KRT706400 NL
Copyright © 2019 VARO P a g i n a | 6 www.varo.com
▪ De nauwkeurigheid van de gemeten diepte is afhankelijk van de vorm en materiaal van het
gedetecteerde voorwerp en van de eigenschappen van de materialen die zich rondom het
voorwerp bevinden.
▪ Wanneer het gedetecteerde voorwerp een normale wapeningsstaaf van 18 mm diameter is,
is de nauwkeurigheid van de gemeten diepte het hoogst. De gemeten diepte geeft enkel
een algemeen idee van de werkelijke diepte.
7.6 Detectie van houten voorwerpen
▪ Duw op de houtdetectieknop (6) om in de “exacte”-modus voor het detecteren van hout te
komen. Het symbool voor houtdetectie en het symbool voor de exacte modus (j) verschijnen
op het scherm.
▪ Om te kalibreren, plaatst u het meetinstrument op het oppervlak zonder het te bewegen.
Duw kort op de houtdetectieknop (6). Wacht tot het groene lampje gaat branden. Het
instrument is nu gekalibreerd.
▪ Om van exacte naar dieptemodus te gaan, duwt u langere tijd op de houtdetectieknop (6).
▪ Voer een detectie uit door het instrument in eenzelfde richting te bewegen. Wanneer het
instrument in de buurt komt van de rand van een houten voorwerp, zal de signaalsterkte-
indicator uitslaan. Het middelpunticoon (g) zal verschijnen, het gele of rode lampje zal
oplichten en er zal een “di di di”-geluid weergegeven worden.
▪ Wanneer het meetinstrument de andere rand van het hout verlaat, zal de signaalsterkte-
indicator verdwijnen, het middelpunticoon verdwijnt, het groene lampje licht op en het geluid
stopt.
7.7 Detectie van elektriciteitsleidingen
▪ Duw op de detectieknop voor elektriciteitsleidingen (8) om in de modus voor het opsporen
van elektriciteitsleidingen te komen. Het symbool b verschijnt op het scherm.
▪ Wanneer er geen elektriciteitsleidingen in de buurt zijn, maar de signaalsterkte-indicator h
wel uitslaat, dient het meetinstrument gekalibreerd te worden.
▪ Ga als volgt tewerk om te kalibreren: hou op de huidige plek de detectieknop voor
elektriciteitsleidingen ingedrukt tot signaalsterkte 0 wordt aangegeven en het groene lampje
brandt. De kalibratie is nu voltooid. Laat de knop los om elektriciteitsleidingen te gaan
opsporen.
▪ De detector kan spanningvoerende elektriciteitsleidingen opsporen met een wisselspanning
van 40 tot 60 Hz.
▪ In sommige gevallen kan het instrument geen ingebedde spanningvoerende
elektriciteitsleidingen vinden (bv. wanneer de leiding zich onder een metalen vlak, beton of
andere voorwerpen bevindt die een afschermend effect hebben). Wanneer u een
spanningvoerende leiding zoekt, wordt het detectiesignaal beïnvloed door de positie van de
spanningvoerende draad. Daarom wordt het aangeraden om het te onderzoeken gebied
verschillende malen te onderzoeken of andere toestellen te gebruiken om te bepalen of er
een spanningvoerende leiding in de buurt is.
▪ Nota: statische elektriciteit kan onnauwkeurige resultaten veroorzaken. Om de
detectieresultaten te verbeteren, kunt u uw vrije hand naast de detector op de muur
plaatsen. Dit voert de statische elektriciteit af.
7.8 Vochtmeting
▪ Duw op knop 7 om in de vochtigheidsdetectiemodus voor hout te komen. Het icoon f
verschijnt op het scherm.
▪ Duw langer op de knop om naar de vochtigheidsdetectiemodus voor bouwmaterialen te
gaan. Het icoon i verschijnt op het scherm.
▪ In de vochtigheidsdetectiemodus kunt u schakelen tussen hout of bouwmaterialen door
langer op de knop 7 te drukken. Druk kort op knop 7 om de gegevens te bevriezen.
▪ Verwijder het probedeksel (9). Hou het instrument vast en duw de probe tegen het te meten
voorwerp. De testgegevens verschijnen op het scherm (d). Duw op knop 7 om de gegevens