Trainings- en bedieningshandleiding
22
NL
Berekening van het conditiecijfer
Cijfer = 6 – (10 x (P1–P2) )2
P1
P1= belastingspolsslag, P2 = herstelpolsslag
F1 = zeer goed, F6 = onvoldoende
Kjoule/Kcal- berekening
De energieberekening is een richtwaarde.
Op deze waarde kan medisch geen aanspraak gemaakt
worden.
Uitschakelen van de loopband
•Door verhoging van de wrijvingswaarde
(SIL-weergave)
•Bij kortsluiting door doorbranden van de zekering
•Bij ongeoorloofde toerentalschommelingen
•Bij motorblokkade.
Omschakelen tijd/afstand
Bij de programma’s 1-6 + M kan bij de programmerin-
gen het profiel per kolom van de tijdmodus (1 minuut)
naar afstandmodus (200 meter) omgeschakeld worden.
Profielweergave tijdens de training
Aan het begin knippert de eerste kolom. Na afloop loopt
ze verder naar rechts.
Bij profielen boven 25 minuten tot het midden (kolom
13). Dan verschuift het profiel van rechts naar links. Ver-
schijnt het profieleinde in de laatste kolom (kolom 25)
schuift de knipperende kolom verder naar rechts tot het
programma-einde.
Aanwijzingen voor polsslagmeting
De polsslagberekening begint, als het hart op de display
synchroon met uw polsslag knippert.
Met oorclip
De polsslagsensor werkt met infrarood licht en meet de
wijzigingen van de lichtdoorlatendheid van uw huid, die
door uw polsslag opgewekt wordt. Wrijf 10 keer krachtig
over uw oorlelletje eer u de polsslagsensor aan uw oorlel-
letje klemt.
Vermijd stoorimpulsen.
•Bevestig de oorclip zorgvuldig aan uw oorlelletje
en zoek het juiste punt voor het meten (hartsym-
bool knippert zonder onderbreking).
•Train niet direct onder sterk licht bijv. neonlicht,
halogeenlicht, spotjes, zonlicht.
•Vermijd schudden en bewegen van de oorsensor
inclusief kabel volledig uit. Bevestig de kabel met
klemmetjes aan uw kleding of nog beter aan een
hoofdband.
Met Borstgordel
Lees hiervoor de bij de set geleverde handleiding.
Storingen van de trainingscomputer.
Druk op de “RESET”– toets.