Een bericht maken met de
locatie van de telefoon
Voordat u deze functie kunt
gebruiken, moet u “Positie
bepalen” (pagina 31)
inschakelen.
1 Druk op MDN.
2 MbN: selecteer . a M N
( )
3 MbN: “Opstellen positie
boodschap” a M N
R De laatst opgeslagen locatiegegevens
worden verzonden.
4 Voer een bericht in (pagina 15).
R In het tekstveld zijn locatiegegevens
(pagina 18) ingevoegd.
5 Ga verder vanaf stap 5, “Een
bericht maken”, pagina 16.
Een bericht lezen
1 Druk op MDN.
2 MbN: selecteer . a M N
( )
3 MbN: “Postvak IN” a M N
4 MbN: selecteer een bericht.
R Houd MCN of MDN ingedrukt om door de
berichten te bladeren.
5 Druk op M N om het bericht te
lezen.
Berichten beantwoorden
1 Druk tijdens het lezen van een
bericht op M N ( ).
2 MbN: “Bericht beantw.” a
M N ( )
3 Voer een bericht in (pagina 15).
4 M N ( ) a MbN:
“Verzenden aan” a M N
5 U kunt indien nodig een
ontvanger bewerken/
toevoegen.
6 M N ( ) a MbN: “Zend” a
M N
SMS-opties
Druk op MDN. a MbN: selecteer .
a M N ( ) a MbN: selecteer
het gewenste vak. a M N a MbN:
selecteer een bericht. a M N a
M N ( ):
– “Bericht beantw.”
– “Afzender bellen”
– “Bericht doorst.”
– “Opslaan tel.boek”
– “Verwijderen”
– “Nummer uithalen”
– “Wijzig Bericht”
– “Opnieuw zenden”
17
Basisbediening