13
De sleutel (fig. 2) heeft twee druk-
knoppen:
A - voor het centraal vergrendelen
van de portieren, het inschakelen
van het diefstalalarm en voor de
lokalisatiefunctie;
B - voor het centraal ontgrendelen
van de portieren en het uitschakelen
van het diefstalalarm.
Als u knop A even ingedrukt
houdt, wordt de “lokalisatie”-func-
tie ingeschakeld: alle plafondlamp-
jes in het interieur gaan samen met
de richtingaanwijzers branden.
Deze functie wordt door het sys-
teem herkend als de afstandsbedie-
ning binnen een afstand van 30
meter van de auto wordt bediend.
De sleutel is ook uitgerust met een
metalen baard D die in de hand-
greep van de sleutel kan worden
geklapt door het indrukken van
knopje C.
Druk nogmaals op knopje C voor
het uitklappen van de metalen
baard.
Wees zeer voorzichtig
bij het indrukken van
knopje C, zodat bij het
uitklappen van de metalen baard
geen verwondingen of beschadi-
gingen ontstaan. Druk het knopje
alleen in als de sleutel ver genoeg
van het lichaam (speciaal de
ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kle-
dingstukken) is verwijderd. Laat
de sleutel nooit onbeheerd ach-
ter. Hiermee voorkomt u dat
iemand (dit geldt in het bijzonder
voor kinderen) per ongeluk op
knop C drukt.