36 BEDIENING
Bediening
Als het referentieniveau eenmaal is ingesteld,
drukt u op kanaalkeuze
C
Ù
waarop
FRONT L LEVEL verschijnt in de display
˜
. Om het niveau te veranderen drukt u eerst
op instellen
F
@
en vervolgens gebruikt u
de insteltoetsen
7
of
⁄
/
¤
D
om het
niveau te verhogen of te verlagen. Gebruik NIET
de volumeregelaar, want dit zal de referentie
instelling wijzigen. Druk op de toets instellen
F
@
, zodra de wijziging doorgevoerd is en
druk vervolgens op de insteltoetsen
7
of
⁄
/
¤
D
om de locatie van zonodig een ander
kanaal dat u wenst aan te passen, te kiezen. Om
het niveau van de subwoofer aan te passen,
drukt u op de insteltoetsen
7
of
⁄
/
¤
D
tot de aanwijzing WOOFER LEVEL in de
display
˜
of op de in-beeld display verschijnt
(alleen van toepassing indien de subwoofer
geactiveerd is).
Druk, zodra de naam van het gewenste kanaal in
de display
˜
en in beeld verschijnt, op in-
stellen
F
@
en volg de instructies op.
Herhaal deze procedure zonodig om alle kanalen
in te stellen. Wanneer alle instellingen zijn
gemaakt en gedurende vijf seconden worden
geen correcties meer gemaakt keert de AVR terug
naar normaal gebruik.
De kanaaluitgang gekoppeld aan welke ingang
dan ook, kan ook aangepast worden m.b.v. het
menu systeem ‘volledig in-beeld display’. Stel
allereerst met volume
ı
î
op een ple-
zierig geluidsniveau in. Druk vervolgens op
in-beeld display
L
om in het hoofdmenu
MASTER MENU (Afb.1) te komen. Druk daar-
na op
¤
four times until the on-screen
›
naast
de regel
CHANNEL ADJUST (KANAALKEU-
ZE) staat. Druk op de toets instellen
F
om
het menu
CHANNEL ADJUST (KANAAL-
KEUZE) (Afb. 12) te activeren.
Afbeelding 12
Zodra het menu in beeld verschijnt verplaatst u
met
⁄
/
¤
D
de cursor ➞ naar de regel
TEST TONE. Druk op
‹
/
›
E
waarop
OFF (uit) verschijnt. Zo wordt het testsignaal uit-
geschakeld en kan extern materiaal als referen-
tiesignaal worden gebruikt.
Gebruik vervolgens
⁄
/
¤
D
om de kanalen te
kiezen die u wilt corrigeren. Gebruik bij elk
kanaal de
‹
/
›
E
toetsen om het uit-
gangsniveau te wijzigen.
Onthoud wanneer u een disc met een testsignaal
gebruikt (b.v. roze ruis) of een externe testgene-
rator, dat het er om gaat alle kanalen op de luis-
terpositie met gelijke sterkte te horen, ongeacht
welke surround functie is gekozen. Gebruikt u
een gewone disc met muziek als testsignaal dan
kunt u het niveau van elk kanaal naar eigen
inzicht instellen, en u kunt bijvoorbeeld het cen-
trum kanaal wat zachter zetten of de achter
kanalen wat luider omdat u deze in bepaalde
omstandigheden wat te zacht vindt.
Wanneer u alle niveaus terug wilt zetten in de
fabrieksinstelling en 0 dB offset, drukt u op
⁄
/
¤
D
tot de in-beeld cursor naast
CHANNEL RESET staat en u drukt op
‹
/
›
E
zodat ON(aan) oplicht. Nadat de
niveaus zijn teruggezet hervat u de procedure om
de gewenste niveau instellingen te maken.
Wanneer alle aanpassingen gerealiseerd zijn,
drukt u op
⁄
/
¤
D
om de cursor
›
in beeld
naar de positie
BACK TO MASTER MENU
(terug naar menu) te verplaatsen, en druk om in
het hoofdmenu andere aanpassingen te maken
op instellen
F
. Indien u geen verdere aan-
passingen wenst te maken, dan drukt u op de
toets in-beeld display
L
om het menu-
systeem te verlaten.
Opmerking: de uitgangsniveaus kunnen voor
iedere digitale en analoge surroundfunctie afzon-
derlijk ingesteld worden. Indien u andere niveaus
voor een specifieke functie wenst, kies dan die
functie en volg stapsgewijs bovengenoemde
instructies. Met de Stereo en VMAx functies is de
hiervoor beschreven procedure de enige manier
om de uitgangsniveaus in te stellen, b.v. om de
niveaus van Stereo en VMAx aan de andere aan te
passen.
Geheugenbeveiliging
Dit product is uitgerust met een geheugenbeveili-
ging die de opgeslagen zenders van de tuner en
de systeemconfiguratie vasthoudt als het appa-
raat helemaal wordt uitgeschakeld, de stekker uit
het stopcontact wordt genomen of wanneer de
netspanning uitvalt. Dit geheugen blijft ca.
2 weken behouden; daarna dient alle informatie
opnieuw te worden ingevoerd.