gelijktijdig.
■ Installeer enkel batterijen van hetzelfde
type; gebruik niet gelijktijdig verschillende
types of gebruikte en nieuwe batterijen.