4746
Geavanceerde scanwerkzaamheden
Handmatige uitsnede
Klik op de knop uisnede-prescan om een pres-
can van het uitsnedeveld te maken. Wilt u het
gehele scanveld zien, klik dan op de prescan-
knop.
Wilt u het uitsnedekader vergroten of verklei-
nen, versleep dan de hoek van het kader.
Wilt u het uitsnedekader verplaatsen, klik dan
midden in het uitsnedekader en versleep het.
Voor een andere uitsnedekader klikt en sleept
u buiten het kader.
Control + e (Windows) of command + e
(Macintosh) selecteert het totale scanveld.
Door de uitsnede van het beeld te veranderen kunt u de compositie verbeteren of onnodige
ruimte rond het onderwerp verwijderen.
Scaninstellingen handmatig invoeren
U kunt de instellingen voor de definitieve scan
in het prescan-venster uitvoeren.
2. Inputresolutie
3. Outputresolutie
4. Inputgrootte
5. Vergroting
6. Outputgrootte
7. Eenheden
8. Beeldgrootte
9. Taak oproepen (blz. 32)
10.Taak opslaan (blz. 49)
11.Vergrendeling Inputgrootte
12.Vergrendeling Outputgrootte
13.Reset-knop
Input-resolutie: u kunt waarden kiezen in de drop-down- lijst of ze zelf invoeren. Informatie over
de resolutie van de scanner vindt u in de hardware-gebruiksaanwijzing. De reeks input-resolutie
loopt van 337 dpi tot 5400 dpi.
Output-resolutie: u kunt waarden kiezen in de drop-down lijst of u kunt ze zelf invoeren. De out-
put-resolutie kan niet worden ingevoerd als pixels als eenheid is gekozen.
Input-grootte: de input-grootte wordt bepaald door de afmetingen van het uitsnedekader of
door de waarden die in de vakjes (W= breedte, H = hoogte) werden ingevoerd. Het uitsnedek-
ader past zich aan ingevoerde waarden aan. De input-grootte kan niet worden ingevoerd als
pixels als eenheid is gekozen.
Vergrendeling input-grootte: hiermee vergrendelt u de input-waarden. Als deze knop is aange-
klikt kan het uitsnedekader worden verplaatst, maar niet in afmetingen worden veranderd.
Opnieuw aanklikken van de knop heft de vergrendeling op. De vergrendeling input-grootte kan
niet worden gebruikt als pixels als eenheid is gekozen.
Vergroting: hiermee stelt u de vergroting in. Deze waarde is gebaseerd op de input- en output-
resolutie, of de output- en input-grootte. Het vakje voor de vergroting kan niet worden gebruikt
als pixels als eenheid is gekozen.
Zijn input-grootte en output-grootte niet vergrendeld, dan variëren input-resolutie en output-
grootte overeenkomstig de vergrotingswaarde. Is de output-grootte vergrendeld, dan variëren
input-resolutie en input-grootte overeenkomstig de opgegeven vergrotingswaarde. Is de input-
grootte vergrendeld, dan variëren input-resolutie en output-grootte overeenkomstig de opgege-
ven vergroting.
Output-grootte: de output-grootte wordt bepaald de afmetingen van het uitsnedekader of de
waarden die zijn ingevoerd in de vakjes voor breedte (W) en hoogte (H). De breedte en de hoogte
van het output-beeld kunnen direct worden ingevoerd in de vakjes; de input-resolutie, input-
grootte en uitsnedekader worden aangepast aan de opgegeven afmetingen.
Vergrendeling output-grootte: voor vergrendeling van de output-grootte.
Eenheden: u kunt hier de eenheid voor input- en outputgrootte kiezen: pixels, millimeters, centi-
meters, inches, pica’s en punten (points).
Beeldgrootte: grootte gebaseerd op het totaal aantal pixels in het beeld en kan afwijken van de
grootte van de opgeslagen data, afhankelijk van het geselecteerde bestandsformaat.
Reset-knop: zet al de huidige instellingen terug op hun standaardinstelling.
1. Taaknaam (blz. 32)
Voorbeeld 1: scanner-output in pixels instellen. In dit voor-
beeld wordt een beeld gemaakt van 640 x 480 pixels, voor
weergave op een monitor.
Selecteer pixel in het vakje eenheden. Voer de output-reso-
lutie in: 640 voor breedte (W) en 480 voor de hoogte (H)