d.w.z. dat de gasservo naar een vaste waarde geschakeld is, die als volgt kan worden ingesteld: Ga met ESC terug naar de
mnulijst. Zolang u zich nog in de autorotatie-fase bevindt, worden er nieuwe ondermenu’s getoond, en wel:
Belangrijk is de regel “gaspositie AR”. De waarde rechts stelt u afhankelijk van de draairichting van de servo op ongeveer +
125% of – 125% in.
Hier is het menu “servo-aanduiding” erg handig, dat u bereikt door een druk op de HELP-toets bij tegelijkertijd ingedrukt
gehouden draaielement.
Daarmee is de motor in de autorotatie-fase - in geval van nood - veilig uitgezet. Later, waneer u voldoende ervaring heeft
opgedaan om de autorotatie te oefenen, kan hier een stabiele stationairloop worden ingesteld.
De verdere ondermenu’s zijn op dit moment nog niet belangrijk. Door het uitschakelen van “AR” komt u weer terug in de
eerste menulijst.
Roep de regel “kanaal 1 → hekrotor” op, om de statische draaimoment-compensatie (DMA) voor de hekrotor in te stellen.
Werk ook hier met maar de drie voorgegeven instelpunten, wanneer u nog geen ervaren piloot bent. De standaard-instellingen
van “L” = -30% aan de onderste stuurknuppeluitslag en “H” = +30% voor het tegenovergestelde einde kunnen voorlopig
ongewijzigd overgenomen worden en moeten tijdens het vliegen eventueel bijgesteld worden.
Schakel eerst weer naar de AR-fase. Ook hier wordt de instelcurve gedeactiveerd, de hekrotorservo reageert niet meer op
pitchbewegingen (wanneer de hoofdrotor niet meer wordt aangedreven ontstaat er immers geen draaimoment). Alle verdere
punten hieronder zijn op dit moment niet belangrijk.
Wanneer de autopiloot (gyro) tóch een gevoeligheids-instelling vanaf de zender heeft, dan kunt u deze eventueel met een aan
de regel “gyro” toegewezen vrij INC/DEC-stuurelement variëren, dat u in het menu …
“instelling stuurelement” (bladzijde 80)
… aan de ingang “gyro” toewijst.
Duw het gekozen stuurelement zo lang naar voren , tot het geluid niet meer klinkt en de positie-aanduiding op het display
helemaal naar voren, richting antenne, is aangekomen. Wissel nu met het draaielement naar het ASY-veld in de kolom
“uitslag”. Hier kan nu de maximale gevoeligheid van de autopiloot (gyro) worden ingesteld, b.v. 50%. Daarmee heeft u een
vaste waarde, zolang de schuifregelaar aan de voorste aanslag staat. De juiste waarde moet tijdens het vliegen worden
aangepast. Verdere aanwijzingen vindt u in het onderdeel “reductie autopiloot-(gyro-) effect” op bladzijde 127 … 128.
Als afsluiting van deze eerste programmering nog enkele woorden over het menu …
“kanaal 1 curve”(bladzijde 92)
Deze functie is een soort “comfortabele exponentiële curve” voor de pitchknuppel en de daaraan aangesloten mixfuncties.
Áls u deze functie wilt toepassen, dan moet u dat “voorzichtig” doen, wanneer alle instellingen klaar zijn. In geen geval mag
deze functie voor de gas-/pitch-afstemming gebruikt worden! Door overlappingen ontstaan er dan hele “gemene” effecten.
Daarmee zijn alle heli-specifieke instellingen klaar, die op de “werkbank” uitgevoerd kunnen worden. De verdere fijne
afstemming moet nu tijdens het vliegen plaatsvinden. De daarbij ontstane (hopelijk) kleine (digitale) triminstellingen worden
immers automatisch opgeslagen.
Grotere afwijkingen moet u echter eerst mechanisch bijstellen of de tot hiertoe besproken instellingen aanpassen.