De verschillende scherpstelstanden zorgen ervoor dat u op de gewenste afstand kunt scherpstellen.
De scherpstelling kan bij alle opnameprogramma’s, inclusief ‘Uitgerekt’ (blz. 40), worden ingesteld op
volautomatisch, mits enkelbeeldtransport is gekozen.
30
SCHERPSTELSTANDEN
Druk om de scherpstelstand te kiezen de op-toets van de
besturingseenheid (1) in totdat de gewenste stand op de
monitor verschijnt. De gekozen scherpstelstand blijft actief
totdat u hem wijzigt.
Macro - voor close-upopnamen tussen 11 en 50 cm van
de frontlens in de groothoekstand van het objectief en op
50 cm in de telestand. Vanwege de zoekerparallax dient u
gebruik te maken van de LCD-monitor om het beeld uit te
kaderen.
Landscape - de scherpstelling staat op oneindig om
scherpe landschapopnamen te geven.
1
Macro
Landschap
Autofocus
Geen
aandui-
ding
OPNAMESTAND
100