28
Inbouwframe en toestel inbouwen, antenne
aansluiten
U kunt bij uw speciaalzaak terecht met vragen over het benodigde
inbouwmateriaal en ander toebehoren.
1 Inbouwframe b in de daarvoor bestemde opening a van het
voertuig zetten (afbeelding 1). De afbeeldingen vindt u op
pagina 31.
2 Het hangt van het type voertuig af of u de bevestigingsklepjes c
om de opening a kunt buigen (afbeelding 1).
3 Het toestel in het inbouwframe b schuiven tot het niet meer
verder kan. U hoort een klik als het toestel er goed inzit.
Aanwijzing:
Typisch voor dit toestel is dat het over een groot vermogen
beschikt. Dit veroorzaakt tijdens het gebruik een sterke verhit-
ting. Er mogen daarom geen kabels of andere onderdelen
tegen het toestel aanliggen. Indien de isolatie smelt, bestaat
gevaar voor kortsluiting of brand!
4 Als u het toestel eruit wilt nemen, dient u beide demontage-
beugels d tot het eind in de openingen van de klep te schuiven
(afbeelding 5).
5 Beide beugels naar buiten drukken en het toestel er langzaam
uittrekken (afbeelding 5).
Voor het toestel moeten antennes worden gebruikt met 75 Ω tot
150 Ω-impedantie. Verlenging van de antennekabel, bijv. bij mon-
tage achteraf, kan de ontvangst belemmeren. Indien nodig een
antenneadapter gebruiken (afbeelding 2).
1 Antenneadapter of antennekabel in de plastic clip vastzetten
(afbeelding 2 en 3).
Zekering
Platte zekering 10 A/DIN 72 581 – bezet (afbeelding 4).
IN- EN UITBOUWEN
___________________________