44
Geavanceerde opnametechniek
HANDINSTELLING BELICHTING - M
45
Gebruik het voorste instelwiel om de sluitertijd zover te verlagen dat “BULB” verschijnt.
Gebruik het achterste instelwiel om het gewenste diafragma in te stellen.
Om een tijdopname te maken houdt u de ontspanknop zo lang ingedrukt als de belichting moet duren.
Loslaten van de ontspanknop stopt de belichting.
De monitor is tijdens de opname blanco en blijft na de opname maximaal 30 seconden blanco in de
tijd dat de ruisonderdrukking op het beeld wordt toegepast.
Tijdopnamen kunnen worden gemaakt met handmatige belich-
tingsregeling (M). Gebruik van een statief, afstandsbedieningskabel
en oculairkapje (blz. 59) is aan te bevelen. Het belichtingssysteem
van de camera kan niet worden gebruikt om tijdopnamen te bere-
kenen. Gebruik van een losse belichtingsmeter is aan te bevelen.
Anti-Shake wordt uitgeschakeld.
Tijdopnamen
Met het voorste instelwiel
stelt u de sluitertijd in.
Met de handmatige belich-
tingsregeling kunt u zelf
diafragma en sluitertijd in-
stellen. Deze stand scha-
kelt de automatische be-
lichtingsregeling uit, waar-
door de fotograaf maximale
controle heeft over het
eindresultaat. U kunt ook
tijdopnamen maken, zie
hieronder. De handmatige
belichtingsregeling wordt
ingesteld met de belich-
tingskeuzeknop (blz. 39).
Met het achterste instelwiel
wijzigt u het diafragma.
Houd de AEL-toets (1) inge-
drukt terwijl u aan een van
de instelwielen draait als u
de sluiterttijd/diafragma-
combinatie wilt wijzigen
zonder de belichting te ver-
anderen.
De ingestelde belichting is 1,0 LW minder (–) dan de belichting die de meter
aangeeft. Op de monitorschaal zie u de aanduiding M.M.
De pijl geeft aan dat de ingestelde belichting 0,5 LW meer (+) of
minder (–) is dan de grootste waarde op de schaal die door de
meter is vastgesteld.
De knipperende pijl geeft aan dat de ingestelde belichting 1,0
LW meer (+) of minder (–) is dan de grootste waarde op de
schaal die door de lichtmeter is vastgesteld.
De sluitertijd- en diafragmawaarden worden gewijzigd afhankelijk van de stand van de belichtings-
correctieknop, zie de camera-info op blz. 41. De functie van de instelwielen bij handmatige belich-
tingsregeling kan worden gewijzigd met het custom-menu (blz. 96). Bij gebruik van de flitser kan de
sluitertijd niet korter zijn dan de flitssynchronisatietijd, zie blz. 42. Het flitsbereik is afhankelijk van het
diafragma, zie blz. 51.
De LW-schaal op de monitor en in de zoeker geeft het verschil weer tussen de ingestelde belichting
en de belichting die de lichtmeter van de camera meet. Druk de ontspanknop half in om de belich-
tingsmeter te activeren. De stappen op de schaal zijn afhankelijk van de stand van de belichtingscor-
rectieknop. De voorbeelden hieronder zijn gebaseerd op een verschil van 0,5 LW. Meer informatie over
LW’s op blz. 81.
+2,5 LW
+3,5 LW
±3,0 LW
±4,0 LW
AFSTANDSBEDIENINGSKABEL (ACCESSOIRE) AANSLUITEN
U kunt de als extra leverbare afstandsbedieningskabels (RC-1000S en RC-
1000L) gebruiken om te voorkomen dat aanraking van de camera tot trillingson-
scherpte leidt.
Schuif het deksel van de afstandsbediening open en steek de stekker in de aan-
sluiting (1). Open de clip voor de afstandsbediening op de riem en druk de kabel
in de groef. Sluit de clip totdat hij vastklikt (2).