150
NL
Bij Off wordt het besproeiingsprogramma niet uitgevoerd. De pro-
gramma’s blijven daarbij behouden. Ook een programmagestuurd
open ventiel kan voortijdig worden gesloten, zonder de program-
magegevens (besproeiings-starttijd, besproeiingsduur, besproei-
ingscyclus) te veranderen.
v Draai de draaiknop naar Off.
Het besproeiingsprogramma is gedeactiveerd.
Om een besproeiingsprogramma opnieuw te activeren, moet de
draaiknop naar een programma worden gedraaid.
6. Buitenbedrijfstelling
1. Om de batterij te ontzien, dient deze uit het batterijvak te wor-
den verwijderd (zie 4. Ingebruikname).
Wanneer de batterij in het voorjaar weer wordt teruggeplaatst,
blijven de gewijzigde programma’s opgeslagen en hoeven niet
opnieuw te worden ingevoerd.
2. Besturingsmodule en ventiel-unit vorstvrij op een droge plaats
bewaren.
Het apparaat mag niet met het normale huisvuil meegegeven
worden, maar moet volgens de geldende regels afgevoerd
worden.
v Belangrijk: Apparaat inleveren bij de gemeentelijke inzamel-
plaats.
Opslaan /
overwinteren:
Besproeiingsprogramma
uitschakelen:
Afvalverwijdering:
(conform RL2002/ 96/EG)