55
De resolutie kan worden uitgedrukt in dpi (dots per inch). Dat geeft aan hoeveel pixels op een lijn
van 1 inch lang zijn geplaatst. Een resolutie van 350 dpi, ruim voldoende voor ink jet prints, leidt
ertoe dat een vierkante inch 122.500 pixels bevat. Een hoge resolutie geeft een hoge detaillering,
maar verhoogt ook de bestandsgrootte.
De beeldresolutie is afhankelijk van de resolutie van het output-apparaat. Een printer met een
resolutie van 150 dpi will kan een bestand met 300 dpi nooit beter printen dan een bestand van
150 dpi; het 300 dpi bestand is echter viermaal groter dan dat van 150 dpi. Is de output-resolutie
eenmaal vastgesteld, dan kan de input-resolutie worden berekend aan de hand van de vergroting
die nodig is om de gewenste output-grootte te bereiken.
Een voorbeeld: voor een print op het formaat 144 mm x 96 mm, met een output-resolutie van 150
dpi kan voor een kleinbeeldnegatief (grootte: 36 mm x 24 mm) de vergroting worden berekend
door de print-afmetingen door de negatiefafmetingen te delen: 96 mm / 24 mm = 4 maal. De
input-resolutie kan dan worden vastgesteld uit de vergrotingsfactor: 150 dpi x 4 = 600 dpi.
Over resolutie en output-grootte
Input-resolutie
Output-resolutie
Output-grootte
Input-grootte
Vergrotingsfactor
==
Vergroting: hiermee stelt u de vergroting in. Deze waarde is gelijk aan de input-resolutie gedeeld
door de output-resolutie, of de output-grootte gedeeld door de input-grootte. Het vakje voor de
vergroting kan niet worden gebruikt als pixels als eenheid is gekozen.
Zijn input-grootte en output-grootte niet vergrendeld, dan variëren input-resolutie en output-grootte
overeenkomstig de vergrotingswaarde. Is de output-grootte vergrendeld, dan variëren input-resolu-
tie en input-grootte overeenkomstig de opgegeven vergrotingswaarde. Is de input-grootte vergren-
deld, dan variëren input-resolutie en output-grootte overeenkomstig de opgegeven vergroting.
Output-grootte: de output-grootte wordt bepaald de afmetingen van het uitsnedekader of de
waarden die zijn ingevoerd in de vakjes voor breedte (W) en hoogte (H). De breedte en de hoogte
van het output-beeld kunnen direct worden ingevoerd in de vakjes; de input-resolutie, input-groot-
te en uitsnedekader worden aangepast aan de opgegeven afmetingen.
Vergrendeling output-grootte: voor vergrendeling van de output-grootte.
Eenheden: u kunt hier de eenheid voor input- en outputgrootte kiezen: pixels, millimeters, centi-
meters, inches, pica’s en punten (points).
Beeldgrootte: geeft de bestandsgrootte van het beeld weer.
Reset-knop: zet al de huidige instellingen terug op hun standaardinstelling.