Blz. 24
O
22
Storingshandleiding voor de vakman
Eventuele storingen als volgt verhelpen :
Storingsindicatie
Aanduiding 8
brandt niet
Aanduiding 6
knippert
Foutmelding 10
Aanduiding 6
knippert
Foutmelding 6 of 15
Aandrijving loopt
alleen in richting
"deur open", echter
niet in richting
"deur dicht".
Foutmelding 15
Geen reactie na
impuls.
Aanduiding 7
brandt
Geen reactie na
impuls
Foutmelding 36
Aanduiding 7
knippert niet snel
na impuls via
afstandsbediening.
De afstandsbedie-
ning heeft te
geringe reikwijdte
(minder dan 5
meter).
Aanduiding 6
knippert
Foutmelding 9
Oorzaak
Spanning ontbreekt
Thermische beveiliging in nettrafo is in
werking getreden
Besturingsunit defekt
Uitschakelautomaat te gevoelig ingesteld.
Deur loopt te zwaar of is geblokkeerd.
Externe fotocel defect of onderbroken.
Fotocel (punt 18/1) geprogrammeerd,
echter fotocel niet aangesloten.
Aansluitklemmen voor drukknop
"impuls", zijn door bijv. kortsluiting in de
leiding of verkeerde aansluiting aan de
klemmen gebrugd.
Kortsluitstekker verwijderd (punt 16/D),
Stop-drukknop echter niet aangesloten.
Elektronische antenne niet ingestoken.
Codering van de afstandsbediening komt
niet overeen met ontvangercodering.
Batterij leeg.
Afstandsbediening, besturingselektronica
of elektronische antenne defect.
Batterij leeg.
Elektronische antenne verkeerd geplaatst.
Toerentalsensor defect.
Deur loopt te zwaar.
Werkwijze
Controleer of netspanning aanwezig is.
Wandcontactdoos controleren.
Zekeringen in de aandrijving (punt 13/B of C) controleren.
Trafo af laten koelen.
Netspanning uitschakelen. Lampenkap en motorkap ver-
wijderen. De besturingsunit losschroeven. De besturings-
unit iets naar voren trekken en de verbindingsstekker
eruit trekken. Besturingseenheid laten controleren.
Uitschakelautomaat (punt 18/4) (richting "deur open") en
(punt 18/5) (richting "deur dicht") minder gevoelig instellen.
Deur gangbaar maken.
Belemmering wegnemen of fotocel laten controleren.
Fotocelfunctie omprogrammeren of fotocel aansluiten.
Eventueel de bekabelde sleutelschakelaar of drukknopkast
bij wijze van proef van de besturingseenheid loskoppelen.
Stekker (punt 16/A) eruit trekken, stekker (punt 16/D) erin
steken en bekabelingsfout zoeken.
Stop-drukknop aansluiten.
Antenne aan besturingsunit aansluiten (punt 15)
Codering controleren (18/6).
Batterij 12V A 23 vervangen (punt 14). De knipperdiode
in de zender geeft de conditie van de batterij aan.
Alle 3 de componenten laten controleren.
Batterij 12V A 23 vervangen (punt 14). De knipperdiode
in de zender geeft de conditie van de batterij aan.
Antennedraad richten en zo mogelijk vrij in de ruimte
laten hangen.
Aandrijving laten controleren.
Deur na laten kijken.