23
NL
Het verdient aanbeveling, het apparaat voor ingebruikneming
te reinigen, meer hierover in de paragraaf "Reinigen".
In- en uitschakelen,
temperatuur instellen
W Aan: Draai de temperatuurregelaar 1, afb.
A1, rechts-om van "0" op "4". Het apparaat
wordt ingeschakeld en de binnenverlichting
gaat aan.
W Uit: stand "0". De binnenverlichting is uit.
W De standen van de temperatuurregelaar
betekenen:
"1" = warm
, kleinste koelcapaciteit
"7" = koud
, grootste koelcapaciteit
W Draai de temperatuurregelaar bij voorkeur in de middelste
stand.
W Bij de instelling “7” is het mogelijk in de koudste zone van
het koelgedeelte temperaturen “0” te bereiken.
W Worden diepvriesproducten bewaard en moeten de lage
vriestemperaturen gewaarborgd zijn, dan verdient een
instelling tussen "4" en "7" de aanbeveling.
Cool-Plus-schakelaar*
W Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of
minder de Cool-Plus-schakelaar 2, afb. A1,
aan de temperatuurregelaar inschakelen
Dit garandeert de vereiste lage temperatuur in
het vriesgedeelte.
W Bij normale kamertemperaturen van meer
dan 18 °C, is het inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-
schakelaar moet uitgeschakeld zijn.
Tip: Houd er rekening mee dat de binnentemperatuur wordt
beïnvloed door de kamertemperatuur, de vulling, de plaats
van het apparaat en de frequentie waarmee de deur wordt
geopend.
Aanwijzingen m.b.t. het koelen
W Door de luchtcirculatie ontstaan verschillende tempe-
ratuurzones, die voor het bewaren van de verschillende
levensmiddelen gunstig zijn.
- Direct boven de groenteladen en tegen de achterwand is
het het koudste - gunstig voor bijv. worst- en vleeswaren.
- In het bovenste voorste bereik en in de deur is het het
warmste - gunstig voor bijv. smeerbare boter en kaas.
W Let erop dat de levensmiddelen zo bewaard worden dat
de lucht nog goed kan circuleren. Leg ze dus niet te dicht
bij elkaar en zorg ervoor dat er een afstand van ca. 2 cm
tussen de levensmiddelen en de binnenverlichting is.
W Bewaar ze altijd in gesloten verpakkingen.
W Als verpakkingsmateriaal zijn recyclebare kunststof, me-
talen, aluminium, glazen verpakkingen en vershoudfolie
geschikt.
W Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen
zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of
verpakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv.
tomaten niet met kiwi's of kool bewaren.
2 Koelgedeelte
* afhankelijk van model en uitvoering
3 Vriesgedeelte
In het
-vriesgedeelte kunt u bij een bewaartempe-
ratuur van -18 °C en lager (d.w.z. vanaf de middelste stand
van de temperatuurregelaar) diepvriesproducten en
levensmiddelen verscheidene maanden lang bewaren,
ijsblokjes maken en bovendien verse levensmiddelen
invriezen.
Opmerking: De temperatuur van de lucht in het vriesge-
deelte (gemeten met een thermometer of andere meetap-
paratuur) kan schommelen. Dit heeft bij een gevuld vak
echter weinig invloed op de ingevroren levensmiddelen.
De kerntemperatuur van de ingevroren levensmiddelen
ligt dan rond het gemiddelde van deze schommelingen.
IJsblokjes maken
W Vul de ijsblokjeshouder* voor driekwart met water en
laat dit bevriezen. De ijsblokjes komen los uit de houder
door deze te buigen, of wanneer de ijsblokjeshouder
korte tijd onder stromend water wordt gehouden.
Invriezen van verse levensmiddelen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en
door bevroren worden. Voedingswaarde, vitaminen, uiterlijk
en smaak van de levensmiddelen blijven zo het beste be-
waard. Ga bij het invriezen van grotere hoeveelheden verse
levensmiddelen als volgt te werk:
W Stel de temperatuurregelaar ca. 24 uur vóór het erin
leggen op een gemiddelde tot koude stand (ca. 6) in.
- Schakel Cool-Plus
2 in. Reeds ingevroren diepvries-
producten krijgen een "koudereserve".
W Leg vervolgens de verse levensmiddelen erin. Op het
typeplaatje (zie onder "Invriescapaciteit ... kg/24h") vindt
u hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur
maximaal kunt invriezen*.
Verdeel de verse levensmiddelen zo breed mogelijk over
de bodem van het vriesgedeelte en laat ze niet in aanra-
king komen met reeds ingevroren diepvriesproducten.
W Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe, in te vriezen levens-
middelen door en door bevroren.
-
Draai de temperatuurregelaar weer in de oorspronkelijke
stand terug. Schakel Cool-Plus
2 weer uit. Het normale
koelproces komt weer op gang. Het invriezen is voltooid.
Aanwijzingen voor het invriezen en
bewaren
W Diepvriesproducten (reeds ingevroren levensmiddelen)
kunt u onmiddellijk in het koude vriesgedeelte leggen,
hetzelfde geldt voor tot ca. 1 kg verse levensmiddelen
per dag.
W Als u het maximale volume wilt gebruiken, kunt u de
laden eruit nemen en de vriesproducten direct op de
koudeplaten bewaren.
W Vries eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur
niet opnieuw in, maar bereid ze direct na het ontdooien.
W Als richtwaarde voor de bewaarduur van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak geldt:
Consumptieijs 2 tot 6 Maanden
Worst, ham 2 tot 6 Maanden
Brood, bakproducten 2 tot 6 Maanden
Wild, varken 6 tot 10 Maanden
Vis, vet 2 tot 6 Maanden
Vis, mager 6 tot 12 Maanden
Kaas 2 tot 6 Maanden
Gevogelte, rund 6 tot 12 Maanden
Groente, fruit 6 tot 12 Maanden
!