Let goed op bij het gebruik van de machine na het vervangen van
de drijfsnaar. Het koppelen kan in het begin wat bruusk gaan totdat de drijfsnaar ingere-
den is.
6.4 DEMONTAGE EN VERVANGING
6.4.1 D
E BANDEN VERVANGEN
Plaats de machine op een vlakke ondergrond en plaats aan de kant waar de band vervan-
gen moet worden, een steunblok, onder een
dragend deel van het chassis.
De banden worden op hun plaats gehouden
door een elastische ring (1) die verwijderd kan
worden door middel van een schroeven-
draaier.
De achterbanden zijn rechtstreeks op de
steekassen gemonteerd door middel van een
spie in de naaf van de band.
Bij het vervangen van één of beide achterbanden dient erop gelet te
worden dat ze dezelfde diameter hebben. Controleer tevens de afstelling van het maai-
dek om een ongelijkmatig maaibeeld te voorkomen.
Alvorens de banden aan te brengen dienen de wielassen met vet
gesmeerd en de elastische ring (1) en de borgring (2) weer precies op hun plaats gezet
te worden
6.4.2 D
E BANDEN REPAREREN OF VERVANGEN
De banden zijn «Tubeless» en iedere vervanging of reparatie als gevolg van een lek dient
dan ook door een vakman uitgevoerd te worden volgens de, voor dit type banden, gelden-
de voorschriften.
BELANGRIJK
OPMERKING
OPMERKING
NL 44 ONDERHOUD