Korte handleiding
Functiebereik
De zes toetsen worden hierna kort uitgelegd.
Het precieze gebruik wordt in de betreffende
hoofdstukken uitgelegd. In deze beschrijvingen
worden de namen van de functietoetsen ook zo
gebruikt.
SET (kort indrukken)
Met deze functietoets worden programmeringen
opgeroepen.
De geprogrammeerde gegevens worden
opgeslagen.
SET (langer indrukken)
Bij de weergave van alle segmenten: oproep
“individuele instellingen”
Reset
Met deze functietoets wordt het actuele veld gewist
voor een nieuwe start.
Programm
Met deze functietoets worden de diverse
programma’s gekozen.
Nogmaals indrukken > volgend programma
Langer indrukken > programmadoorloop
Min – / Plus + toetsen
Met deze functietoetsen worden vóór de training in
de diverse menu’s waardes gewijzigd en tijdens de
training het vermogen gewijzigd.
• verder “Plus”
• of terug “Min”
• langer indrukken > snellere wisseling
• “Plus” en “Min” samen indrukken:
•Vermogen springt op 25 Watt
•Programma’s springen op oorsprong
•Waardeprogrammering springt op Aus (Off)
RECOVERY
Met deze functietoets wordt de herstelpolsfunctie
opgestart.
Verdere functies van de toetsen worden in de
betreffende gedeeltes van de bedieningshandleiding
uitgelegd.
Polsslagmeting
De polsslagmeting kan via 2 bronnen gebeuren:
1. Oorclip –
De stekker wordt in de bus gestoken;
2. Cardio-Puls-Set
> accessoire (zie handleiding Cardio-Puls-Set)
Opmerking:
Trainings- en bedieningshandleiding
50
NL
G
G
G