Profielwijziging
Wordt de belasting tijdens de programma-afloop gewij-
zigd, werkt de wijziging vanaf de knipperende kolom
naar rechts. De kolommen links ervan tonen de opge-
brachte belastingniveaus en blijven ongewijzigd.
Trainingsonderbreking of –einde
Bij minder dan 10 pedaalomwentelingen/min of indruk-
ken van “Recovery” herkent de computer een trainingson-
derbreking. De bereikte trainingsgegevens worden geto-
ond. Polsslag, belasting, omwentelingen en snelheid wor-
den als gemiddelde waarde met Ø-symbool weergege-
ven.
Met “plus” of “min” wisseling in de actuele weergave.
De trainingsgegevens worden 4 minuten weergegeven.
Drukt u gedurende deze tijd niet meer op een toets en
traint niet verder, schakelt de computer in de stand-by
modus.
Hervatten van de training
Bij voortzetting van de training binnen 4 minuten worden
de laatste waardes verder omhoog of omlaag geteld.
Recovery – functie
Herstelpolsmeting
De computer meet gedurende 60 seconden terugtellend
uw polsslag en berekent een conditiecijfer.
Bij trainingseinde “Recovery” indrukken. Daarbij wordt de
actuele polsslagwaarde (in de tekening “168”) opgesla-
gen. Na 60 seconden wordt weer de polsslag (in de teke-
ning “137”) opgeslagen. Het verschil tussen beide waar-
des (in de tekening “31”) wordt weergegeven. Daaruit
wordt een conditiecijfer (in de tekening “F 2.6”)
berekend. Weergave hiervan eindigt na 10 seconden.
“Recovery” of “Reset” onderbreken deze functie.
Wordt aan het begin of einde van de tijdtelling géén pols-
slag gemeten, verschijnt er een foutmelding.
Polswaarden bij REC Start
Polswaarden na REC Einde
Verschil
(REC Start-REC Einde)
Conditiecijfer
10
NL