Blz. 18
Programmeren van
verlichting / signaallampen
Signaallampen
De aandrijving heeft de mogelijkheid om externe signaallampen aan te
sluiten als men aan de besturing de relaisuitbreidingsset 'deurfunctie
Open/Dicht + Licht' voor standaard aandrijvingen in behuizing heeft
aangesloten en automatisch sluiten geactiveerd is.
Deze uitgang kan zo geprogrammeerd worden dat de signaallampen branden of knipperen.
De besturing bevindt zich in de bedrijfstoestand, zoals op blz. 14 is beschreven. Wordt de toets P langer dan 10 sec.
ingedrukt, dan schakelt de besturing zich weer in de programmeermodus voor 'uitbreidingen' (aanduiding 3 knippert snel).
Toets P ingedrukt houden, met de toets +
O of -
Oprogrammeermodus 5 selecteren. (aanduiding 5 knippert, alle
andere aanduidingen branden) en dan P loslaten.
Op bladzijde 19 (tabel verlichtingstijd) bevindt zich een overzicht, dat u helpt, om de door u gewenste verlichtingstijd in
te stellen. Hier kunt u ook de door u ingestelde waarde aangeven.
Nadat de toets P niet meer ingedrukt wordt,
knippert de aanduiding 1 (verlichtingstijd).
Met de toets +
O of -
Okan men de verlichtingstijd
instellen (volgens de tabel).
Met de programmeertoets P in het geheugen vastleggen.
Nadat de toets P niet meer ingedrukt wordt,
knippert de aanduiding 2 (signaallampen).
Met de toets +
O of -
Okan men de signaallampen
programmeren.
aanduiding 1 knippert: externe signaallampen
branden
aanduiding 1 brandt: externe signaallampen
knipperen
Met de programmeertoets P in het geheugen vastleggen.