28
Het codenummer van het toestel staat op de Identity-Card. De
codering is bij de levering niet geactiveerd. Wanneer de codering
van het toestel is geactiveerd, is dit elektronisch beveiligd zodra het
van de voertuigaccu resp. de continuplusklem 30 afgehaald wordt.
Alleen door het codenummer opnieuw in te voeren, kan het toestel
weer in gebruik genomen worden. Zie hiervoor ook de instelling op
pagina 26 in de paragraaf ”EXPERT-bedieningsniveau”.
Codering activeren
1 EXPERT-bedieningsniveau kiezen.
2 Met »<« of »>« de melding »CODE« selecteren.
3 Kort »EXP« indrukken.
– Display: »- - - -« knippert.
4 Codenummer invoeren (a) met »<« en »>« of (b) met de sta-
tiontoetsen »1«, »2«, »3«, »4«.
a) Wanneer langer op »<« of »>« wordt gedrukt, start de
snelle voortgang.
b) Invoeren met de stationtoetsen:
Voorbeeld: codenummer 1703
»1« 1 x kort indrukken »1 - - -«
»2« 7 x kort indrukken »1 7 - -«
»3« 10 x kort indrukken »1 7 0 -«
»4« 3 x kort indrukken »1 7 0 3«
5 U bevestigt het invoeren door kort op »EXP« te drukken.
– De codering is geactiveerd.
6 Wanneer u het EXPERT-bedieningsniveau wilt verlaten, net zo-
lang op »EXP« drukken tot u een toon hoort.
Codering deactiveren
1 Moet het toestel uit het voertuig gebouwd worden, dan activeert
u het EXPERT-bedieningsniveau en stelt u »SAFE« in.
CODERING
____________________________________________
SAFE
SAFE
CODE
----
EXPERT