106
O
PNAMEMENU
DIGITALE ONDERW. PROGRAMMA SETUP
DSP set DSP
Tracking AF On
AE lock On
Spot AE area Center spot
Direct MF Off
U kunt de geheugenregisters die voor camera-instellingen worden
gebruikt toewijzen aan de standen voor de Digitale Onder-
werpsprogramma’s op de belichtings-keuzeknopl. Die instelling vindt
plaats in sectie 4 van het opnamemenuu (blz. 80). Er zijn twee opties:
DSP - de Digitale Onderwerpsprogramma’s zijn actief op het belich-
tings-keuzewiel.
Memory recall - de geheugenregisters worden toegewezen aan de
standen voor de Digitale Onderwerpsprogramma’s op de belichtings-
keuzeknop zoals aangegeven in de illustratie.
Meer informatie over de Digitale Onderwerpsprogramma’s op blz.
58. Kijk voor het opslaan van de camera-instellingen op blz. 72.
TRACKING AF
Subject Tracking AF, gebruikt in de continu AF scherpstelstand (blz. 46) kan worden uitgeschakeld in
sectie 4 van het opnamemenu (blz. 80). Als deze functie is uitgeschakeld kan de positie van het AF-
veld nog wel worden gestuurd met de vierwegtoetsen van de stuureenheid.
AE LOCK (BELICHTINGSVERGRENDELING)
De belichtingsvergrendeling kan worden in- en uitgeschakeld in sec-
tie 4 van het opnamemenu (blz. 80). Is de belichtingsvergrendeling
ingeschakeld dan wordt de belichting vergrendeld wanneer de ont-
spanknop half wordt ingedrukt; de sluitertijd- en diafragma-aandui-
ding worden zwart om de vergrendeling te bevestigen. Staat de
belichtingsvergrendeling uit, dan zal de belichting zich ook na half
indrukken van de ontspanknop aan wisselende lichtomstandigheden
blijven aanpassen. Dit heeft geen gevolgen voor de werking van de
AEL-toets (blz. 50). Gebruikt u enkelvoudige AF in combinatie met
meerveldsmeting, dan is de belichtingsvergrendeling altijd actief,
ongeacht de menu-instelling.
Belichting vergrendeld