16
DASHBOARD EN BEDIENING
Als u de contactsleutel in stand MAR draait
en het lampje Ugaat niet branden of het gaat
branden of knipperen tijdens het rijden (bij
sommige uitvoeringen verschijnt ook een bericht op
het display), wendt u dan u zo snel mogelijk tot het
Lancia Servicenetwerk. De werking van het lamp-
je U kan met speciale apparatuur door de politie
gecontroleerd worden. Houdt u aan de wetgeving van
het land waarin u rijdt.
ESP 2 (ELECTRONIC STABILITY
PROGRAM) (geel)
Als u de sleutel op MAR draait, gaat het lampje
branden. Het moet echter na enkele seconden do-
ven. Als het lampje niet dooft of tijdens het rijden blijft bran-
den (op het display verschijnt ook een bericht), wendt u dan
tot het Lancia Servicenetwerk. Bij sommige uitvoeringen
verschijnt een bericht op het display. Als het lampje knip-
pert tijdens het rijden, dan geeft dit aan dat het ESP in
werking is getreden.
á
Storing Hill Holder (geel)
Als het lampje á gaat branden, is er een sto-
ring in het Hill Holder-systeem. Wendt u in dat
geval zo snel mogelijk tot het Lancia Service-
netwerk. Bij sommige uitvoeringen verschijnt
het symbool * op het display.
Op het display verschijnt het betreffende be-
richt.
á
*
Voorgloeibougies
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje branden. Het lampje dooft als de voor-
gloeibougies de vooraf ingestelde temperatuur heb-
ben bereikt. Start de motor zodra het lampje gedoofd is.
WAARSCHUWING Bij een hoge buitentemperatuur kan
het lampje zeer kort branden.
Storing in voorgloei-installatie
Het lampje gaat knipperen als er een storing is in de voor-
gloei-installatie. Wendt u zo snel mogelijk tot het Lancia
Servicenetwerk.
Op het display verschijnt het betreffende bericht.
m