– Verplaats de cursor omhoog of
omlaag met MDN of MCN.
– Druk op M N ( ) voor het
wissen van het teken of cijfer
links van de cursor.
– Druk op M N of selecteer “ ” in
de symbolenlijst om een spatie
in te voegen.
– Druk op M N (A®a) om te
schakelen tussen hoofdletters en
kleine letters voor de invoer.
Bijvoorbeeld kleine letters (abc/
αβγ), automatisch (Abc/Αβγ),
hoofdletters (ABC/ΑΒΓ) en
numeriek (123).
– Een symbool selecteren:
M N a MbN: selecteer het
gewenste symbool. a M N
( )
R wordt alleen gebruikt bij het invoeren van
SMS-berichten.
– De invoertaal wijzigen:
M N ( ) a MbN:
“Invoertaal” a M N ( )
a MbN: selecteer de gewenste
invoertaal. a M N
SMS-bericht
Een bericht maken
1 Druk op MDN.
2 MbN: selecteer . a M N
( )
3 MbN: “Bericht maken” a
M N
4 Voer een bericht in (pagina 15).
5 M N ( ) a MbN:
“Verzenden aan” a M N
R Selecteer “Opsl. in Concept” om het
bericht op te slaan.
6 Het telefoonnummer
handmatig toevoegen:
MbN: “Handmatig inv.” a
M N a Voer het
telefoonnummer in (maximaal
20 cijfers). a M N
De contactenlijst gebruiken:
MbN: “Toev. uit lijst” a
M N a MbN: selecteer de
gewenste contactpersoon. a
M N
R Herhaal vanaf deze stap om nog een
ontvanger toe te voegen.
7 M N ( ) a MbN: “Zend” a
M N
Opmerking:
R Als uw SMS-bericht meer dan 160 tekens bevat
(70 tekens afhankelijk van het type), is het een
lang bericht. U kunt een lang bericht van
maximaal 612 of 268 tekens verzenden of
ontvangen, afhankelijk van het tekentype. De
netwerkoperator/serviceprovider kan lange
berichten anders behandelen dan andere
SMS-berichten. Neem voor details contact op
met uw netwerkoperator/serviceprovider.
R U kunt geen SMS-berichten verzenden of
ontvangen die afbeeldingen, geluid of een
contactenlijst bevatten.
16
Basisbediening