—
30
—
recorderuitgangsplug in de uitgangsklem om de recorder met een ander
toestel te verbinden.
Opmerkingen:
●
De uitgangsspanning bedraagt 1mV/A in het 400A bereik en 0.1mV/A in
het 2000A bereik. Regel de geschikte ingangsgevoeligheid op de
recorder.
●
De peak hold functie is niet van toepassing op de recorder, zelfs niet als
het toestel in de peak hold modus ingesteld is.
●
Bij langdurige meting, de wachtmodus ongedaan maken (zie punt 6.2).
Hoe bevestigt men een paar meetsnoeren op de recorderuitgangsplug ?
● Bevestig één uiteinde van de snoeren met de recorderuitgangsplug en let
op de polariteit; verbind daarna het andere uiteinde.
7-4 Veranderen van modus
In een wisselstroom- (400A of 2000A) of weerstandsbereik ( Ω/.)))), op
de modusschakelaar drukken om door de verschillende meetmodi te
scrollen. Het toestel is oorspronkelijk ingesteld op de normale modus
maar kan d.m.v. de modusschakelaar afgeregeld worden op peak-modus of
continuïteitstestmodus (zie punt 6.1.2 en 6.3.1).
GEVAAR
● Leg nooit spanning aan de uitgangsklem aan