9
4.9 Gashendel en choke (9, afb. 4)
Belangrijke posities (zijn niet geblokkeerd):
• Stationair - de hendel bevindt zich 1-1,5 cm van de bovenste stand.
AANWIJZING!
Als de hendel in de stopstand staat is de motor elektrisch uitgeschakeld.
• Motor in werking: de hendel moet zich 1-1,5 cm van de onderste stand bevinden (vol gas)
• Choke: voor het starten van de koude motor. De choke wordt bediend in de onderste stand.
4.10 Contactsleutel (10, afb. 4)
De contactsleutel wordt voor het starten en stopzetten van de motor gebruikt. De in het contactslot
gestoken sleutel heeft drie posities:
STOP 1. Stoppositie: motor uitgeschakeld. De sleutel kan er uitgehaald worden.
2. Rijpositie (zonder symbool)
START 3. Startpositie: de elektrische starter van de motor wordt geactiveerd, als de sleutel in de
startpositie gedraaid wordt.
Als de motor aanslaat, zet dan de sleutel in de positie terug.
NOOT!
Laat nooit de sleutel in de contactstand staan daar anders de accu leeg kan raken.
5. Gebruiksaanwijzing
5.1 Voor het gebruik
Voordat u de machine start, dient u eerst de punten betreffende de bescherming van de gezondheid en de
werkveiligheid grondig door te lezen, zie hoofdstuk 1
5.2 De tank met brandstof vullen
Gebruik altijd loodvrije benzine (normaal). Gebruik nooit met olie gemengde benzine, die voor
tweetaktmotoren is bestemd.
AANWIJZING!
Let er op dat de kwaliteit van benzine door opslag verslechtert. Koop benzine slechts voor verbruik binnen
30 dagen. Benzine is erg brandbaar en dient slechts opgeslagen te worden in reservoirs die voor dit
doeleinde zijn vervaardigd.
Vul de benzinetank op een goed geventileerde plaats en niet in de nabijheid van open vuur.
5.3 Controle van het oliepeil van de motor
Het carter is niet met olie gevuld. Vul het met olie in de kwaliteitsklasse zoals in hoofdstuk 6.2. beschreven.
Controleer het oliepeil steeds voor ingebruikname. De machine moet bij de controle steeds horizontaal
staan. Neem de peilstok eruit en veeg hem af. Plaats hem terug en schroef hem vast. Schroef hem
vervolgens weer los en trek hem eruit. Lees de oliestand af. Als het oliepeil gezakt is, vul dan olie bij tot
aan de markering vol ("FULL")