Een extern controlenummer bewerken
1 Druk op M
N op de handset die wordt
gecontroleerd.
2 MbN: “Aan/uit” a MOKN
3 MbN: “AAN” a MOKN
4 MbN: Selecteer de buitenlijn. a M
N
5 M
N a MbN: “Wijzigen” a MOKN
6 Bewerk indien nodig de naam. a MOKN
7 Bewerk indien nodig het telefoonnummer. a
MOKN 2 keer
Een extern controlenummer wissen
1 Druk op M
N op de handset die wordt
gecontroleerd.
2 MbN: “Aan/uit” a MOKN
3 MbN: “AAN” a MOKN
4 MbN: Selecteer de buitenlijn. a M
N
5 M
N a MbN: “Wissen” a MOKN
6 MbN: “JA” a MOKN a M
N
Gevoeligheid babyfoon
U kunt de gevoeligheid van de babyfoon
aanpassen. Verhoog of verlaag de gevoeligheid
voor het bijstellen van het geluidsniveau voor het
activeren van de babyfoon.
R Deze functie kan niet worden ingesteld tijdens
een controle-oproep.
1 Druk op M
N op de handset die wordt
gecontroleerd.
2 MbN: “Gevoeligheid” a MOKN
3 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M
N
De babyfoon beantwoorden
n Bij controle met een handset:
Druk op M
N om oproepen te beantwoorden.
Druk op M
N als u wilt reageren met de
controlehandset.
R De controlehandset beantwoordt oproepen
automatisch wanneer de automatische
intercomfunctie is ingesteld op “AAN”
(pagina 19).
Opmerking:
R Als u een externe oproep ontvangt wanneer u
met de gecontroleerde handset
communiceert, hoort u 2 tonen. Druk op
M
N gevolgd door M N als u de oproep
wilt aannemen.
n Bij controle vanaf een buitenlijn:
Volg de instructies voor uw telefoon om een
oproep te beantwoorden.
Druk op #1 met toonkiezen als u wilt reageren
met de controlehandset.
U kunt de babyfoonfunctie uitschakelen door te
drukken op #0.
Opmerking:
R 2 minuten nadat de gecontroleerde handset
een gesprek start, wordt de communicatie
tussen de gecontroleerde handset en de
telefoonli
jn voor controle automatisch
uitgeschakeld.
Overige programmering
De handsetnaam wijzigen
De standaardnaam van de handset is “Handset
1” tot en met “Handset 6”. U kunt de naam van
elke handset aanpassen (“Bob”, “Keuken”, enz.).
Dit is handig voor intercomgesprekken tussen
handsets. Schakel de weergavefunctie
(pagina 32) van de handsetnaam in om de
handsetnaam weer te geven in standbymodus.
1 M
N#104
2 Voer de gewenste naam in (maximaal 10
tekens).
3 MOKN a M
N
De handsetnaam weergeven
U kunt instellen of de naam van de handset al dan
niet zichtbaar moet zijn in standby. De
standaardinstelling is “UIT”.
1 M
N#105
32
Programmeren