NEDERLANDS
27
In- en uitschakelen met het contact.
– De autoradio kan met het contact van het voertuig in- en
uitgeschakeld worden.
– In- en uitschakelen van het toestel alleen met »IO«.
Aanwijzing:
In dit geval moet het contact A 4 (zie pagina 32) op klem 15
van het voertuig aangesloten zijn.
Geluidloos schakelen wanneer autotelefoon wordt gebruikt.
– Geluidloos schakelen van de autoradio is geactiveerd.
– Geluidloos schakelen is gedeactiveerd.
Aanwijzing:
In dit geval moet het mutesignaal van de telefoon aangesloten zijn.
Ingangsgevoeligheid bij cd- of DAT-mode en voor de aanpassing
van een cd-wisselaar.
– Laag.
– Normaal.
– Hoog.
Aanwijzing:
In dit geval moet een van de vermelde bronnen aangesloten
zijn.
Volumebeperking bij het inschakelen.
– Geen beperking.
– Maximaal volume bijv. »20«.
– Display: schaal »00« tot »46«.
Aanwijzing:
Het geluid wordt alleen begrensd, wanneer het volume bij het
uitschakelen van het toestel boven de ingestelde waarde
uitsteeg.
Minimaal volume voor verkeersmeldingen.
– Display: schaal »05« tot »46«.
Aanwijzing:
Tijdens het instellen komt het volume door dat voor de verkeers-
informatie is geselecteerd.
EXPERT-BEDIENINGSNIVEAU
______________________
PHONE O N
PHONE OF F
IGN O N
IGN OF F
MCD LO W
MCD MID
MCD HI G H
ONVOL --
ONVOL 2 0
TAVOL 1 6