39
Kleurinstelling (Color mode)
In de opnamestanden Auto en Handmatige opnameregeling kunt u de kleurinstelling via het menu
regelen. Met de kleurinstelling regelt u of de foto in kleur wordt geregistreerd of in zwart-wit. Op blz.
34 leest u hoe u de gebruiksstand verandert.
Standaard kleuren - voor normale kleuren. Standaardinstelling van de camera.
Sepia - voor warmgetinte zwart-witopnamen.
Warme kleuren - voor kleuropnamen met een warme tint.
Koele kleuren - voor kleuropnamen met een koele tint.
Selecteer in de opnamestanden Auto en Handmatige opnameregeling
de gewenste kleurinstelling; het live-beeld verandert naar gelang de
instelling. Op blz. 36 vindt u informatie over menugebruik.
Kiest u een warme of koele kleurweergave, dan verschijnt daarvoor
een aanduiding. Voor de andere standen verschijnt geen aanduiding.
Aanduiding kleurinstelling
Zwart-wit - voor neutrale zwart-witopnamen.
Opslagprioriteit (Memory priority)
Worden er in de camera twee geheugenkaarten gebruikt, dan regelt u met de opslagprioriteit op welke
kaart de opgenomen foto’s worden opgeslagen. is deze kaart vol, dan wordt verder gegaan op de
tweede kaart. Werkt u met een enkele kaart, dan wordt de opslagprioriteit automatisch op die kaart
ingesteld.
De opslagprioriteit kan worden ingesteld in alle opnamemenu’s. Op
blz. 36 leest u hoe u de menu's gebruikt.
De geheugenkaart die in gebruik is of werd geselecteerd via de
opslagprioriteit verschijnt in de rechter benedenhoek van de monitor.