Gebruiksaanwijzing ID1000NG
21
5.1.3 Status VOORALARM
Dit is de toestand waarbij een of meerdere melders/modules meetwaarden naar de centrale
sturen die hoger zijn dan de normale, maar de alarmdrempel nog niet bereikt hebben. Deze
toestand blijft aanwezig totdat een alarmmelding voor dat punt gemeld wordt, of tot wanneer
men de centrale reset.
Bij indrukken van de toetsen STOPPEN INTERNE ZOEMER zal deze vooralarmtoe-stand
behouden blijven.
Ledaanduidingen:
* NETSPANNING OK (groen) licht op
* De led VOORALARM (geel) knippert, en zal kontinu oplichten nadat de melding
bevestigd werd door de toets STOPPEN INTERNE ZOEMER te drukken.
* Alle andere leds zijn gedoofd.
LCD-display:
Lijn 1: STATUS: VOORALARM (datum) (tijd)
Lijn 2: (lokatienaam)(type element)
Nadat de alarmmelding bevestigd werd door de gebruiker verschijnt een meer gedetail-leerde
beschrijving van de melding op lijn 2, onder de vorm van:
VOORALARM (Adres melder) (zone) (type) (analoge waarde bij vooralarm-melding)
(lokatienaam) (datum & tijd van vooralarmmelding) met aanduiding of andere voorvallen
aanwezig zijn.
Ingebouwde zoemers:
Alarmzoemer (hoge toon) wekt een om de 2 minuten kortstondig een geluid op.
Sturingen, melders en modules: zie 5.1.1
5.1.4 Status STORING
Deze toestand kan meerdere oorzaken hebben, zoals een defekt aan melders,modules of een
kaart van de centrale. Bovendien zitten hierin storingen zoals STORING ACCU (afwezigheid
van netspanning, batterijen of laad-unit) en CPU-STORING (µP-fout). Deze
storingsmeldingen blijven aanwezig totdat een melding van hogere prioriteit gemeld wordt, of
totdat men de centrale reset. Bij indrukken van de toets STOPPEN INTERNE ZOEMER zal
deze storingstoestand behouden blijven.
Ledaanduidingen:
* NETSPANNING OK (groen) licht op indien 220V aanwezig is; is gedoofd indien de