Opmerking:
R Controleer voor registratie van de camera of de
wisselstroomadapters van de hub en camera
zijn aangesloten en elk apparaat is ingeschakeld.
Registratieknoppen gebruiken
1 Hub:
Houd M
CAMERAN ingedrukt totdat de
LED-indicator langzaam groen knippert.
2 Camera:
Houd M
N ingedrukt totdat de
LED-indicator langzaam groen knippert
(pagina 7).
R Wanneer de registratie is voltooid, speelt
de hub één lange pieptoon af.
Opmerking:
R Als u wilt annuleren zonder de camera te
registreren, drukt u nogmaals op M
N op de
hub en op de camera.
R Wanneer de registratie is mislukt, speelt de hub
verschillende korte pieptonen af.
De app gebruiken
Wanneer u de camera registreert met behulp van
de app [Home Network], kunt u een naam
toewijzen aan uw apparaten en ze groeperen op
locatie.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding (pagina 13)
voor meer informatie.
Informatie over sensorfuncties
De camera heeft 3 sensorfuncties: een visuele
sensor die wordt gebruikt voor bewegingsdetectie,
een temperatuursensor en een geluidssensor. Lees
de volgende informatie over elke sensor voordat u
bepaalt waar de camera moet worden geïnstalleerd.
Opmerking:
R De sensorfuncties van de camera zijn niet
bedoeld voor gebruik in situaties die hoge
betrouwbaarheid vereisen. In dergeli
jke situaties
raden we het gebruik van de sensorfuncties niet
aan.
R Panasonic aanvaardt geen verantwoordelijkheid
voor letsel of schade als gevolg van het gebruik
van de sensorfuncties van de camera.
Zichtbaar licht gebruiken om
beweging te detecteren
De camera kan beweging detecteren door
wijzigingen in helderheid te herkennen in gebieden
die zichtbaar zijn voor de camera.
Afstand van detecteerbare beweging: tot 5 m
wanneer bewegingsgevoeligheid op de hoogste
stand is ingesteld met behulp van de app [Home
Network].
Opmerking:
R Beweging kan ten onrechte worden
gedetecteerd wanneer het bewegende voorwerp
en de achtergrond soortgelijke kleuren hebben.
R Beweging kan ten onrechte worden
gedetecteerd wanneer er plotselinge wijzigingen
in de helderheid zijn, zoals wanneer lampen
wor
den ingeschakeld.
R Detectie wordt bemoeilijkt wanneer het beeld
donker is.
R U kunt de gevoeligheid van de camerafunctie
voor bewegingsdetectie aanpassen en
selecteren welke gebieden van het camerabeeld
worden gecontroleerd op bewegingsdetectie.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding
(pagina 13) voor meer informatie.
8
Instellen