—
28
—
Opmerking:
●
bij het kortsluiten van de meetsnoeren kan het gebeuren dat het scherm
een zeer lage weerstandswaarde opgeeft i.p.v. nul. Dit is de weerstand
van de meetsnoeren en het wijst geenszins op een fout.
●
indien één van de meetsnoeren op is, verschijnt de aanduiding OL.
6-3-2 Continuïteitstest
① Plaats de functieschakelaar op Ω/.))).
② Schuif het beschermkapje van de aansluitklem naar links. Plug het rode
meetsnoer in de V/ Ω klem en het zwarte in de COM klem.
③ Druk op de modus-selectieknop om de continuïteitsmodus te selecteren.
Het meetbereik wordt ingesteld op 400 Ω en het symbool .))) verschijnt.
④ Sluit de meetunten van de snoeren kort en controleer of de uitlezing nul is
en of het geluidssignaal geactiveerd wordt.
⑤ Verbind de meetpunten met de teststroomkring. Het scherm geeft de
waarde van de weerstand weer en de buzzer wordt geactiveerd bij een
weerstand van ongeveer 50 Ω.
Opmerking:
●
Bij het kortsluiten van de meetpunten van de snoeren kan het gebeuren
dat de uitlezing een lage weerstandwaarde weergeeft i.p.v. nul. Dit is de
weerstand van de meetsnoeren en wijst niet op een fout.
●
Als één van de meetsnoeren open is, wordt OL weergegeven.