KRT706400 NL
Copyright © 2019 VARO P a g i n a | 5 www.varo.com
7 GEBRUIK
7.1 Schermsymbolen
a) Symbool voor magnetische/niet-magnetische metalen
b) Weergave van huidige detectiemodus (hout, elektriciteitsleiding, metaal)
c) Batterij-indicator
d) Diepte gedetecteerd metaal (afstand van middelpunt van het sensorgebied tot het
gedetecteerd voorwerp)
e) Vochtigheidstest voltooid, testgegevens bevroren
f) Huidige vochtigheidstestmodus
g) Icoon dat het middelpunt van het detectiegebied aangeeft
h) Gedetecteerde signaalsterkte
i) Icoon vochtigheidsmeting van bouwmaterialen
j) “Exacte”-modus voor het detecteren van vreemde voorwerpen zoals hout
k) “Diepte”-modus voor het detecteren van vreemde voorwerpen zoals hout
7.2 Batterij inzetten of vervangen
Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkalimangaanbatterijen geadviseerd. Als
u het batterijvakdeksel wilt openen, drukt u op de vergrendeling 13 en klapt u het
batterijvakdeksel open. Plaats de batterij. Let daarbij op de juiste poolaansluitingen, zoals
aangegeven op de binnenzijde van het batterijvak. Verwijder de batterij wanneer het
meetinstrument gedurende langere tijd niet gebruikt zal worden. De batterij kan anders na een
lange tijd corroderen of zichzelf ontladen.
7.3 Ingebruikneming
▪ Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zonlicht.
▪ Zorg dat de sensor vochtvrij is voordat u het meetinstrument inschakelt. Wrijf indien nodig
het instrument droog met een vod.
▪ Wanneer het instrument aan een grote temperatuursverandering werd blootgesteld, laat
het dan op omgevingstemperatuur komen voordat u het inschakelt.
▪ Nota: het gebruik van de detector in de buurt van een microgolfoven of andere straling
uitzendende apparatuur zal het detectieresultaat beïnvloeden.
7.4 In- en uitschakelen
▪ Duw op de ON/AAN-knop (5) om het meetinstrument in te schakelen. Na een korte zelftest
zal de detector klaar zijn voor gebruik. Het meetinstrument gaat standaard in de modus voor
het detecteren van metalen.
▪ Het meetinstrument moet gekalibreerd worden wanneer de signaalsterkte-indicator (h) een
resultaat aangeeft wanneer er geen metaal in de buurt is.
▪ Om het toestel te kalibreren, gaat u als volgt tewerk: plaats het meettoestel in een omgeving
zonder metaal of magnetisch veld in de buurt (hoog in de lucht bv.). Duw op de
metaaldetectieknop (8) totdat het signaal op de signaalmeter (h) 0 aangeeft en het groene
lampje brandt. De kalibratie is voltooid. Laat de knop voor het detecteren van metaal los.
7.5 Detecteren van metalen voorwerpen
Duw op de metaaldetectieknop (8) om in de metaaldetectiemodus te komen. Het symbool b
verschijnt op het scherm en het groene lampje gaat branden.
▪ Plaats het meettoestel op het te scannen oppervlak en beweeg het in eenzelfde richting.
Wanneer het meettoestel in de buurt komt van een metalen voorwerp, zal de uitslag van de
signaalsterkte-indicator (h) toenemen. Wanneer het meettoestel wegbeweegt van het
voorwerp, zal de uitslag verkleinen.
▪ Op de positie met maximale uitslag, bevindt het metalen voorwerp zich onder het
middelpunt van de sensor. Indicator g wordt op het scherm getoond. Tegelijkertijd zullen het
rode of gele lampje oplichten en klinkt er een continue toon.