41
In de stand voor continu-opnamen worden er achtereen opnamen gemaakt zolang de ontspanknop
ingedrukt wordt gehouden. De continu-stand werkt als de motordrive van een conventionele fotoca-
mera. Het aantal opnamen dat u achtereen kunt opnemen en het haalbare tempo zijn afhankelijk van
de instellingen voor beeldkwaliteit en beeldgrootte. De maximale opnamesnelheid is 1,2 beeld per
seconde met de sluiter FX aan (blz. 1031), of 1,5 beeld per seconde als die uit staat. Plaatsen van
de datum in beeld verlaagt de snelheid. De continu-stand stelt u in met de toets voor de transport-
stand (blz. 38).
Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt en ingedrukt wordt gehouden, begint de
camera opnamen te maken; hij gaat door tot het maximale aantal opnamen is
bereikt of totdat de ontspanknop wordt losgelaten. TIFF-beelden(blz. 46) kunnen niet
worden opgenomen. De ingebouwde flitser kan worden gebruikt, maar de camera
wacht steeds met de volgende opname totdat de flitser opgeladen is. Datum in beeld
(blz. 49) verlaagt ook de opnamesnelheid.
Bepaal de beeldcompositie als beschreven bij de basistechnie-
ken (blz. 26). Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling
op het onderwerp te vergrendelen en de belichting voor de serie
vast te stellen. Druk de ontspanknop geheel in om de serie te
starten en houd hem ingedrukt (1); de scherpstelling wordt ver-
grendeld op het eerste beeld.
Onderstaand overzicht geeft het maximum aantal opnamen aan dat met verschillende instellingscom-
binaties voor beeldgrootte en -kwaliteit te maken is.
Economy
Standaard
Fijn
2272 X 1764 1600 X 1200 1280 X 960 640 X 480
3
7
14
7
14
25
11
20
36
36
57
80
Continu transport
1
Kwaliteit
Grootte