31
NL
Verlengsnoer aansluiten:
Kooimesmaaier
starten:
C D
B
12
F
B
C
E
5. Bediening
1. Koppelstuk van het verlengsnoer
C
op de stekker van de
inschakelblokkering
B
steken.
2. Verlengsnoer
C
als lus door de kabeltrekontlasting
D
trekken
1 en er inhangen 2.
Daarmee wordt het per ongeluk losraken van de steekverbin-
ding voorkomen.
3. Verlengsnoer
D
in het elektrische stopcontact steken.
Gevaar op verwondingen als de kooimesmaaier niet zelf-
standig uitschakelt!
V Veiligheidsinrichtingen op de kooimesmaaier niet
verwijderen of overbruggen (bijv. door de starthendel
aan de duwboom vast te binden)!
Opgelet! Messenwals loopt na:
A V Kooimesmaaier nooit met lopende motor optillen,
omkiepen of dragen!
V Nooit op een verharde ondergrond (bijv. asfalt)
starten.
V De door de duwboom gegeven veiligheidsafstand
tussen messenwals en gebruiker altijd aanhouden.
1. Kooimesmaaier op een effen gazon neerzetten.
2. Inschakelblokkering
B
ingedrukt houden en aan starthendel
E
op het duwboom
F
trekken.
De kooimesmaaier start.
3. Inschakelblokkering
B
loslaten.
4. Maaier nu vooruit en stapvoets geleiden.
Het verlengsnoer
C
moet tijdens het beluchten altijd in de
werkrichting aan de zijkant van het te bewerken oppervlak
geleid worden. Altijd weg van het aansluitsnoer werken.
Blokkeerbeveiliging: als de messenwals bijv. door een vreemd
voorwerp wordt geblokkeerd, laat dan de startgreep onmiddellijk
los, haal de netstekker uit het stopcontact en verwijder de blok-
kering.
Verwondingsgevaar!
A Als de thermische beveiligingsschakelaar aanspreekt
en de startgreep daarbij nog wordt vastgehouden,
start de kooimesmaaier na afkoeling automatisch
opnieuw.
V Starthendel loslaten.
Thermische beveiligingsschakelaar: Als de kooimesmaaier
langere tijd sterk wordt belast, kan de motor heet worden. Om
de motor tegen oververhitting te beschermen, schakelt de ther-
mische beveiligingsschakelaar het apparaat uit. Het apparaat
kan na een afkoelingsperiode van ca. 5-10 minuten weer wor-
den ingeschakeld.