2 MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M
N
Kiesrestrictie
U kunt ervoor zorgen dat vanaf bepaalde handsets
bepaalde telefoonnummers niet kunnen worden
gebeld. U kunt kiesrestrictie instellen voor maximaal
6 telefoonnummers en aangeven voor welke
handsets de restrictie geldt. Als u hier netnummers
opslaat, voorkomt u dat vanaf de beperkte
handsets een telefoonnummer met dat netnummer
kan worden gebeld.
1 M
N#256
2 Voer de basisstation-PIN in (standaard:
“0000”).
R Raadpleeg een officieel servicecentrum als
u uw PIN bent vergeten.
3 Selecteer de handsets waarvoor u een
restrictie wilt instellen door op 1 tot en met 6
te drukken.
R Alle handsets die op het basisstation zijn
geregistreerd, worden weergegeven.
R “
” wordt weergegeven naast de
geselecteerde handsets.
R Druk nogmaals op dezelfde kiestoets om
een geselecteerde handset te annuleren.
“
” verdwijnt.
4 MOKN
5 Selecteer een geheugenlocatie door op 1 tot
en met 6 te drukken. a MOKN
6 Voer het telefoonnummer of netnummer in dat
u wilt uitschakelen (max. 8 cijfers). a MOKN
a M
N
Beveiliging voor oproepen verhogen
U kunt de beveiliging voor telefoongesprekken
verhogen door deze functie in te stellen op
“Verhoogd”. Wanneer “Verhoogd” is
geselecteerd, wordt
weergegeven. De
standaardinstelling is “Normaal”.
1 M
N#729
2 MbN: na selectering gewenste instelling. a
MOKN
3 M
N
Opmerking:
R Als u de repeatermodus instelt op “AAN”
(pagina 34):
– wordt beveiliging ingesteld op “Normaal” en
wordt weergegeven.
– wordt “Beveiliging” niet weergegeven in
het menu op het display (pagina 26).
R Wanneer verhoogde beveiliging wordt
ingeschakeld, kan het geluid tijdens gesprekken
worden onderbroken.
De PIN (Personal Identification
Number: persoonlijk
identificatienummer) van het
basisstation wijzigen
Belangrijk:
R Noteer uw nieuwe PIN (Persoonlijk
identificatienummer) als u de PIN wijzigt. De PIN
wordt niet door het toestel weergegeven.
Raadpleeg een officieel servicecentrum als u uw
PIN bent vergeten.
1 M
N#132
2 Voer de huidige basisstation-PIN van 4 cijfers
in (standaard: “0000”).
3 Voer de nieuwe basisstation-PIN van 4 cijfers
in. a MOKN
4 MbN: “JA” a MOKN a M
N
Een apparaat registreren
Aanvullende apparaten bedienen
Aanvullende handsets
Bij het basisstation kunnen maximaal 6 handsets
worden geregistreerd.
Belangrijk:
R Het additionele model handset voor dit toestel
vindt u op pagina 4. Als een ander
handsetmodel wordt gebruikt, zijn sommige
bewerkingen mogelijk niet beschikbaar.
33
Programmeren