13
Functies en bediening van de trainingscomputer
NL
Bedieningsaanwijzingen voor de trainingscom-
puter met digitale weergave
(7801 / 7831)
1. Start zonder voorkennis
U kunt zonder voorkennis met de training beginnen. Op de
display worden de diverse informaties weergegeven. Voor een
efficiënte training en voor het instellen van uw persoonlijke
trainingsprogrammeringen, a.u.b. deze bedieningshandleiding
doorlezen en de instructies opvolgen.
Lees ook de algemene aanwijzingen in de
trainingshandleiding.
Starten van het apparaat
Plaats 2 batterijen. (1,5 V UM 3/AA). De computer voert een
segmenttest uit en toont alle weergeefbare tekens. U hoort een
pieptoon ter bevestiging.
Daarna verschijnt de datumweergave en het jaartal knippert.
Omschrijving Y = Year = jaar.
Met de toets SET kunt u het
actuele jaar kiezen. Als u te
ver geteld heeft, RESET
indrukken: start weer bij
2004. Na bevestiging met
MODE gaat u links ernaast
naar het datumveld. Hier voert u met SET op dezelfde manier
de maand (M=Month=Maand) in en na bevestiging met MODE
de dag (D=Day=dag). Vervolgens weer MODE indrukken, de
dag wordt opgeslagen en springt naar het grote veld van de
tijd. Hier stelt u ook met SET en MODE eerst de uren en dan
de minuten in. Na bevestiging van de minuten door indrukken
van MODE gaat u naar het programmeerveld van de functies.
De datum- en tijdinstellingen blijven zolang opgeslagen tot de
batterijen weer verwisseld moeten worden.
2. Functietoetsen
MODE
Kies door kort indrukken van de MODE-toets tussen de functies
[TIME; DISTANCE, CALORIES of PULSE] zowel voor de
weergave, als voor uw persoonlijke instellingen.
Als u de MODE-toets lang ingedrukt houdt, worden alle waardes
op >0< gezet.
SET
Met de SET-toets worden geprogrammeerde waardes inge-
voerd. Daarvoor moet het apparaat zich in de ruststand bevinden
> weergave links boven in de display: STOP. Door kort indrukken
van de SET-toets verhoogt u de instelwaardes van de diverse
functies > [TIME; DISTANCE, CALORIES of PULSE]. Als u de SET-
toets langer ingedrukt houdt, versnelt de telling van de instel-
waarde.
RESET
Met de RESET-toets worden de functies op >0< gezet. Bij de
programmering van een willekeurige functie wordt alleen de
waarde van deze functie door het kort indrukken van de RESET-
toets op >0< gezet. Als de RESET-toets langer dan 2 seconden
ingedrukt wordt, worden alle waardes op >0< gezet; dit is het-
zelfde als een herstart van de computer.
Bij het verwisselen van de batterijen worden ook alle waardes
op >0< teruggezet.
RECOVERY
Gebruik de RECOVERY-toets voor het activeren van de her-
stelpolsfunctie na de training.
3. Funkties – display weergaves
Algemeen:
In de display verschijnt steeds een groot veld en tegelijkertijd
onder in het veld meerdere segmentvelden naast elkaar.
Na het beëindigen van de training worden de trainingsge-
geven opgeslagen en deze kunnen bij een nieuwe training opge-
vraagd worden. De nieuwe gegevens worden dan erbij opgeteld.
Uitzondering: de computer werd met RESET op >0< gezet, in
de persoonlijke trainingsprogrammeringen werd de waarde
op >0< gezet of de batterijen werden verwisseld.
– Bij onderbreking van de training langer dan 4 minuten wordt
de display uitgeschakeld.
– Als de computer ondefinieerbare velden toont, de batterijen
verwijderen, weer terug plaatsen en het nogmaals proberen.
SCAN
Wisselende weergave van alle functies in het grote veld. Links
in de display verschijnt afwisselend
de omschrijving in afgekorte vorm:
RPM = Round Per Minute = omwen-
telingen per minuut/trapfrequentie
SPD = SPEED = snelheid
TM = TIME = trainingstijd
DST = DISTANCE = afgelegde
afstand
CAL = CALORIES = energie/calo-
rieënverbruik
PLS = PULSE = polsslagfrequentie