NEDERLANDS
29
Stroomtoevoer
Meetcontacten A (afbeelding 4, pagina 31):
A 8 Massa-aansluiting (doorsnede minstens 2,5 mm
2
voor plus-
en massakabel). Op klem 31 (massa) van het voertuig aan-
sluiten.
A 7 Aansluiting voor +12 V werkspanning (doorsnede minstens
2,5 mm
2
voor plus- en massakabel). Op klem 30 (continu-
plus) van het voertuig aansluiten.
A 6 Aansluiting voor dashboardverlichting. Is A 6 op klem 58
van het voertuig aangesloten, dan kan de verlichting van het
toestel (met ingeschakeld rijlicht) met de regelaar van de
dashboardverlichting ingesteld worden.
A 5 +12 V uitgang schakelspanning (max. 0,5 A). De schakel-
spanning is, wanneer het toestel aanstaat, op meetcontact A
5 aangesloten en verzorgt het in- en uitschuiven van de
automatische antenne, de werkspanning voor de antenne-
versterker enz.
A 4 Aansluiting voor +12 V ontstekingsspanning. Op klem 15
van het voertuig aansluiten, indien het toestel met het con-
tact in- en uitgeschakeld moet worden.
Aanwijzing:
De aansluiting A 4 kan ook onbezet blijven. In dit geval moet
de radio altijd met »IO« aan- en uitgezet worden; de radio
wordt niet na een uur automatisch uitgeschakeld.
A 2 Aansluiting Phone-Mute. Wanneer u een aangesloten auto-
telefoon of zendontvangapparaat gebruikt, wordt het geluid
afgezet en verschijnt er op het display ”PHONE”. Zie ook
pagina 24 in de paragraaf ”EXPERT-bedieningsniveau”.
Aanwijzing:
A2 moet van de Mute-uitgang van de telefoon/zendont-
vangers tegen massa omgeschakeld worden.
IN- EN UITBOUWEN
_________________________________